Irene (86) en Werner (82) trouwen: “Hij liet me niet meer los”

Werner Houthoofd en Irene Devulder. (Foto CBM)
Redactie KW

Wekelijks geven trouwlustigen elkaar het jawoord op het stadhuis van Menen. Dat deden onlangs ook Werner Houthoofd en Irene Devulder. Op het eerste zicht geen bijzonder nieuws, ware het niet dat bruid en bruidegom kranige tachtigers zijn. “We wilden eigenlijk in den duiktrouwen, maar we waren bang voor boze reacties. Ons trouwfeest vond plaats in Moorsele, met broodjes, drankjes en ijscrème. En als openingsdans hadden we een tango gekozen”, glundert de kersverse mevrouw Houthoofd.

Op vrijdag 26 januari verbond burgemeester Martine Fournier Werner Houthoofd (82) en Irene Devulder (86) uit de Kersenlaan in de echt. Ook voor haar was het huwelijk van de twee tachtigers geen alledaagse gebeurtenis. “Nochtans wonen Werner en ik al dertig jaar samen”, vertelt Irene. “Ik leerde hem kennen net voor de Roeselaarse Batjes, op een feest voor alleenstaanden in zaal De Beurs in Roeselare. Het was onmiddellijk grote liefde, want hij liet me niet meer los. Enkele maanden later kwam hij hier aan met zijn ‘beurze’, ik kon hem toen niet meer buitensteken!

Irene scheidde in 1971 van haar eerste man. Uit dat huwelijk kwamen er drie dochters: Ingrid, Christelle (?) en Renée. Intussen heeft ze ook drie kleinkinderen en twaalf achterkleinkinderen. Werner is al 45 jaar gescheiden van zijn eerste vrouw, met wie hij drie zonen en één dochter heeft: Franky, Mario (?), Ignace en Carine. Enkel zijn dochter en haar twee kinderen ziet hij nog regelmatig.

“Nu kunnen we samen naar de hemel gaan…”

“Alleen kan je niet trouwen, je moet met twee zijn”, weet Irene. “Maar het verandert voor ons niets in ons dagelijkse leven. We zijn in het huwelijksbootje gestapt omwille van ons geloof, nu zijn we in orde om naar de hemel te gaan en mogen we samen begraven worden”, legt de kersverse bruid uit.

Tango

Pas op kerstdag vertelden Werner en Irene hun kinderen over hun trouwplannen. “We wilden eigenlijk in den duik trouwen, maar we hebben het hen toch maar gezegd, want we waren bang voor boze reacties. Iedereen was blij voor ons en we konden niet anders dan een feest geven. Het trouwfeest vond plaats in ‘t Jaar 30 in Moorsele, met broodjes, drankjes en ijscrème. Onze openingsdans was een tango. Vroeger kon ik uitstekend dansen, vooral swingen ging me goed af, maar dat lukt nu niet meer”, glimlacht Irene.

“Enkele maanden later kwam hij hier aan met zijn ‘beurze’, ik kon hem toen niet meer buitensteken!”

Huwelijksreis

Papegaai Jacco is een aandachtig toehoorder tijdens ons gesprek. Moet je koffie hebben? herhaalt hij de woorden van mijn gastvrouw. “Toen ik hem nog maar pas had, beet hij in mijn vingers”, herinnert Irene zich nog levendig. “Pas op of ik sla met een stok op je kop, waarschuwde ik hem, waarop hij onmiddellijk mijn woorden herhaalde“, lacht ze, terwijl ze Jacco met wat water uit de plantenspuit even het zwijgen oplegt.

Een huwelijksreis komt er niet voor het pas getrouwde stel. “Ik ga niet graag op reis”, zegt Irene beslist. “We zijn in al die jaren slechts een vijftal keer op reis geweest… In de plaats daarvan genieten we liever samen van een klein glaasje wijn bij het eten. We hebben onze papegaai, drie kanaries, wat bloemen in onze hof en we luisteren graag naar Vlaamse muziek”, besluit de kersverse mevrouw Houthoofd. Of hoe geluk heel gewoon kan zijn…

(Carlos Berghman)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier