Manu De Meester getuigt over moeilijkste periode in zijn leven

Foto Stefaan Beel © STEFAAN BEEL
Philippe Verhaest

Stilaan klautert Manu De Meester uit het diepe dal waar hij begin februari in beland was. Een bloedklonter, longembolie én een hersenbloeding noopten de overbekende Roeselarenaar ertoe om keihard terug te vechten, maar stilaan is hij weer de oude. “Ik heb geleerd dat vrienden en familie het allerbelangrijkste zijn. Met mijn vrouw voorop.”

Het moest een onbezorgd uitje worden, zo’n half jaar geleden. Met zijn echtgenote Marijke trok Manu De Meester naar het Lichtfestival in Gent, maar tijdens een koffiemomentje merkte Marijke plots iets op. “Mijn mond trok wat scheef, zei ze”, blikt Manu terug. “We besloten geen enkel risico te nemen en trokken naar de spoeddienst van het UZ Gent. Daar werd een bloedklonter in mijn hoofd vastgesteld maar dankzij de juiste medicijnen voelde ik me na twee dagen in het ziekenhuis al een pak beter.”

Maar toen sloeg het noodlot pas écht toe…

“Klopt. Ik liep een longembolie op. De artsen stelden mijn vrouw voor om die met zware bloedverdunners te behandelen, maar die konden een hersenbloeding uitlokken. Er was echter geen andere keuze. Ik werd meteen met spoed geopereerd en verkeerde tien dagen lang in levensgevaar. Ik lag in coma en er lag niet meteen beterschap in het vooruitzicht. Tot er een mirakel gebeurde. Plots begon mijn lichaam te vechten en keerde het tij. Op 5 februari ben ik het UZ via spoed binnen gestapt, op 6 maart ben ik naar de neurorevalidatieafdeling van AZ Delta in mijn eigen Roeselare overgebracht.”

Maar toen begon het harde werk pas.

“Ik had flink wat duwen gekregen, ja. Ik kon moest heel veel weer aanleren. Praten ging relatief snel weer, maar opnieuw leren stappen was niet makkelijk. Maar ik heb doorgebeten. Ik was al in het ziekenhuis van mijn geliefde stad, nu wilde ik nog naar huis. Op 6 april, twee maanden nadat die hele nachtmerrie was begonnen, kon ik die ambitie eindelijk waarmaken. Dankzij de enorme inzet van de therapeuten van AZ Delta. Chapeau, daarvoor.

Gelukkig heeft je vrouw die bewuste avond in Gent zo kordaat gereageerd.

“Je kan je niet voorstellen hoe dankbaar ik ze ben. Dat mag je met een grote ‘D’ schrijven. Ze is mijn redder. De voorbije maanden heeft ze me letterlijk en figuurlijk recht gehouden. Pas op zo’n momenten weet je wat je écht aan elkaar hebt. En in mijn geval was dat heel veel. We hebben de hele tocht ook samen beleefd. De afgelopen periode hebben we vaak samen gehuild. Niet uit frustratie, maar om ons hart te luchten. Laat ons zeggen dat we het afgelopen half jaar geleerd hebben wat we voor elkaar betekenen.”

Hoe gaat het nu weer met je?

“Goed, al was het op mentaal vlak niet altijd even evident. We kregen een prachtige zomer voorgeschoteld, maar ik moest revalideren. Lange en verre uitstapjes waren niet aan de orde, wij bleven gewoon thuis.”

Wanneer kwam je weer voor het eerst onder het volk?

“Op vrijdag 22 juni, tijdens het Vat van Rodenbach. Je kan niet geloven hoeveel deugd me dat gedaan heeft. Eindelijk weer tussen de mensen, bekenden zien. Die avond heeft me een enorme boost gegeven. Ik heb ontelbaar veel keer moeten horen hoe blij de mensen wel niet waren dat ze me weer zagen, maar elke keer zorgde dat voor een brede glimlach. En ik kreeg er een pieper van de burgemeester bovenop.”

Heb je je ook aan een frisse Rodenbach gewaagd?

“‘t Zal wel zijn! De beste uit mijn leven. Ik was het trouwens aan mezelf verplicht om het Vat mee te maken. Ik heb nog nooit een editie gemist en heb nog alle bierpotten. Anders zou mijn collectie niet meer volledig geweest zijn.” (glimlacht)

Welke lessen trek je uit dit hele verhaal?

“Dat vrienden en familie superbelangrijk zijn, met mijn vrouw voorop. We kregen op alle mogelijke manieren steun. Mensen die boodschappen voor ons deden, zorgden dat mijn vrouw te eten had, die ‘taxi’ speelden…”

Sta je nu anders in het leven?

“Toch wel. Ik ben van plan om minder stress in mijn leven toe te laten. Het zal niet eenvoudig zijn, maar ik zal moeten leren neen zeggen. Ik kan nu ook meer genieten van de kleine dingen in het leven. Mijn kinderen en kleinkinderen, bijvoorbeeld. Op 15 mei is onze Ave geboren. Hoewel ik nog volop aan het revalideren was wilde ik koste wat het kost naar het moederhuis om dat klein sprotje te zien. Man, wat was ik gelukkig.”

Wanneer hoop je opnieuw aan de slag te gaan ?

“Binnenkort. Half oktober moet mogelijk zijn. Ik zal mijn taken voorzichtig weer opbouwen, maar het kriebelt stilaan weer. Als je al 35 jaar met je beide benen tussen de ondernemers staat, wil je die plek weer innemen.”

Over ondernemerschap gesproken: hoe heb je die wereld zien veranderen?

“Het is nu moeilijker geworden om als ondernemer iets te realiseren, denk ik. De klanten zijn mondiger, veeleisender. Maar tegelijk doet het me deugd dat opportuniteiten met beide handen gegrepen worden. E-commerce, bijvoorbeeld. Die is van bedreiging naar troef geëvolueerd. En vooral hier in de streek rond Roeselare zie ik dat er veel rek zit op onze ondernemers. Ik doe mijn hoed af voor hen.”

Hoe kijk jij naar het commerciële hart van Roeselare?

“Er gaat geen week voorbij of er opent hier een nieuwe zaak de deuren. Dat zegt toch genoeg? Jonge ondernemers vinden Roeselare de perfecte plek om te starten. Dan mag je je met recht en reden dé shoppingstad van Vlaanderen noemen. Elke week valt er in het centrum van Roeselare wel iets te beleven. En daar profiteren de winkeliers en horecazaken van mee. Beide elementen gaan volgens mij ook hand in hand. Waar geen commerce gedaan wordt, daar zal ook niks georganiseerd worden. Maar hier in Roeselare gaan beide hand in hand.”

De Britse retailgoeroe Bill Grimsley gaat zelfs nog een stapje verder. Hij noemt Roeselare een van de meest innoverende winkelsteden ter wereld.

“Die man weet waarover hij praat. In zijn werk noemt hij Roeselare in dezelfde adem als sleutelsteden met naam en faam. Zo’n erkenning verdien je ook niet zomaar. Ik ben er erg trots op dat onze winkelstad de laatste tijd zó goed in de markt ligt. Het gaat ook verder dan enkel de winkelbeleving. ARhus, de Lokaalmarkt in de Sint-Amandskerk, het net vernieuwde museum KOERS…”

Met andere woorden: Manu De Meester vindt dat Roeselare goed bestuurd wordt.

“De voorbije legislatuur was top. De stad had een visie en die is ook uitgerold. Eigenlijk mogen we onze vorige burgemeester Luc Martens op onze blote knieën bedanken. Alle grote landmarks van nu zijn door hem in gang gezet. De Munt, ARhus, de Stationsomgeving… Tel daar nog eens zaken als KOERS en Sportoase bij en je weet dat ook zijn opvolger verre van slecht bezig is.”

De leegstand zit ook al een tijd in dalende lijn. Hoe kan je die evolutie verklaren?

“Veel heeft te maken met de dynamiek die in een stad hangt. Ook het kernplan zit goed én we hebben een groot hinterland. Vooral ten noorden van ons zakken mensen graag naar Roeselare af. Ik zie de toekomst voor Roeselare als winkelstad alleen maar rooskleurig in.”

Ben je eigenlijk zelf een shopper?

“Dat gebeurt, maar gelukkig heeft mijn vrouw een uitstekende smaak. (lacht) Op modevlak volg ik haar advies haast blindelings.”

Kan je, met jouw Unizo-bagage, nog een winkelpand binnenstappen zonder dit volledig te analyseren?

“Daar raak je een goed punt aan. Ik scan inderdaad altijd de hele zaak. Beroepsmisvorming, zeker? En als ik het nodig acht, zal ik ook op een correcte manier advies geven. Die manier van denken houdt nooit op. Op vakantie neem ik tal van foto’s van handelszaken die er volgens mij uitspringen en daar ga ik dan thuis verder mee aan de slag.”

Het is duidelijk: je staat te popelen om er weer in te vliegen.

(kordaat) “Klopt. De goesting is er al, maar eerst moet ik nog wat op krachten komen. De voorbije maanden waren loodzwaar, maar ze hebben me niet klein gekregen.”

De tips van Manu

Shoppen

“Roeselare heeft zóveel mooie en interessante zaken. Ik kan er makkelijk dertig opnoemen. Bij Boggi ga ik erg graag langs. Topkwaliteit, advies, goeie service en het gevoel dat je er bij een vriend over de vloer komt. Ik moet nog maar door de deur stappen of ze halen al de juiste outfit uit de rekken. Ze kennen me er op nen draad.” Ook Schoenen Etienne schrijft Manu hoog aan. “Om dezelfde redenen als Boggi. Ook dáár weet je dat je met een topproduct naar huis gaat. Iets wat eigenlijk eigen is aan Roeselare. Daarom ga ik ook zelden buiten onze stad winkelen. Waarom zou ik ook? We moeten trots zijn op alles wat we in huis hebben.”

Culinair

Restaurant Mutcha, hier pal over onze woning, was een van mijn favoriete adresjes. Een echte topkeuken. Bijzonder jammer dat ze gestopt zijn. Mijn absolute culinaire topervaring maakte ik mee bij Boury. Ik ben er nog maar één keer geweest, maar het was ronduit hemels. Daar mogen ze me altijd opnieuw voor uitnodigen. Wat daar geserveerd wordt, is bijna letterlijk van een andere wereld.” Buiten Roeselare schuift Manu graag de voeten onder tafel bij Martino’s Bar in Nieuwpoort. “Een van onze vaste adresjes wanneer we naar zee gaan. Italiaanse keuken en gerund door Stadenaar Martin Van Hoe. Zo blijft de groot-Roeselaarse link toch aanwezig.”

Reizen

Manu en zijn echtgenote Marijke zijn fervente reizigers. “Frankrijk is onze lievelingsbestemming. De grote diversiteit binnen het land spreekt ons aan. Culinair genot, landschappen, erfgoed, verschillende kusten, meren… Het is alsof je tien landen in één keer bezoekt. Daarnaast proberen we ook elk jaar op citytrip te gaan. In 2019 wordt dat waarschijnlijk Marseille of Bordeaux en eind dit jaar willen we nog naar Straatsburg afzakken. Die stad schijnt in de kersperiode fenomenaal mooi te zijn. En ‘en passant’ kunnen we onze Roeselaarse europarlementariër Tom Vandenkendelaere een bezoekje brengen. Ons ultieme doel is om op termijn alle hoofdsteden van Europa te bezoeken. Maar daarvoor wacht ons nog een beetje werk.”(grijnst)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier