Dat heeft ze gezegd op de slotconferentie van het Europese project ‘Safeguarding Youth Sport’ in Brussel, waar ze getuigde over de eetstoornis waar ze tijdens haar carrière mee kampte.
Door onder meer screening op vroege leeftijd wordt veel druk gelegd op jonge sporters. De klemtoon moet weer meer op spelen komen te liggen, vindt ze.
Tijdens haar judocarrière behaalde Vandecaveye twee wereldtitels, zeven Europese titels en zilver en brons op de Olympische spelen. Op jonge leeftijd moest ze bij de jeugd en de senioren in verschillende gewichtscategorieën kampen, waardoor ze veel te snel moest bijkomen of afvallen. Door in haar biografie openlijk te spreken over boulimie, werd Gella Vandecaveye voor velen een rolmodel op het vlak van eetstoornissen. “Gelukkig kon ik toen bij mijn ouders terecht. Maar we vonden geen organisaties die ons hiermee konden helpen”, zei de judoka.
Druk van de ketel bij jonge atleten?
Sinds 1 januari 2014 coördineert het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES) het project ‘Safeguarding Youth Sport’, met Europese middelen. Hierbij werken elf organisaties uit acht landen samen om de fysieke en morele integriteit van jonge topatleten te vrijwaren door het optimaliseren van trainings- en competitieomstandigheden. “Momenteel wordt te weinig ingezet op omkaderende structuren, die niet meteen prestatiegericht zijn, maar wel belangrijk voor de mentale gezondheid van jonge sporters”, zegt professor Kristine De Martelaer, voorzitter van ICES.
Om de druk die atleten zichzelf opleggen, of die voortkomt uit hun omgeving, te voorkomen, pleit ICES onder meer voor aanspreekpunten voor de atleten, een vlaggensysteem bij grensoverschrijdend gedrag en een verhoogde klemtoon op de problematiek bij de opleiding van de coaches.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier