Geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren: waar stoppen we de dominosteen?

© Getty Images/iStockphoto
Cedric Kemseke
Cedric Kemseke Netwerkcoördinator WINGG

Op 10 oktober is het Werelddag van de Geestelijke Gezondheid. Een dag waarop het thema van de geestelijke gezondheid extra onder de aandacht wordt gebracht. Nochtans stonden de media recent nog maar bol van commentaren over een minderjarige die – binnen een procedure voor gedwongen opname – geen plaats vond in de kinder- en jeugdpsychiatrie.

Voorafgaand: in september 2015 werd in West-Vlaanderen het netwerk WINGG (het West-Vlaams Integrerend Netwerk Geestelijke Gezondheid voor kinderen, jongeren en hun context, www.wingg.be) opgericht, op aangeven van minister De Block. WINGG heeft een dubbele opdracht: vooreerst de bestaande zorgaanbieders in onze provincie verenigen in een gezamenlijke visie rond geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren, met maximale complementariteit en efficiëntie van zorgaanbod als streefdoel en ten tweede het opzetten van een eigen zorgaanbod via bijkomende middelen die door de (vooral federale) overheid worden voorzien. WINGG besteedt intussen jaarlijks meer dan 2 miljoen euro aan extra residentiële crisiscapaciteit, aan mobiele teams die de jongeren met de meest complexe noden proberen te bereiken en aan expertise-uitwisseling met deskundigen uit de niet-gespecialiseerde (geestelijke) gezondheids- en welzijnszorg.

Op 10 oktober is het Werelddag van de Geestelijke Gezondheid. Een dag waarop het thema van de geestelijke gezondheid extra onder de aandacht wordt gebracht. Nochtans stonden de media recent nog maar bol van commentaren over een minderjarige die – binnen een procedure voor gedwongen opname – geen plaats vond in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Ik kon me bij al die media-aandacht niet van de gedachte ontdoen dat de focus van deze berichtgeving verkeerd werd gelegd, of om het anders te zeggen, waarom stellen we de vraag naar plaatsgebrek bij urgentie en niet de – voor mij veel meer relevante – vraag hoe we er als maatschappij kunnen voor zorgen dat elk kind en elke jongere tijdig de meest aangepaste hulp krijgt om zo’n escalatie te vermijden.

In een ideale situatie kan elke minderjarige met een ernstige psychiatrische urgentie zonder wachttijd terecht in de voor hem of haar juiste voorziening

Om duidelijk te wezen: ik erken dat een opname in volwassenenpsychiatrie een traumatische impact op een minderjarige heeft. In een ideale situatie kan elke minderjarige met een ernstige psychiatrische urgentie zonder wachttijd terecht in die voorziening met de meeste expertise en mogelijkheden om hem of haar voor zolang als nodig op te vangen. Nóg idealer: meteen na deze eerste opvang kan diezelfde minderjarige verder beroep doen op een therapeutisch aanbod dat tegemoet komt aan zijn of haar noden (en mogelijkheden) op dat moment – ook wel ‘subsidiariteit’ genoemd. Het gaat dan bijvoorbeeld over ambulante (binnen een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg), residentiële (binnen een Dienst voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie) of mobiele (aan huis door een Mobiel Team) zorg, afhankelijk van wat best passend is bij de vraag van het kind/de jongere en zijn of haar (gezins)context en van wat beschikbaar is op een redelijke termijn.

Maar als we realistisch zijn: dat is niet voor morgen. De WINGG-netwerkpartners proberen binnen verschillende zorgprogramma’s een flexibele houding aan te nemen en de zorg zoveel mogelijk af te stemmen op de vragen die zich stellen. Als er geen vrije plaatsen zijn en als er wachtlijsten zijn, dan is dat omdat er nu al op de limiet wordt gewerkt. Bij een psychiatrische urgentie die een onmiddellijk antwoord behoeft, worden deze minderjarigen vandaag dan ook vaak opgevangen binnen de ziekenhuisdiensten die snel beschikbaar zijn, zoals pediatrie, spoed, EPSI, waar de verpleegkundigen – ondanks veel goede wil en zorg – niet altijd de specifieke expertise hebben om met deze kinderen en jongeren om te gaan.

Binnen een aantal strikte voorwaarden kan een minderjarige door de jeugdrechter ook gedwongen worden opgenomen. In West-Vlaanderen kan dat voor kinderen jonger dan 15 jaar maar op 1 dienst: De Korbeel in Kortrijk. Als daar op dat moment geen vrije plaats is, zal het parket verplicht zijn om een andere plaats op te eisen, meestal in een opname-afdeling voor volwassenen.

De ervaring na 2 jaar WINGG leert dat exclusief focussen op het laatste dominoblokje (de urgentie of de crisissituatie) onvoldoende antwoorden biedt. Eerder moeten we ervoor zorgen dat de vallende dominoblokjes vroeger worden gestopt of misschien zelfs niet eens beginnen omvallen. Dit kan door verder in te zetten op vroegdetectie en vroeginterventie, in belangrijke mate bij jonge kinderen en hun gezinssystemen, door meer te investeren in snel inzetbare ambulante behandelingen voor kinderen en jongeren op het ogenblik dat ze de vraag stellen en door als maatschappij zorg te dragen voor die zovele hulp- en zorgverleners die dag-in-dag-uit, in soms erg moeilijke, onveilige of ondankbare omstandigheden, het beste van zichzelf geven om de geestelijke gezondheid van kinderen en jongeren te bevorderen. Helden zijn het… en 10 oktober is hún dag!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier