Opeens stonden ze op straat

Redactie KW

Monique en Anthony moesten door omstandigheden op straat leven. “Een totaal nieuwe wereld voor mij”, vertelt Monique. “Ik had geluk dat ik tijdens de warmere maanden van het jaar op straat belandde maar op straat leven is sowieso geen geluk hebben. Daar stond ik dan, moederziel alleen met mijn hond. Ik sliep op een bank waar er verlichting was want ik was bang.” “Na een tijdje laat je je hoofd hangen en geef je het gewoon op”, zegt Anthony. “Ik sliep meestal in ‘t Bosje of op het strand. En de laatste weken in een wasserette.”

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier daklozen in West-Vlaanderen.

Monique Lebluy (68) leefde enkele maanden op straat nadat ze haar ex-vriend ontvluchtte na huiselijk geweld. Ze leerde haar vriend kennen in november vorig jaar. Kort daarna stapten ze in het huwelijksbootje. Monique werd zwaar fysiek mishandeld. Haar enige uitweg was wat kledij samen pakken en wegwezen, de straat op. “Ik wist niet meteen waarheen”, vertelt Monique. “Ik heb altijd hard gewerkt in mijn leven en had nooit iets tekort. Altijd had ik een dak boven mijn hoofd en geen financiële problemen. Tot ik de impulsieve beslissing nam om mijn appartement op te geven om bij mijn toenmalige vriend te gaan wonen.”

Een nieuwe wereld

“Hij leek zo lief in het begin”, aldus Monique. “Jammer genoeg heb ik te snel beslist om met hem te trouwen. Van zodra we getrouwd waren, begon het geweld. Hij sloeg me en schopte me, ik liep rond met blauwe ogen. Zelfs mijn hond moest er aan geloven. Daarnaast verbraste hij ook al mijn geld. Tot op een moment dat ik geen enkele uitweg meer zag dan te gaan lopen.”

Monique kwam op straat terecht, samen met haar hond. “Een totaal nieuwe wereld voor mij”, zegt ze. “Ik had geluk dat ik tijdens de warmere maanden van het jaar op straat belandde maar op straat leven is sowieso geen geluk hebben. Ik kende de wereld niet want ik had het altijd goed. Daar stond ik dan, moederziel alleen met mijn hond“, zucht ze. “Ik sliep op een bank waar er verlichting was want ik was bang. Ik zocht ook altijd veiligheid. Zo ging ik slapen bij een ziekenhuis, daar waar er altijd licht en beweging was.”

Naar De Panne

Om even tot rust te komen nam ze de tram naar De Panne. “Mijn grootouders liggen daar begraven”, legt ze uit. “Ik zat dan ook drie kwartier in de tram op een zachte stoel, weg van weer en wind. Op de begraafplaats was er ook altijd water. Daar waste ik me en kon ik drinken.”

Eind juni van dit jaar kwam er een oplossing. “Iemand bracht me in contact met Vanessa Vens van het Sociaal Huis”, vertelt Monique. “Vanessa verwees mij door naar Ludo Vangheluwe. Dat werd mijn redding. Hij zorgde er voor dat ik op vrijdag kon gaan eten bij het gemeenschapskeuken. Intussen vond ik ook weer een appartementje en ben ik op de goede weg.”

“Na een tijdje laat je je hoofd hangen en geef je het gewoon op”

Ook de 35-jarige Anthony Delanghe kwam in de problemen. Hij verloor zijn job op interimbasis en kon zijn huur niet meer betalen met alle gevolgen van dien. “Ik werd buiten gezet doordat ik mijn huur niet meer kon betalen”, doet hij zijn verhaal. “Ik kreeg een werkloosheidsuitkering van 600 euro. Dat was niet voldoende om alles van te betalen en ook nog eens van te leven.”

Anthony kwam op straat terecht. “Niet wetende wat er mij allemaal te wachten stond”, zegt hij. “Ik had niet echt veel contact met mijn familie. Daar moest ik dus geen hulp gaan zoeken. Ik probeerde te solliciteren maar nergens kreeg ik een job toegewezen. Ik stuurde mails, telefoneerde of ging langs… Zonder resultaat. Na een tijdje laat je je hoofd hangen en geef je het gewoon op.”

“Ik sliep meestal in ‘t Bosje of op het strand”, vertelt Anthony. “De laatste weken in een wasserette. In september kwam er een oplossing. Via het Sociaal Huis kwam ik in contact met Huize Gerard, een daklozenwerking die in een permanent woonst voorziet. Ik ben blij dat ik die kans heb gekregen. Ik verlang al weer naar het moment dat ik mijn leven terug op rails heb en mijn eigen stekje terug heb. Het is een zware tijd geweest op straat. De volgende stap is nu een nieuwe poging ondernemen om een deftige job te vinden. Pas dan kan ik meerdere stappen vooruit zetten. Een job is voor mij nu prioriteit.”

“We zetten nooit iemand terug op straat”

“Onze maatschappelijk werkers zoeken tot ze een oplossing hebben gevonden, via de Passage, het crisisnetwerk, een crisisbed bij lokale woonzorgcentra”, klinkt het bij het OCMW van De Panne. “We zetten nooit iemand terug op straat…”

“Om tijdelijk daklozen op te vangen is er een structurele samenwerking opgezet met de Passage in Alveringem en dit initiatief werkt zeer goed”, zeggen burgemeester Peter Roose van Veurne en OCMW-voorzitter Anja Pilet. Een echte daklozenproblematiek is er niet in onze regio. Daarom voorzien we hier ook geen nachtopvang.”

Oplossingen zoeken

Hetzelfde verhaal is te horen in De Panne. “Structurele cijfers over dakloosheid in De Panne hebben we niet, er zijn geen opvanginitiatieven, geen bed-, bad- en broodhuizen, geen doorgangswoningen, geen crisiswoningen in De Panne”, zegt OCMW-secretaris Ann Mouton. “We doen wat we kunnen om mensen via erkende opvanginitiatieven onder dak te krijgen maar wachtlijsten zijn dikwijls lang. Mensen die acuut dakloos zijn, kunnen dikwijls terecht bij vrienden, kennissen of familie om de kritieke periode te overbruggen. Bij een recente woningbrand bood een hotelier van De Panne onderdak totdat wij een oplossing op langere termijn hadden gevonden.”

“Wij worden erg weinig met structurele dak- en thuisloosheid geconfronteerd en als onze hulp wordt ingeroepen, dan zijn we daarop voorzien via het reguliere netwerk of via de Passage”, aldus Ann Mouton. “Wij schrijven die mensen in op de wachtlijst van het erkende initiatief en ondertussen zoeken we een tijdelijke oplossing via de immobiliënmarkt of eigenaars in De Panne waarvan we weten dat we voor dergelijke tijdelijke oplossingen bij hen terecht kunnen. Onze maatschappelijk werkers zoeken tot ze een oplossing hebben gevonden, via de Passage, het crisisnetwerk, een crisisbed bij lokale woonzorgcentra. We zetten nooit iemand terug op straat…”

Acuut of chronisch?

Sarah Vanderriest is coördinator Sociale Zaken in Diksmuide. “Als daklozen zich bij ons OCMW aanmelden, zoeken we naar een gepaste oplossing”, zegt ze.

“Acute woonnood houdt in dat mensen plots op straat belanden, waarbij ze op dat moment over geen alternatieve en onmiddellijke oplossing beschikken. Dit kan door een noodsituatie zoals een brand of een natuurramp, of een effectieve uithuiszetting met gerechtelijke procedure of omwille van intrafamiliaal geweld. In zulke situaties kunnen we mensen opvangen in een van onze doorgangswoningen in Diksmuide. Daar kunnen mensen tot maximaal vier maanden verblijven en ondertussen, ondersteund door een maatschappelijk werker, een duurzame verblijfsoplossing zoeken. Dat kan via de Passage in Alveringem, via het OCMW Diksmuide of een erkend CAW-vluchthuis bij intrafamiliaal geweld. Deze initiatieven zijn echter niet in Diksmuide zelf aanwezig. Daarnaast is de capaciteit ontoereikend. De vraag is groter dan het aanbod waardoor er wachtlijsten ontstaan. Doet zo’n situatie zich voor buiten de kantooruren, dan kunnen mensen in een crisisbed van het regionale crisisnetwerk Veurne-Diksmuide de nacht doorbrengen.”

“Mensen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken – die permanent leven op straat, in een auto, tuinhuis, station, kraakpand… – worden als thuislozen gedefinieerd. Zij kampen met een chronische woonnood in combinatie met andere psychosociale problemen. Veelal gaat dit om multiprobleemsituaties. Voor chronische thuislozen die geen begeleiding wensen, beschikken wij vandaag in de Westhoek over weinig tot geen aanbod.”

“We zetten nooit iemand terug op straat”

“Onze maatschappelijk werkers zoeken tot ze een oplossing hebben gevonden, via de Passage, het crisisnetwerk, een crisisbed bij lokale woonzorgcentra”, klinkt het bij het OCMW van De Panne. “We zetten nooit iemand terug op straat…”

“Om tijdelijk daklozen op te vangen is er een structurele samenwerking opgezet met de Passage in Alveringem en dit initiatief werkt zeer goed”, zeggen burgemeester Peter Roose van Veurne en OCMW-voorzitter Anja Pilet. Een echte daklozenproblematiek is er niet in onze regio. Daarom voorzien we hier ook geen nachtopvang.”

Oplossingen zoeken

Hetzelfde verhaal is te horen in De Panne. “Structurele cijfers over dakloosheid in De Panne hebben we niet, er zijn geen opvanginitiatieven, geen bed-, bad- en broodhuizen, geen doorgangswoningen, geen crisiswoningen in De Panne”, zegt OCMW-secretaris Ann Mouton. “We doen wat we kunnen om mensen via erkende opvanginitiatieven onder dak te krijgen maar wachtlijsten zijn dikwijls lang. Mensen die acuut dakloos zijn, kunnen dikwijls terecht bij vrienden, kennissen of familie om de kritieke periode te overbruggen. Bij een recente woningbrand bood een hotelier van De Panne onderdak totdat wij een oplossing op langere termijn hadden gevonden.”

“Wij worden erg weinig met structurele dak- en thuisloosheid geconfronteerd en als onze hulp wordt ingeroepen, dan zijn we daarop voorzien via het reguliere netwerk of via de Passage”, aldus Ann Mouton. “Wij schrijven die mensen in op de wachtlijst van het erkende initiatief en ondertussen zoeken we een tijdelijke oplossing via de immobiliënmarkt of eigenaars in De Panne waarvan we weten dat we voor dergelijke tijdelijke oplossingen bij hen terecht kunnen. Onze maatschappelijk werkers zoeken tot ze een oplossing hebben gevonden, via de Passage, het crisisnetwerk, een crisisbed bij lokale woonzorgcentra. We zetten nooit iemand terug op straat…”

Acuut of chronisch?

Sarah Vanderriest is coördinator Sociale Zaken in Diksmuide. “Als daklozen zich bij ons OCMW aanmelden, zoeken we naar een gepaste oplossing”, zegt ze.

“Acute woonnood houdt in dat mensen plots op straat belanden, waarbij ze op dat moment over geen alternatieve en onmiddellijke oplossing beschikken. Dit kan door een noodsituatie zoals een brand of een natuurramp, of een effectieve uithuiszetting met gerechtelijke procedure of omwille van intrafamiliaal geweld. In zulke situaties kunnen we mensen opvangen in een van onze doorgangswoningen in Diksmuide. Daar kunnen mensen tot maximaal vier maanden verblijven en ondertussen, ondersteund door een maatschappelijk werker, een duurzame verblijfsoplossing zoeken. Dat kan via de Passage in Alveringem, via het OCMW Diksmuide of een erkend CAW-vluchthuis bij intrafamiliaal geweld. Deze initiatieven zijn echter niet in Diksmuide zelf aanwezig. Daarnaast is de capaciteit ontoereikend. De vraag is groter dan het aanbod waardoor er wachtlijsten ontstaan. Doet zo’n situatie zich voor buiten de kantooruren, dan kunnen mensen in een crisisbed van het regionale crisisnetwerk Veurne-Diksmuide de nacht doorbrengen.”

“Mensen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken – die permanent leven op straat, in een auto, tuinhuis, station, kraakpand… – worden als thuislozen gedefinieerd. Zij kampen met een chronische woonnood in combinatie met andere psychosociale problemen. Veelal gaat dit om multiprobleemsituaties. Voor chronische thuislozen die geen begeleiding wensen, beschikken wij vandaag in de Westhoek over weinig tot geen aanbod.”

“We zetten nooit iemand terug op straat”

“Onze maatschappelijk werkers zoeken tot ze een oplossing hebben gevonden, via de Passage, het crisisnetwerk, een crisisbed bij lokale woonzorgcentra”, klinkt het bij het OCMW van De Panne. “We zetten nooit iemand terug op straat…”

“Om tijdelijk daklozen op te vangen is er een structurele samenwerking opgezet met de Passage in Alveringem en dit initiatief werkt zeer goed”, zeggen burgemeester Peter Roose van Veurne en OCMW-voorzitter Anja Pilet. Een echte daklozenproblematiek is er niet in onze regio. Daarom voorzien we hier ook geen nachtopvang.”

Oplossingen zoeken

Hetzelfde verhaal is te horen in De Panne. “Structurele cijfers over dakloosheid in De Panne hebben we niet, er zijn geen opvanginitiatieven, geen bed-, bad- en broodhuizen, geen doorgangswoningen, geen crisiswoningen in De Panne”, zegt OCMW-secretaris Ann Mouton. “We doen wat we kunnen om mensen via erkende opvanginitiatieven onder dak te krijgen maar wachtlijsten zijn dikwijls lang. Mensen die acuut dakloos zijn, kunnen dikwijls terecht bij vrienden, kennissen of familie om de kritieke periode te overbruggen. Bij een recente woningbrand bood een hotelier van De Panne onderdak totdat wij een oplossing op langere termijn hadden gevonden.”

“Wij worden erg weinig met structurele dak- en thuisloosheid geconfronteerd en als onze hulp wordt ingeroepen, dan zijn we daarop voorzien via het reguliere netwerk of via de Passage”, aldus Ann Mouton. “Wij schrijven die mensen in op de wachtlijst van het erkende initiatief en ondertussen zoeken we een tijdelijke oplossing via de immobiliënmarkt of eigenaars in De Panne waarvan we weten dat we voor dergelijke tijdelijke oplossingen bij hen terecht kunnen. Onze maatschappelijk werkers zoeken tot ze een oplossing hebben gevonden, via de Passage, het crisisnetwerk, een crisisbed bij lokale woonzorgcentra. We zetten nooit iemand terug op straat…”

Acuut of chronisch?

Sarah Vanderriest is coördinator Sociale Zaken in Diksmuide. “Als daklozen zich bij ons OCMW aanmelden, zoeken we naar een gepaste oplossing”, zegt ze.

“Acute woonnood houdt in dat mensen plots op straat belanden, waarbij ze op dat moment over geen alternatieve en onmiddellijke oplossing beschikken. Dit kan door een noodsituatie zoals een brand of een natuurramp, of een effectieve uithuiszetting met gerechtelijke procedure of omwille van intrafamiliaal geweld. In zulke situaties kunnen we mensen opvangen in een van onze doorgangswoningen in Diksmuide. Daar kunnen mensen tot maximaal vier maanden verblijven en ondertussen, ondersteund door een maatschappelijk werker, een duurzame verblijfsoplossing zoeken. Dat kan via de Passage in Alveringem, via het OCMW Diksmuide of een erkend CAW-vluchthuis bij intrafamiliaal geweld. Deze initiatieven zijn echter niet in Diksmuide zelf aanwezig. Daarnaast is de capaciteit ontoereikend. De vraag is groter dan het aanbod waardoor er wachtlijsten ontstaan. Doet zo’n situatie zich voor buiten de kantooruren, dan kunnen mensen in een crisisbed van het regionale crisisnetwerk Veurne-Diksmuide de nacht doorbrengen.”

“Mensen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken – die permanent leven op straat, in een auto, tuinhuis, station, kraakpand… – worden als thuislozen gedefinieerd. Zij kampen met een chronische woonnood in combinatie met andere psychosociale problemen. Veelal gaat dit om multiprobleemsituaties. Voor chronische thuislozen die geen begeleiding wensen, beschikken wij vandaag in de Westhoek over weinig tot geen aanbod.”