Jean-Pierre ‘Waakzame Tijger’Vercruysse, al 61 jaar lid van Scouts Liederik in Harelbeke

Jean-Pierre Vercruysse is al 60 jaar de 'Waakzame Tijger' van de Scouts Liederik Harelbeke. (Foto LO)
Peter Van Herzeele
Peter Van Herzeele Medewerker KW

Jean-Pierre Vercruysse is al 60 jaar de ‘Waakzame Tijger’ van de Scouts Liederik Harelbeke, want dat is zijn totem. Hij heeft het record van het langst lid zijn en het langst actief lid zijn. Hij startte niet alleen het Bouwfonds op, waardoor de Scouts meermaal konden bouwen, hij is ook al sinds heel lang secretaris van de vereniging.

Jean-Pierre Vercruysse (68) , ‘Piere’ voor de vrienden, is van vele markten thuis: hij speelde saxofoon, is amateurfotograaf, maakt persoonlijke reisbrochures, bewerkt hout en was zaakvoerder van een begrafenisonderneming. Bovenal is Jean-Pierre een familieman en een Scout in hart en nieren. Hij doorliep alle afdelingen. “Dat is blijkbaar mijn lang leven”, zegt hij lachend. Sinds het werkjaar 1957-58 is Jean-Pierre onafgebroken lid van Scouts Liederik Harelbeke en heeft hij al 60 jaar de totem Waakzame Tijger. Jean-Pierre is samen met zijn vrouw Rolande Vandenabeele, nog aanwezig op praktisch alle vergaderingen en evenementen van de Scouts.

Wat moeten we ons bij Waakzame Tijger voorstellen?

“Mijn totem. Het eerste jaar als jongverkenner krijg je een adjectief dat je karakter weerspiegelt. Het tweede jaar krijg je de titel en de totem als je in de proeven slaagt. Daar bestaan hele boeken over. De naam van de totem kies je niet zelf, dat doen de leiders. Ik vond mijn naam ‘Waakzame Tijger’ wel goed gekozen. Ik heb het altijd mooi gevonden want dat ben ik: altijd aandachtig, opmerkzaam en alert.”

Wat blijft je bij na al die jaren?

“De vriendschap, het plezier, het authentieke, het avontuurlijke. Als je als zevenjarige voor de eerste keer op kamp mag en bij een boer op strozakken slaapt die je zelf mag vullen. Dat een hele belevenis. Er bestonden toen nog geen luchtmatrassen (lacht). Ook het leren sjorren en het opzetten van een bivak was leuk. Wat me het meeste bijblijft, is dat het belangrijkste bij de Scouts is dat je leert delen.”

Je ging tot je 36ste mee op kamp: volg je nu nog de Scouts op kamp?

“Zeker weten. Mijn vrouw en ik zijn elke keer present. We gaan wel niet mee als kookouder, maar bezoeken elk jaar het kamp van de meisjes én de jongens. We combineren dat met enkele vakantiedagen met enkele rondritten in de streek en een overnachting in een hotelletje.”

Je richtte ook een Bouwfonds op. Wat hield dat in?

“Dit bouwfonds maakte het mogelijk nieuwe lokalen te bouwen aan de Ballingenweg. Het was eigenlijk op zoek gaan naar centen om te bouwen: we verkochten in 1986 zelfs oude speeltuigen van een oud speelplein als oud ijzer. Dankzij veel helpende handen konden we de lokalen in 1989 in gebruik nemen. Toen de Scouts hun lokalen aan de Ballingenweg moesten verlaten kwam het Bouwfonds opnieuw van pas om de nieuwe locatie in het oude schooltje De Korenbloem te verbouwen.”

Uiteraard heb je na die 61 jaar een pak anekdotes. Je mag er één uitkiezen.

“Goh … moeilijk. Een zomerkamp in 1966. Op een bepaald ogenblik stond de tent waar mijn bed stond en mijn kledij in brand. Ik had na het eten een carburelicht een meter buiten de tent gezet omdat de vlam daarvan niet onmiddellijk dooft. Door de wind flapte de tentdeur boven de vlam en vatte zo vuur. Ik probeerde te redden wat te redden viel. Toen ik naar buiten kwam, kreeg ik een onverwachte douche van afwaswater en bestek dat nog in de afwaspot stak. Onze foerier had namelijk het water dat stond te warmen om de afwas te doen, gebruikt als bluswater. Later werd de tent ingekort tot een halve tent. Jaren later sprak men nog altijd van ‘t ofgebran tentje.”

Ik noteerde dat je reisbrochures maakt. Wat is dat precies?

“Een pure hobby hoor en enkel voor onszelf. Jaarlijks maken we een reis met de hele familie. Voor die vakanties maak ik een reisgids met alle gegevens, info en foto’s: stadsplannen, beschrijving van bezienswaardigheden, routes, info over het land en de streek, het weerbericht ter plekke, weetjes, noem maar op. Onze dochter was er gek op toen ze klein was. Nu is ze nog altijd enthousiast en haar kinderen onze kleinkinderen ook. Ik kan het niet laten want het is voor mij puur amusement.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier