“Mijn West-Vlaams moet ik nooit meer wegsteken”

"Pas als je uitzwermt, besef je hoe goed het hier is. Ik waardeer het West-Vlaams nóg meer." © Davy Coghe
Ilse Naudts

Handen als kolenschoppen, een hart van peperkoek. Een stoere en sympathieke West-Vlaamse bonk. Bekend en geliefd in heel Vlaanderen, maar wij zijn fier dat het ‘één van ons is’. Onze eerste West-Vlaamse Ambassadeur kan zijn roots niet wegsteken en wil dat ook niet. Perfect om onze provincie te promoten. De titel West-Vlaams Ambassadeur draagt hij voortaan met trots. “Preus lik fjirtig? ‘t Zal wel zien!”

Wim Lybaert, onze allereerste West-Vlaamse Ambassadeur, is de zoon van twee Oost-Vlamingen. Maar daar stopt zijn ‘exotische’ achtergrond. Hij werd geboren in de Brugse binnenstad en groeide op in Sint-Andries. Een geboren en getogen West-Vlaming, gebrakt en gespogen, zoals hij het zelf omschrijft. Even verhuisde hij naar Gent, maar de lokroep van zijn thuis was te groot. “En het helpt ook om de barrière tussen werk en privé groot genoeg te houden. De reisroute doet me afstand nemen. Brugge is voor mij thuiskomen en ook een beetje op vakantie trekken. Ik wil hier nooit weg. Nog nooit heb ik overwogen om in Brussel te gaan wonen. En nu ik ambassadeur ben, ben ik dat zelfs verplicht zeker?”, lacht hij.

West-Vlamingen zijn genieters, maar gaan ondertussen geen uitdagingen uit de weg. We zijn de meest ondernemende provincie van het land. En ook dat bewijst Wim Lybaert elke dag. Hij werkt keihard, is perfectionistisch. “Ik leg de lat altijd ontzettend hoog voor mezelf. Voor mij is het zelden goed genoeg.”

Stopwoordjes

Voor het programma De Columbus liet hij zich leiden door het toeval. Een ode aan het trage leven. Over onthaasten en genieten. Over de reisweg die belangrijker is dan het uiteindelijke doel. Zijn motto: “Je moet erop vertrouwen, dat als je je openstelt, er altijd wel iets leuk op je pad komt.” Het levert aanstekelijke en authentieke televisie op. Dat trage leven komt in al zijn programma’s naar voren. Of dat nu in het kleine geluk van de moestuin is of in een bezinnende voettocht naar Compostela. Als geen ander slaagt Wim erin om vaak onhippe dingen weer ‘cool’ te maken. De kleine West-Vlaamse stopwoordjes, sluipen regelmatig in zijn televisiebijdragen. “Ik spreek geen perfect Nederlands. Dat hoeft ook niet. Als ik mij te veel op mijn taal focus, gaat de spontaniteit verloren. Mijn West-Vlaams zijn, kan ik niet wegsteken, en hier in West-Vlaanderen hoef ik dat gelukkig ook niet.”

“West-Vlamingen zijn dikwijls te bescheiden, nochtans zijn ze zo goed in wat ze doen”

“Doordat ik al 23 jaar buiten de provincie werk, bestaat mijn vriendenkring uit mensen uit Brugge en West-Vlaanderen, maar ook van ver daar buiten. En daar heb ik het West-Vlaams zijn nog meer leren waarderen. Pas als je uitzwermt, weet je hoe goed het hier is. Van daaruit besef ik ook de nood aan een ambassadeur. West-Vlamingen zijn dikwijls te bescheiden. Ze werken keihard en zijn goed in wat ze doen, maar durven niet op tafel te springen. Ik ben zo niet. Niet meer. Ik ben echt preus op wie ik ben en wat ik doe. Ik hoop dat ook aan alle West-Vlamingen te kunnen overbrengen.”

De grens voorbij

Wat er van hem verwacht wordt als ambassadeur, weet hij nog niet zo goed. “Maar ik ga dat met hart en ziel doen. Leuk dat ik de allereerste ambassadeur ben. Ik ga mijn pioniersrol zo goed mogelijk proberen invullen en reclame maken voor onze provincie. ‘t Is hier heerlijk vertoeven. Vooral aan zee dan. Je hebt bij ons zo veel adembenemende plekjes.”

Vlak over de provinciegrenzen heeft Wim Lybaert naar eigen zeggen niet zo veel ambassadeurswerk meer te doen. “Zelfs als je de landsgrens oversteekt in de Westhoek. Frans-Vlaanderen voelt zo authentiek West-Vlaams aan. Hetzelfde geldt voor Zeeuws-Vlaanderen. De mensen die daar wonen, zijn ook West-Vlamingen, geloof me.” En met Wim Lybaert als voortrekker hebben we komend jaar wellicht ook de rest van Vlaanderen, en misschien Europa veroverd. Iedereen West-Vlaming!

Wie is Wim Lybaert?

Privé

Wim Lybaert is geboren in Brugge op 20 augustus 1968. Hij groeide op in de Brugse rand en liep school in het Sint-Lodewijkscollege. Hij is getrouwd en is vader van drie kinderen.

Loopbaan

Wim Lybaert studeerde diergeneeskunde en fotografie. Hij rolde in de job van televisiemontage en was betrokken bij de opstart van Focus TV in 1993. Later werkte hij onder meer bij VT4 en Woestijnvis, waar hij met het ecomagazine Plan B en De moestuin volgens Wim ook voor de lens belandde. Hij richtte het productiehuis De Liefhebbers op en maakte daarmee dit voorjaar het programma De Columbus voor Eén.

10 West-Vlaamse vraagjes voor Wim Lybaert

1. Leukste plekje in West-Vlaanderen?

“Ik ben gek op Brugge en ik verbaas mij er nog telkens over hoe mooi mijn stad is. Zalig toch om zo’n prachtstad je thuis te mogen noemen? Maar als ik een favoriet plekje in de provincie moet kiezen, doe mij dan maar de Noordzee. En liefst dan nog op een zomeravond, bij ondergaande zon. Zo rond 21 uur gaan zwemmen in de zee is heerlijk.”

2. Meest waardevolle herinnering uit West-Vlaanderen?

“Mijn jeugd aan de Brugse rand. De uitgestrekte velden en weides, die nu net al iets te verkaveld zijn naar mijn zin. Tillegembos en Beisbroek om uren in te dwalen… Geen grotere luxe dan te mogen opgroeien op den buiten, op het trage ritme van de natuur.”

3. Favoriete West-Vlaams liedje?

“Lat mie maar lopen van Willem Vermandere. Hij is dé West-Vlaamse zanger. Met Lat mie maar lopen maakte hij bovendien een prachtig lied, met een heerlijke tekst. Over tevreden zijn met het kleine geluk. Over de liefde, werken, genieten, thuiskomen. Laat de rest maar doen, ik doe mijn ding. Prachtig toch?”

4. Lekkerste bier van bij ons?

“Westvleteren. Waarschijnlijk omdat het in mijn hoofd mythische proporties heeft aangenomen. Nog voor het hip werd, ging mijn moeder al af en toe een bak halen bij de paters. Nu geraak je er amper nog aan. Als ik probeer in te bellen, raak ik nooit binnen. Maar als ik het toevallig ergens op de kaart zie staan, bestel ik het altijd, zelfs al betaal je er dan 15 euro voor.”

5. Mooiste West-Vlaamse woord?

Goestedoender. Omdat het echt op de West-Vlamingen slaat. Goesting is een prachtig Vlaams woord. Een positief woord ook. Maar goestedoender is eigenlijk niet zo positief. Het omschrijft heel goed het eigenzinnige van de West-Vlaming.”

6. Mooiste West-Vlaamse uitdrukking?

Elk zijn ménage. Ik vind dat grappig en charmant tegelijk. Typisch West-Vlaams om eerst een beetje te roddelen, flink je gedacht te zeggen om daarna te besluiten met elk zijn ménage. ‘t Is overal iets. Je moet je niet bemoeien met een ander. Laat iedereen maar doen wat hem of haar het beste lijkt. Maar ondertussen is wel duidelijk dat je eigenlijk al je oordeel geveld hebt.”

7. West-Vlaams streekproduct bij uitstek?

“Garnalen zijn de meest logische keuze. Ongelofelijk lekker. Ik heb ze ook al zelf gevist en gekookt op ‘t strand. Magnifiek. Maar ik ga toch voor sliptongetjes kiezen. Heerlijk. Een typisch West-Vlaams product uit onze Noordzee.”

8. Lekkerste West-Vlaams gerecht?

“Zurkelaardappelen met spek en een gepocheerd ei. Het zure van de zurkel, compenseert het vettige van het spek en daarbij het romige van het ei. Perfect in zijn eenvoud.”

9. Mooiste West-Vlaamse traditie?

“De Heilig Bloedprocessie. Omdat het een van de oudste processies is. Het is een van de zeldzame Europese restanten van een aloude traditie van relikwieën die je een keer per jaar toont aan het volk. Doordrongen van onze christelijke geschiedenis. Ooit was ik gids in Brugge. Ik heb dus wel een zwak voor geschiedenis en tradities. De Heilig Bloedprocessie is een West-Vlaams monument om te koesteren. Ook leuk is dat er af en toe nieuwe tradities ontstaan. Voor mij is Kookeet ondertussen ook een traditie geworden. Daar kijk ik jaarlijks naar uit. Een glaasje drinken, heerlijk eten. En ondertussen heel Brugge tegenkomen. Meer moet dat niet zijn.”

10. Waar ben je als West-Vlaming het meest trots op?

“Wij zijn de grootste bourgondiërs van Vlaanderen en slagen er op een fantastische manier in om dat te combineren met ons harde werken en ons ondernemerschap. Die wisselwerking tussen de factor genieten en ons typische West-Vlaamse wroeten, vind ik uniek.”