Muzikante Ruth Verhelst: “Ik wil in een land wonen zonder wetten, regels of papierwerk”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Maak kennis met Ruth Verhelst. Een muzikante die zichzelf wil heruitvinden. En die wil wonen in een land zonder wetten, regels of papierwerk.

Ik sta te schuilen in de hal aan de achterkant van het station wanneer ik een blondine zie voorbijkomen, die naar de gang onder de sporen toeloopt, op weg naar het centrum. Ze komt me bekend voor, maar haar naam springt me niet te binnen. De oplossing? Ik vraag het het haar gewoon: Wie ben jij? Haar antwoord verrast me. “Wie ik ben? Ik weet het niet. Ik ben daar al mijn hele leven naar op zoek. Weet jij het? Kan jij het me zeggen? Ik zou het graag weten.” En zo begint mijn zoektocht naar de ware identiteit van Ruth Verhelst, een dame die zichzelf wil ‘her-Ruth-vinden’.

“Wie ik ben? Ik weet het niet. Ik ben daar al mijn hele leven naar op zoek”

Het moment dat ze me zegt dat ze muzikante is, valt mijn frank: Ruth Verhelst. Natuurlijk. In de loop der jaren stond ze als bassiste onder meer met Daan Stuyven, Novastar, Billie King en Praga Khan op immense podia, maar evengoed kon je haar aan de zijde van Ellen Folley of Marijn Devalck bezig zien. Maar nu speelt ze al even niet meer, bekent ze. Reden? Ze windt er geen doekjes om. “Ik ben met ziekteverlof. Een burn-out. Toen de dokter de diagnose stelde, geloofde ik hem niet. Ik dacht dat ik een virus had en drong aan op een bloedonderzoek. Maar met mijn bloed was niets mis. Rusten was de enige oplossing. Ik dacht: ik ga het even wat kalmer aan doen. Maar toen ik weer begon te repeteren en te spelen, heb ik opnieuw een klop gehad. Ik had geen energie meer.”

Ellebogenwerk

Intussen gaat het wat beter. Op bepaalde vlakken. “Wanneer je als muzikant een jaar uit de running bent, ben je alles kwijt. Ze mogen dan zeggen dat ze je terugnemen als je er weer beter bent, je bent snel vergeten. Vroeger kwamen Joost Zweegers, Daan, Tine Reymer en anderen me zelf vragen. Nu moet je netwerken, je ellebogen gebruiken, jezelf verkopen. Dat kan ik niet. Ik hoop dat het niet met mijn leeftijd te maken heeft. Of ik zou heel depressief worden. Het is zo al erg genoeg. Hoe oud ik ben? (met Donald Duck-stemmetje): ‘Ik ben twaalf jaar. Dat is mijn leeftijd.'” Ze schatert. “Soms zeg ik dat ik 42 ben. En mensen geloven me. Maar in werkelijkheid ben ik 51.”

“Vroeger woonde ik in Antwerpen en had ik voortdurend schnabbels in cafeetjes , jazzclubs en bluesbars, maar nu draaien ze overal plaatjes”

“Het hele muzieklandschap is gewoon veranderd. Ik kwam onlangs nog Wilfried Brits tegen, de vroegere manager van Blue Blot. Hij vertelde me dat er gewoon veel minder live wordt opgetreden. Dat is de doodsteek voor heel veel groepen. Er zijn nu overal dj-festivals, zoals Tomorrowland , The Day After Tomorrowland, en Yesterdayland. Vroeger woonde ik in Antwerpen en had ik voortdurend schnabbels in cafeetjes , jazzclubs en bluesbars, maar nu draaien ze overal plaatjes. Heb je al gehoord wat die dj’s betaald krijgen?” sakkert ze. “Nee, ik denk er niet aan om ook plaatjes te gaan draaien. Muziek moet een ziel hebben.”

Avontuur en zekerheid

“Ik denk dat ik gewoon weer in pianobars ga optreden. In mijn eentje drie uur lang eigen nummers en covers zingen. Dat doe ik als Liss Norman. Een naam die ik heb overgehouden aan de tijd dat ik een platencontract versierde in Frankrijk. Ruth Verhelst klonk niet geweldig in het Frans. De familienaam van mijn toenmalige vriend was Norman. Ik was het gewend dat mensen me ‘Miss Norman’ noemden, en ik heb er toen Liss Norman van gemaakt. Daar kan je overal mee aan de slag. Ik heb een paar jaar in de Dominicaanse Republiek gewoond en daar speelde ik drie dagen per week in een hotel. Dat was genoeg om van te leven. Maar na een jaar in die drie zelfde hotels en duizend keer ‘besa me mucho’ te moeten zingen, had ik het toen ook wel gehad.”

“Ik heb een paar jaar in de Dominicaanse Republiek gewoond en daar speelde ik drie dagen per week in een hotel”

Haar toekomst ziet ze in een warm land. Al weet ze nog niet welke richting het uitgaat en heeft ze nog geen concrete plannen om haar koffers te pakken. “Ik ben alles op een rijtje aan het zetten. Ik moet me heruitvinden. Her-Ruth-vinden”, lacht ze. “Veel heb ik niet nodig. Ik ben een fan van de kringloopwinkel. En van de warmte. Waarom zou je hier voor alles veel te veel betalen terwijl je in een grijs en koud land zit, en veel gezondere klimaten zo op ons liggen te wachten? Eigenlijk weet ik nog niet wat ik ga doen. Ik wil vooral afwisseling in mijn leven, avontuur. En tegelijk zekerheid. Een thuis.”

Tijd voor Tinder

Ze is vrij, niemand houdt haar tegen. Een man en kinderen heeft ze niet. “Ik ben niet van straat geraakt. Ik ben single en je kunt me vinden op Facebook”, giechelt ze. “Ik viel altijd op avonturiers en helaas heb ik nooit een avonturier gevonden die trouw bleek te zijn en altijd de waarheid sprak.” Er mag een man in haar leven komen, maar ook dat is geen vereiste. “Misschien moet ik weer eens een kijkje gaan nemen op Tinder. Zo heb ik Steve, mijn ex, leren kennen. Het was de eerste keer dat ik met iemand afsprak op Tinder. En kijk, ik ben er 3,5 jaar bij geweest. Waar kom je anders nog iemand tegen? Als je jong bent is dat makkelijk. Je gaat veel meer uit en onder de mensen die je tegenkomt, zijn velen nog single. Maar op mijn leeftijd is dat moeilijk. Misschien moet ik eens voluit voor een zakenman gaan”, denkt ze hardop. “Of een boekhouder. Iemand die alles netjes weet te regelen. Zodat ik daar niet moet mee bezig zijn. Ik ben echt een artieste. Té veel artiest voor mijn eigen welzijn. Ik ben slecht met papierwerk. Als ik nog maar de post zie binnenvallen met officiële papieren, word ik al onwel. Dan begin ik echt al te beven. Wat moet ik nu weer gaan invullen? Ik zou willen in een land wonen zonder wetten, zonder regels, zonder papierwerk. Op mijn planeet was dat zo. Maar ik ben hier op deze planeet. Ik moet me aanpassen. En dat is niet altijd makkelijk.”

Schilderende piekeraar

De woorden stromen eruit. En worden steevast onderbroken met lachbuien. Maar je ziet de vertwijfeling bij Ruth. “Ik ben een piekeraar, voortdurend aan het malen. Ik word er gek van. Mijn hoofd staat niet stil. Jawel, nu heb ik het schilderen ontdekt. Uit de losse pols. Je verf nemen, mengen, je borstel op het doek zetten en zien waar het naartoe gaat. En het is verrassend waar je uitkomt. Ik kan geen huizen tekenen of een appel ofzo. Maar ik ga er volledig in op. En het helpt om tot rust te komen.”