Marcel Vandoorne sluit na dertig jaar zijn hoevemuseum: “De boeren? Een speciaal ras”

© SLW
Stefaan Lernout

Na meer dan 30 jaar sluit het hoevemuseum de deuren. Wie wil zien hoe het leven van een boerenfamilie er 100 jaar geleden uitzag, krijgt daar nog eenmaal de gelegenheid toe. Marcel Vandoorne opent een laatste maal de deuren van zijn museum tijdens Erfgoeddag op zondag 28 januari.

Sinds decennia is op het Moorseelse platteland, tegen de grens met Menen aan, het prachtige hoevemuseum gevestigd. In de schuur staan de grote landbouwwerktuigen gestald. Een tweede gebouw vertelt de geschiedenis van de boerenstiel aan het eind van de 19e en begin 20ste eeuw. Stichter en bezieler Marcel Vandoorne leidt me rond: “De vrouwelijke bezoekers waren minder geïnteresseerd in de mechaniek, des te meer in hoe de mensen leefden, kookten en zich wasten. Vandaar dat beide facetten in het museum hun plaats kregen”, glimlacht hij.

Twee uur voor honderd frank

Duizenden bezoekers gingen me voor, Marcel gaf evenveel rondleidingen. Over elk van de honderden voorwerpen heeft hij een verhaal. Het is dan ook zijn verdienste, zijn levenswerk dat bussen vol toeristen hun weg vonden naar het hoevemuseum in de Kapelaniestraat. Een van de twee Wevelgemse musea trouwens. Na de sluiting volgende week rest er enkel nog het luchtvaartmuseum aan de luchthaven.

“Hoe is het allemaal begonnen?”, lijkt de 85-jarige zakenman zich ook af te vragen. “In de jaren 70 was het mode om – voor wie zich dat financieel kon veroorloven – een tweede verblijf op den buiten te kopen, bij voorkeur een hofstede. In Moorsele werden er twee openbaar te koop aangeboden en zo ben ik hier beland. Het vlas en de boerenstiel boeiden me al langer, vanaf het begin van de jaren 80 ben ik beginnen verzamelen. Als hobby. Ik liep de boerenmarkten af en ging op zoek naar materiaal in het tijdschrift ‘het landbouwleven’. Mijn verzameling groeide gestaag tot vrienden me aanraadden om het open te stellen voor bezoekers. Het hoevemuseum was geboren. In 1985 betaalden bezoekers 100 Belgische frank, een rondleiding duurde twee uur.”

Blozende boerinnen

Niets staat of hangt hier zomaar toevallig. De metalen naamplaatjes, eigenaardige toestellen om koeien van de verstikking te redden, zelfs de waterkranen zijn authentiek. Ieder object heeft een verhaal, van de fruitladder boven de ingangspoort tot het hoedje dat de boerinnen vroeger opzetten voor het kerkbezoek. Een vroege Leuvense stoof siert de keuken, daarnaast de obligate spuwbak – de boeren waren heel bedreven om de gesjiekte tabak in de spuwbak te mikken -, een rookstoel en een voetstoof. “Die voetstoof was voor de boerinnen. Een houten kistje met een lade waar de verhitte kolen uit de stoof in werden gestopt. De boerinnen namen dat kistje mee naar de buren of de mis. Dat stopten ze onder hun lange rokken en hun hele lichaam werd erdoor verwarmd. Vandaar dat ze er altijd zo gelukkig met blozende wangen bij liepen“, lacht Marcel.

Op alles heeft mijn gids een antwoord. Behalve op de vraag wat het mooiste of toch voor hem relevantste voorwerp is uit zijn verzameling. “Tja, het zijn er zoveel. Bij sommige voorwerpen vragen de gasten zich af wat die in een museum doen. Zoals de scheermessen in de keuken. Die zijn heel erg oud, ze zijn me evenveel waard als de melkkar die door honden werd voortgetrokken.”

De boer zat op zijn geld

“De boeren waren een speciaal ras”, knipoogt Marcel. “Voor de boer was alles te duur, geld uitgeven was niet aan hem besteed tenzij het was om de boerderij draaiende te houden. De boerin daarentegen hield van mooie dingen. Toen, net als nu, plaatsten de mensen hun mooiste bezit op de schouw. Bij de arme boerin was dat verzilverd glas want echt zilver vond de boer weggesmeten geld. (lacht)

Na meer dan 30 jaar sluit het hoevenmuseum de deuren. “Ik voel me nog goed, toch wil ik er nu mee stoppen”, legt Marcel uit. “Ik kan mijn dochters Myriam en Nadine toch niet opzadelen met een opkuis van al dit materiaal?” De collectie werd geïnventariseerd, heel wat waardevolle stukken zullen hun weg vinden naar nieuwe verzamelingen, wellicht andere musea.

Wie nog wil genieten van het hoevemuseum krijgt daar nog eenmaal de kans toe. Op Erfgoeddag 28 april is het vrij te bezichtigen tussen 10 en 18 uur. De hele dag is er animatie en sfeer op en rond de gezellige binnenkoer van de hoeve. Met onder meer accordeonist Seppe Vandewalle om 11 uur en folkgroep Zjamoel om 16 uur. Hoeve ‘t Kapelriegoed ligt aan de Kapelaniestraat 8 in Moorsele.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier