“Drie wietplantjes? Dat noemen wij geen plantage”

Cannabisplantages van dezelfde grootte-orde als deze van Patrick Lagrou in Zandvoorde werden de afgelopen jaren niet meer gevonden in de politiezone. (Foto a-Belga) © BELGA
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Sinds Patrick Lagrou en de tv-reeks Eigen Kweek bestaat de perceptie dat de Westhoek het walhalla is voor cannabiskwekers, maar dat blijkt nog mee te vallen. “We vonden in 2016 wel nog een grote plantage in Staden, maar meestal gaat het om kleinschalige telers die we betrappen”, zegt hoofdcommissaris Georges Aeck van de politiezone Arro Ieper.

Dit artikel maakt deel uit van ons dossier ‘Cannabis in West-Vlaanderen’.

De Zonnebeekse deelgemeente Zandvoorde heeft nog steeds de twijfelachtige eer van de grootste ontdekte cannabisplantage ooit in België op haar grondgebied te hebben. In juni 2009 vielen speurders binnen in de loods van Patrick Lagrou en stootten er op een industriële plantage met maar liefst 39.000 plantjes. Georges Aeck was toen al hoofdcommissaris bij de politiezone Arro Ieper. “Toen we dat zagen, was dat toch even slikken”, vertelt de hoofdcommissaris. “Vooral omdat het niet eens om een leegstaande loods ging. Sindsdien vonden we geen cannabisplantages meer in de politiezone van dezelfde proporties. Al was de plantage in Staden ook heel professioneel.”

Daarbij heeft hij het over de plantage die gevonden werd bij de Stadense tuinbouwer Rik Demuynck in februari. Toen werden 1.500 volwassen cannabisplanten ontdekt in een ondergronds waterreservoir onder een van de serres van zijn bedrijf. Er was zelfs een lift geïnstalleerd om de plantage te bereiken.

Toeval

De plantage van Patrick Lagrou werd ontdekt na een schietincident in de buurt van zijn hoeve. Rik Demuynck liep tegen de lamp nadat politieagenten vlakbij zijn bedrijf een auto tegenhielden met kweekmateriaal. “We hebben een eenheid bij de politiezone die zich bezighoudt met drugs in het algemeen, maar niet specifiek om plantages op te sporen. Soms gebeurt het bij toeval, soms gaat er goed recherchewerk aan vooraf”, legt Georges Aeck uit. “Over de methodiek van dat recherchewerk zal ik niet uitweiden, want de criminelen lezen mee.”

“We hebben al plantages gevonden op een zolder, in een appartement, een tuinhuis…”

Hoewel in iedere Westhoekgemeente de afgelopen drie jaar wel minstens één cannabisplantage ontdekt werd, stelt de hoofdcommissaris geen toename vast. “Globaal gezien is het aantal ontdekte cannabisplantages stabiel gebleven. Het is ook te zien wat je als een plantage beschouwt. Iemand die in een kamertje drie cannabisplantjes heeft staan voor eigen gebruik, dat is voor ons geen plantage. Meestal gaat het dan om particulieren. We hebben al plantages gevonden op een zolder, in een appartement, een tuinhuis… In de tuin zelf wordt er niet gekweekt aangezien die plantjes licht en warmte nodig hebben om te kunnen groeien.”

Buitenlanders

Lagrou had Braziliaanse helpers, terwijl Demuynck hulp kreeg van Nederlandse Iraniërs. “Meestal gaat het om een samenwerking tussen lokale mensen en buitenlanders“, aldus Georges Aeck. “Zo zijn er gevallen bekend van lokale mensen die een loods of een appartement verhuurden aan buitenlanders terwijl ze goed op de hoogte waren dat er daar cannabis geteeld werd.”

Besteedt de politiezone veel middelen aan de strijd tegen verdovende middelen? “Wat is veel? Uiteindelijk moeten we veel meer manschappen inzetten tijdens evenementen. De strijd tegen drugs blijft wel een aandachtspunt, ook omdat het vaak gelinkt wordt met andere vormen van criminaliteit. Druggebruikers plegen vaak inbraken om geld te stelen voor hun drugsverslaving. De handel kan tot afrekeningen en geweld leiden. Als je het vanuit die invalshoek bekijkt, is het een veel grotere problematiek dan enkel een jointje roken.”

Wiettelers betrapt in elke gemeente

Cannabisplantages vind je overal. De afgelopen drie jaar werden wiettelers betrapt in elke gemeente van de Westhoek. Zelfs het kleine Mesen had in 2015 een cannabisteler op haar grondgebied. Poperinge is de koploper met zes ontmantelde plantages in drie jaar.

Hoewel er de afgelopen drie jaar in iedere gemeente wel ergens een plantage ontdekt werd, gaat het dikwijls om geïsoleerde gevallen. Zo werden in Vleteren, Zonnebeke en Mesen de afgelopen drie jaar slechts één plantage ontdekt. Dat zelfs het kleine Mesen een wietteler had, valt wel op. Het kleinste stadje van België telt slechts 1.000 inwoners. Als er dan in 2015 een cannabisplantage ontdekt wordt, gaat dat over de tongen. “Uiteraard ben ik daarvan op de hoogte”, zegt de Mesense burgemeester Sandy Evrard. “Veel kan ik er echter niet over zeggen. Het ging om een jonge gast die blijkbaar enkele plantjes had in een kamer in zijn huis. Het straffe is dat zijn vrouw daarvan niet eens op de hoogte was of het niet eens gemerkt had. Ondertussen zijn beiden wel weer uit Mesen vertrokken.”

Franse grens

In Langemark-Poelkapelle werden de afgelopen drie jaar twee cannabisplantages opgerold. Heuvelland en Houthulst hadden er vier op hun grondgebied. Ieper scoort met vijf cannabisplantages relatief laag ten opzichte van andere centrumsteden in West-Vlaanderen. Koploper in de zuidelijke Westhoek is echter Poperinge met zes ontdekte cannabisplantages: 3 in 2014, 0 in 2015 en dan weer 3 in 2016. “Ik moet eerlijk zeggen dat ik helemaal geen weet heb van die cannabisplantages”, reageert burgemeester Christof Dejaegher. “In België heb je de scheiding der machten en dat betekent dat de rechterlijke macht onafhankelijk werkt van de uitvoerende macht, zijnde het stadsbestuur. Ik herinner me wel dat ik – ondertussen al vele jaren geleden – gecontacteerd werd door een onderzoeksrechter die vroeg of onze technische dienst kon meehelpen met het opruimen van de plantjes.”

“Ik heb ook niet echt een verklaring waarom Poperinge veel plantages zou hebben”, vervolgt Dejaegher. “Voor de vuist weg zou ik denken dat criminelen door het landelijke karakter denken dat ze minder snel zullen ontdekt worden. Misschien is ook de nabijheid van de Franse grens een factor die daarin meespeelt.”

Wiettelers betrapt in elke gemeente

Cannabisplantages vind je overal. De afgelopen drie jaar werden wiettelers betrapt in elke gemeente van de Westhoek. Zelfs het kleine Mesen had in 2015 een cannabisteler op haar grondgebied. Poperinge is de koploper met zes ontmantelde plantages in drie jaar.

Hoewel er de afgelopen drie jaar in iedere gemeente wel ergens een plantage ontdekt werd, gaat het dikwijls om geïsoleerde gevallen. Zo werden in Vleteren, Zonnebeke en Mesen de afgelopen drie jaar slechts één plantage ontdekt. Dat zelfs het kleine Mesen een wietteler had, valt wel op. Het kleinste stadje van België telt slechts 1.000 inwoners. Als er dan in 2015 een cannabisplantage ontdekt wordt, gaat dat over de tongen. “Uiteraard ben ik daarvan op de hoogte”, zegt de Mesense burgemeester Sandy Evrard. “Veel kan ik er echter niet over zeggen. Het ging om een jonge gast die blijkbaar enkele plantjes had in een kamer in zijn huis. Het straffe is dat zijn vrouw daarvan niet eens op de hoogte was of het niet eens gemerkt had. Ondertussen zijn beiden wel weer uit Mesen vertrokken.”

Franse grens

In Langemark-Poelkapelle werden de afgelopen drie jaar twee cannabisplantages opgerold. Heuvelland en Houthulst hadden er vier op hun grondgebied. Ieper scoort met vijf cannabisplantages relatief laag ten opzichte van andere centrumsteden in West-Vlaanderen. Koploper in de zuidelijke Westhoek is echter Poperinge met zes ontdekte cannabisplantages: 3 in 2014, 0 in 2015 en dan weer 3 in 2016. “Ik moet eerlijk zeggen dat ik helemaal geen weet heb van die cannabisplantages”, reageert burgemeester Christof Dejaegher. “In België heb je de scheiding der machten en dat betekent dat de rechterlijke macht onafhankelijk werkt van de uitvoerende macht, zijnde het stadsbestuur. Ik herinner me wel dat ik – ondertussen al vele jaren geleden – gecontacteerd werd door een onderzoeksrechter die vroeg of onze technische dienst kon meehelpen met het opruimen van de plantjes.”

“Ik heb ook niet echt een verklaring waarom Poperinge veel plantages zou hebben”, vervolgt Dejaegher. “Voor de vuist weg zou ik denken dat criminelen door het landelijke karakter denken dat ze minder snel zullen ontdekt worden. Misschien is ook de nabijheid van de Franse grens een factor die daarin meespeelt.”