Handelaars lijden onder pesterijen van zure Rekkemnaar: “Ik zeg gewoon mijn gedacht”

(foto CLL)
Redactie KW

Het rommelt in Rekkem. In het anders rustige grensdorpje kregen verschillende handelaars bizarre, bedreigende en beledigende brieven en berichten in de bus. Al snel was een patroon merkbaar. Alles wees naar een en dezelfde man. “Als ik voor een gesloten deur sta, dan word ik inderdaad kwaad. Het lijkt mij logisch dat een winkel open is”, aldus Ronny Danckaert.

Door Christophe Lefebvre

‘Ik heb geen werk nodig, ik sluit te pas en te onpas, zou u niet beter uw boel sluiten en verhuizen, zegt Dadizele u niets?’ Het is de boodschap die één van de getroffen handelaars, bij terugkeer uit vakantie, op de voordeur van de zaak aantrof. Een, op eerste gezicht, wat banaler feit ware het niet dat dit niet de eerste brief was. Meer nog, de brief maakt deel uit van een resem aan pamfletten, berichten via Facebook en meer, gericht om de lokale handelaars publiekelijk aan de schandpaal te nagelen.

“We werken keihard om de zaak draaiende te houden. We houden van onze job maar moeten van tijd tot tijd ook stoom kunnen aflaten. In alle jaren dat we actief zijn, zijn we twee keer met vakantie vertrokken. En twee keer vonden we een pamflet aan onze voordeur gekleefd. Iemand kan het blijkbaar niet verkroppen dat we vakantie nemen en wil ons dan maar weg.”

Ook via sociale media worden de handelaars belaagd. “We worden bestookt met berichten, we zijn slechte bazen, we bieden slechte service… Het houdt maar niet op. Niet alleen is dit mentaal enorm belastend, het is ook absoluut geen goede reclame voor nieuwe klanten die per toeval dan aan de deur zouden verschijnen.”

Tsunami van brieven

De handelaar staat niet alleen met zijn problemen, want ook andere winkels kregen te maken met de toorn van de Rekkemse klager. “Tijdens onze sluitingsdag kwam een vertegenwoordiger zich in de zaak aanbieden”, laat een vakman ons weten. “De vertegenwoordiger vroeg me of ik die brief aan onze afsluiting hadden gezien. Een onbekende wilde het dorp op de hoogte brengen dat we altijd dicht waren en dat ze onze boel beter zouden platgooien om er appartementen te zetten. We sluiten één dag in de week maar dat is blijkbaar een doorn in het oog voor die persoon. Ik mag van geluk spreken dat die vertegenwoordiger me erover had aangesproken, anders had ik die brief nooit gezien. Wat moeten klanten daar wel niet van denken?”

Handelaars lijden onder pesterijen van zure Rekkemnaar:

De brievenschrijver heeft ook enkele andere handelszaken met klachten bestookt, maar zij willen liever niet getuigen uit vrees dat ze opnieuw ten prooi zullen vallen aan een tsunami van brieven.

Achter de computer

Onze zoektocht leidt ons naar de deur van Ronny Danckaert. Deze 67-jarige uit de Fonteinstraat steekt niet onder stoelen of banken dat hij achter de vlaag van communicatieterreur zit. Meer nog, hij staat ons te woord van achter zijn geliefde computer – zijn werktuig bij uitstek – en is zich van geen kwaad bewust. “Het lijkt mij logisch dat een handelszaak open is”, fulmineert hij. “Ik ben mindervalide. Drie keer per week komt iemand hier koken maar de andere dagen sta ik er alleen voor. Dan trek ik het dorp in om er inkopen te doen. Als ik dan voor een gesloten deur sta, dan word ik kwaad en uit ik mijn ongenoegen.”

Wanneer we Ronny vragen of het repetitieve karakter van zijn brieven en zijn uithalen naar het personeelsbeleid misschien niet overdreven zijn, is hij resoluut. “Als iemand zijn personeel niet kan houden (jobstudenten vertrekken na de vakantie, red.) dan is dat het teken dat je als baas slecht bezig bent. Dergelijke zaken hebben wij hier niet nodig, ik durf dat ook zeggen tegen de mensen.

Bovenburen

Ronny lijkt alvast niet van plan zijn hobby te staken. Wanneer we wat verder graven, verschijnt een niet al te best beeld van Ronny in de buurt. Het bekladden van muren, het systematisch beledigen van de mensen, klacht indienen wanneer vuilniszakken een half uur te vroeg worden buitengezet, schade toebrengen aan eigendommen, het contacteren van werkgevers, het gieten van rattenvergif in zwembaden en het in brand steken van struiken… De lijst aan pesterijen lijkt wel oneindig.

(foto CLL)
(foto CLL)

Maar ook hier gaat Ronny zonder twijfel in de verdediging: “Het kan allemaal zo erg niet zijn, want de politie heeft me nog nooit opgepakt. Trouwens, heel veel van die zaken zijn pure roddels, afkomstig van jaloerse mensen. Men verdacht er mij ooit van een affaire te hebben met de bovenbuurvrouw. Sinds die dag heeft de volledige blok zich tegen mij gekant.”

Hij wil er nog aan toevoegen dat eigenlijk hij het slachtoffer is. “Ooit ben ik van tafel gevallen en lag ik hulpeloos op de grond. Ik heb er toen alles aan gedaan om de aandacht te trekken. Het enige wat de mensen konden doen, was de politie bellen vanwege het lawaai dat ik maakte.”

Sorry?

Van de tafel afvallen? Hoe komt je in hemelsnaam in zo’n situatie terecht? “De bovenburen waren op een dag met vreemde dingen bezig en ik hoorde allerlei geluiden. Ik kroop op mijn tafel om het beter te kunnen horen, maar ik ben er toen afgevallen. Niemand is me komen helpen. Een sorry daarvoor heb ik eveneens nooit gehad.”

Rekkem leeft, zoveel is zeker.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier