Martin, Marie-Paule en Frans stappen de ‘extreme challenge’

Martin Haelterman houdt van stappen in de natuur. © XC
Redactie KW

Maandag 13 augustus startte de ‘extreme challenge’ een zesdaagse trip van Oostende tot Houffalize, een dorp ten noorden van Bastenaken in Wallonië. Aan deze 345 kilometer tellende wandelroute doen ook drie doorwinterde wandelaars uit de streek mee: Martin Haelterman (65) uit Waregem en het koppel Marie-Paule Vandenabeele (56) en Frans Derijcke (64) uit Tiegem.

Door Xander Cottens

Het Tiegems koppel, bekend van sauna ‘De Pallieter’, is niet aan hun proefstuk toe, ze hebben ondertussen al 70.000 kilometer op de teller staan. Dat is bijna tweemaal de omtrek van de aarde.

Voor Martin uit Waregem is het wel de eerste keer dat hij zes dagen achtereen gaat wandelen, maar de afstand schrikt hem niet af. “Ik heb al meer gewandeld. Het is een nieuwe uitdaging, maar het is belangrijk steeds je grenzen te verleggen”, vertelt Martin Haelterman.

Parijs-Tubize

Frans Derijcke stopte in 1994 met het geven van trainingen bij de voetbalploeg in Kaster. Maar stilzitten zat er niet in. Kort daarop begon het koppel met fietsen. Al gingen Marie-Paule en Frans elke zondag ook te voet kijken naar het voetbal, of dat nu in Dentergem of in Anzegem was. “En in Anzegem was het begonnen, eind 1999 hadden we van iemand daar een wandelboek gekregen. Daarin staan alle wandelevenementen van het hele jaar, van verschillende Belgische clubs. We sloten ons toen aan bij wandelclub ‘De Textieltrekkers’ in Vichte”, vult Marie-Paule aan. Het eerste jaar hadden ze al 300 kilometer bij elkaar gewandeld. “Je begint met korte wandelingen en je doet steeds langere. Twee jaar later waagden we ons aan Parijs-Tubize, toen hebben we heel wat afgezien: blaren, pijn aan de voeten…. “, herinnert Frans zich.

“Dit gaat niet meer over de eerste of de beste zijn, maar om het avontuur en dat is heerlijk”

Marie-Paule kwam toen thuis en dacht ‘nooit meer’, maar niet veel later voelden ze het weer kriebelen. Ze hebben de wandeltocht uiteindelijk 15 keer gedaan.

Marie-Paule Vandenabeele en Frans Derijcke, stappen stevig door op een Centuriontocht.
Marie-Paule Vandenabeele en Frans Derijcke, stappen stevig door op een Centuriontocht.© XC

Eén oog open

Ondertussen had de wandelmicrobe hen flink te pakken. Want niet veel later stapten ze mee aan de Euraudax-tochten. Dat zijn wandeltochten die worden afgelegd in groepsverband. Er wordt continue gewandeld aan een gemiddeld tempo van 6 km/uur. “We deden wandelingen van 150 kilometer tot zelfs 200 kilometer, dan loop je 40 uur in één stuk door. Maar je moet dan slaapwandelen, met één oog open, op de arm van je compagnon”, vertelt Frans.

Het koppel heeft ook een aantal prijzen gewonnen tijdens de wandeltochten. Zo kreeg Marie-Paule een beker nadat ze driemaal op een rij de Nacht van Loon op Zand in Nederland won, als beste snelwandelaar. “Dat was een tocht van 117,5 kilometer, die ik in 15 uur heb gewandeld. Ik ben tot op heden nog steeds de enige Belgische vrouw die de tocht gewonnen heeft”, vertelt Marie-Paule trots.

Wandelen is een drug

Martin Haelterman begon met wandelen in 1992, zijn zus hield een café in Zingem waar ook het clublokaal was van wandelclub ‘De Scheldestappers’. En op een dag vroeg iemand hem mee en zo liep Martin op 19 januari van dat jaar zijn eerste wandeling van een prille 5,2 kilometer. “Eerst wandel je rond de kerktoren en als je alles gezien hebt, ga je naar de volgende kerktoren. Zo komen er ook vlug kilometers bij. Ondertussen is het een verslaving”, bekent Martin.

Ook Marie-Paule beaamt: “Wandelen is een drug. We zijn ooit eens op een echte strandvakantie geweest, om tot rust te komen. Nooit meer! Dat lukt ons niet, de eerste avond planden we al een wandeling.”

Langs beken en bossen

Voor de drie wandelaars is een geslaagde wandeling er een met veel afwisseling en hopen natuur. “Ik ga eigenlijk het minst graag in West-Vlaanderen wandelen, de natuur is er niet zo divers met vooral akkers en velden. Hoe meer natuur er is, hoe sneller je terugkomt voor een tocht. Mijn andere hobby is tuinieren, dus ik zit wel graag in de natuur”, legt Martin uit. “Wij houden ook enorm van de natuur, het is altijd leuk als de organisatoren de avontuurlijke routes nemen langs beken en bossen, in plaats van langs grote banen. En een aantal heuvels en dalen zijn altijd goed voor de spieren, dat breekt de eentonigheid”, vult Frans aan.

Voorbereiding

De voorbereiding van zo’n tocht is vrij eenvoudig: wandelen, wandelen en nog eens wandelen. “Zorg altijd dat je het al eens gedaan hebt voor je eraan begint. Als je wil meedoen aan de extreme challenge, zorg er dan voor dat je al eens zes dagen achtereen 50 km gewandeld hebt”, geeft Frans mee. Ook de schoenen zijn bijzonder belangrijk. Alle drie zweren ze bij hun eigen schoenenmerk. “Eens je een goed model gevonden hebt, blijf er dan bij. Want veranderen van schoenen is blaren lopen”, vertelt Martin. “Tijdens het wandelen, zwellen je voeten een beetje. Ik let er dan ook op dat er nog een vinger tussen de hiel en mijn schoen past”, geeft Marie-Paule nog mee als tip. Maar ook een uitgebreide rugzak met plakkertjes, tweede huidverbanden en wat fruit zijn belangrijk. “Ik neem steeds wat chocolade, een appel en een banaan mee. Dat zijn vlugge suikers die je snel door een dipje heen helpen”, vertelt Martin.

Het avontuur

Martin wil nog heel graag een Parijs-Tubize gewandeld hebben, een volledig nieuwe uitdaging want daar draait het volgens hem om, om steeds je grenzen te verleggen. Nu hij met pensioen is, heeft hij ook veel meer tijd.

Frans en Marie-Paule werken eerst nog hun Countrywide Bluetour af, dat is een wandeltocht van 400 kilometer van Oostenrijk naar Oekraïne, rond Hongarije. Elk jaar ondernemen ze een deel van de wandeling, zo hebben ze al drie jaar na elkaar telkens 400 kilometer afgelegd. Ze hebben een boekje mee waarin ze een stempel moeten plaatsen. Die stempels hangen langs de route als controle dat ze daadwerkelijk de route afleggen. De totale route is 1128 kilometer lang en telt meer dan 33 000 hoogtemeters. “Het is de zwaarste tocht die we ooit ondernomen hebben, we nemen ook steeds meer dan 7 kg dagbagage mee. Want we lopen soms 30 kilometer zonder één enkel dorpje of teken van beschaving tegen te komen. Dit gaat niet meer over de eerste of de beste zijn, maar om het avontuur en dat is heerlijk”, aldus Frans.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier