Piet Laperre: “Ik leef niet voor mijn werk, maar ik doe het nog graag.”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Maak kennis met Piet, de leraar die graag dingen maakt met zijn handen.

Piet Laperre zegt dat hij Piet Laperre heet en dat hij lesgeeft in een school voor bijzonder onderwijs. Dat zegt hij niet zomaar. Ik heb hem net gevraagd wie hij is en wat hij doet. Hij staat daar voor de klas voor kinderen tussen 6 en 13 jaar. “Dat is een school voor mentaal vertraagde kinderen,” zegt hij. Hij zegt het langzaam. Wellicht mag je de mentale vertraging van kinderen niet te snel uitspreken. “Dat zijn kinderen die wat extra ondersteuning nodig hebben,” zegt hij. “En ze komen in kleine groepjes wat beter aan bod komen dan dat in het gewone onderwijs het geval is.”

Ik heb dat ook, wil ik hem zeggen. Omdat ik weet dat ik ook beter aan bod kom in kleine groepjes. En ik kan af en toe wat extra ondersteuning verdragen. Maar ik laat hem uitspreken. “Basisaanbod, heet dat nu, sinds het M-decreet.” Hij is nog maar uitgesproken en ik voel dat ik wat ondersteuning kan gebruiken. “M-decreet? U spreekt codetaal.” Ik zeg hem niet dat ik aan de M-Kids aan het denken is. “Funky Monkey,” was hun grootste hit toen mijn kinderen klein waren. Nee, daar heeft het niets mee te maken. Maar wel het wel mee te maken heeft, wil Piet niet zeggen: “Want niemand is er zo positief over.” En hijzelf ook niet, geeft hij toe.

Ik vraag voor de zekerheid waar die school gelegen is, want ik voel meer en meer de behoefte aan wat ondersteuning. Blijkt dat ze in de Recolettenstraat ligt, in de buurt van de Sint-Elooiskerk, vlakbij de Burgemeester Schynckelstraat. Piet heeft eerder al in een school of zes les gegeven. En hij heeft ook nog enkele jobs gehad buiten het onderwijs. Niet dat hij zo’n jobhopper is. Het is aan het lot te wijten. In zijn jongere jaren bijvoorbeeld hebben de economisch minder goeie tijden hem af en toe wel parten gespeeld. “Voor je een vaste benoeming krijgt in het onderwijs moet je wat watertjes doorzwemmen, en ik heb er redelijk veel doorzwommen,” zegt hij. “Dat is niet altijd zo plezant, maar achteraf wel.”

Want na al die jaren houdt Piet nog van zijn job. “Ik leef niet voor mijn werk, maar ik doe het nog graag, ja.” Wat Piet nog graag zou doen, is eens iets construeren. “Daarom hoeft het niet groot te zijn. Een tuinhuis is al goed. In steen. Of ik zou een buitenverblijf willen opknappen. Dat ik iets creëer met mijn twee handen.” Dat doet hij nu al een beetje. Hij volgt houtbewerking in avondonderwijs en maakt meubeltjes. Een handige Harry zou hij zich niet durven te noemen. “Ik kan wel iets, maar het is niet dat ik MacGyver ben,” lacht ie. Hij kan in ieder geval genoeg om redelijk tot super gelukkig te zijn. Want hij dicht zichzelf 7,5 tot 8 toe op de gelukschaal.