Kortrijkse tabakswinkel Huis Loncke viert 100ste verjaardag

Tabakswinkel Huis Loncke viert 100ste verjaardag © gf
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Een dezer dagen komt er een sticker in de vorm van een goudkleurige lauwerkrans tegen het raam van Huis Loncke met daarin het cijfer 100. Zolang is het geleden dat de grootouders van Christine Vancaillie vlakbij de Sint-Maartenskerk een handelszaak in rookartikelen overnamen. “Dit is mijn levenswerk” zegt Christine. Haar grootouders hebben destijds ongetwijfeld hetzelfde gezegd, net als haar tante Monique, van wie Christine de zaak overnam.

Huis Loncke zag er toen nog helemaal anders uit dan nu. Voor zover Christine weet, begonnen grootvader Achilles Loncke en zijn vrouw Hélène Devos op 7 februari 1919 met de zaak. “Ik veronderstel het, want ze waren de 6de getrouwd,” zegt ze. Achilles was van Aalbeke, zijn vrouw van Izegem. Er viel geen tijd te verliezen. Door de oorlog ging hun leven wellicht trager van start dan verhoopt. “Mijn oma was al 38 toen ze hier begon, ze was van 1880. En toch heeft ze hier nog zes kinderen gehad. Drie bleven in leven: mijn tante, mijn moeder en mijn oom Daniël. Hij was priester en is in 1981 om het leven gekomen in een brand in het VTI.”

Tante Monique trad in 1938 toe tot de zaak en zou de winkel uitbaten tot 1991. Huis Loncke deed toen nog aan groot-en kleinhandel. Leona, de moeder van Christine, kwam in 1945 in de zaak. “Mijn vader, Romain Vancaillie, was net als zijn vader vertegenwoordiger in rookartikelen en leerde mijn moeder kennen in de zaak. Toen zij trouwden, hebben ze de groothandel overgenomen. We verhuisden naar de Dam, maar mijn zus Isabelle en ik zaten hier hele dagen. ‘s Middags aten we bij onze tante. De winkel was toen niet gesloten over de middag en dus sprongen Isabelle en ik geregeld achter de toog om te bestellen. Eigenlijk zijn we letterlijk de zaak ingerold.” De groothandel werd in 1988 definitief stopgezet.

Uit Engeland

Hoe het er honderd jaar geleden in Huis Loncke toeging, kan Christine helaas niet zeggen. “Het waren andere tijden. Vroeger rookte men massaal, nu veel minder maar veel betere kwaliteit. In de tijd van mijn grootvader waren de handgerolde sigaren uit landen als Cuba en de Dominikaanse Republiek nog lang niet zo in trek als nu. Toen werden er vooral machinegerolde sigaren gerookt uit Belgische en Nederlandse fabrieken.” De sigaretten kwamen dan weer uit Engeland, als we de advertentie mogen geloven die Achilles op 4 november 1919 in de Leiewacht plaatste. “Engelsche Cigaretten in ‘t groot” luidde de tekst. In dezelfde advertentie wordt er gesproken van een sigaar van het merk ‘Ideal’ die als ondermerk de naam ‘Oud Kortrijk’ droeg. Op een sigarenband uit 1925 van een Limburgse verzamelaar luidt de naam van het ondermerk dan weer ‘Vieux Courtray’ – ‘Oudt Cortryck’ en staat er ‘Dep. A.L.D’ bij vermeld: Achilles Loncke-Devos.

“Mijn grootvader heb ik nooit gekend. Hij is overleden in 1949. Maar vermoedelijk trok hij ook de baan op om zijn waren aan kleinhandels te verkopen, zoals mijn vader dat later ook deed. Hij bezocht zijn klanten. Zo leerde hij mijn moeder kennen. Ook zijn vader was vertegenwoordiger in rookartikelen, bij de Verellen-fabriek. Dus mijn ene opa kocht bij mijn andere opa.”

Roken van in de wieg

Christine zag in de loop der jaren uiteraard veel veranderen. 35 jaar geleden werden er nog heel veel sigaretten gerookt. Intussen is de roker vaak de sigaar. “Er bestaan nog filmpjes waarop je mij in de kraamkliniek in mijn wieg ziet liggen, terwijl de mannen om me heen aan hun pijp lurken,” zegt Christine. Je kan dus stellen dat ze de liefde voor de rookartikelen met de moedermelk heeft meegekregen. Zelf rookt ze alleen nog af en toe een sigaar. Met smaak. Maar ze heeft de zaak ook zien veranderen. Zijn de muren niet vergeeld van het roken, het gewelfde plafond, de authentieke meubelen, het prachtige muurschilderij ademen allemaal nog de tijd van weleer. Schijn. Want alles is nieuw.

“Eigenlijk is dat hier de derde winkel,” zegt Christine. “Mijn grootouders hebben aanvankelijk de winkel overgenomen van een juffrouw die hier toen ook al een sigarenwinkel had. In 1968 hebben ze de winkel vernieuwd, ik ben hier begonnen in 1984 en zeven jaar later hebben we de zaak helemaal heropgebouwd. De winkel is toen zeven maanden gesloten geweest. Ik verkocht onze artikelen toen in de garage, hier om de hoek.”

De stijlvolle zaak heeft sinds die tijd ook een eigen humidor, een ruimte die voldoet aan een bepaalde temperatuur en luchtvochtigheid om sigaren te bewaren.

unieke pijpencollectie

“En intussen is die alweer veel te klein. Want er komen dagelijks nieuwe handgerolde sigaren uit. Die verkoop ik niet allemaal. Wel alle Cubaanse. Ik ben Habanos-specialist, in 2009 heb ik mijn examen afgelegd in Cuba. Ik ben ook in de Dominikaanse Republiek geweest, bij Davidoff en Arturo Fuente. Ja, de sigarenliefhebbers komen naar hier van heinde en ver. En ook de pijprokers. Ik heb een unieke pijpencollectie. Maar de gewone sigarettenroker blijft hier ook even welkom. Ik zeg al vijf jaar lang dat ik het zeker nog tien jaar doe. En ik blijf dat zeggen”, lacht ze. Maar ze betwijfelt of Huis Loncke blijft bestaan, als ze er ooit mee ophoudt. “Mijn kinderen zullen de zaak niet voortzetten. En in de familie zijn er ook niet meteen gegadigden. Maar wie weet, biedt er zich ooit iemand aan die de traditie wil voortzetten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier