Dierenasiel De Grensstreek: “Wij hebben hier geen toekomst meer. Dit is het einde”

Ingrid Bonte, Martine Verstraete en Monique Blancke samen met enkele enthousiaste vrijwilligers van dierenasiel De Grensstreek in de LAR. Rechts de erbarmelijke toestand waarin de gebouwen van het dierenasiel zich bevinden. © CLL
Redactie KW

Dierenasiel De Grensstreek, al jaar en dag een vaste waarde in Menen, dreigt te verdwijnen. Een aftandse infrastructuur en een gebrek aan opvolgers zou voor het hart van het Meense dierenwelzijn wel eens de doodsteek kunnen betekenen. “We moeten alle zeilen bijzetten om de gebouwen recht te houden, maar eigenlijk weten ook wij dat dit een bodemloze put is geworden”, zuchten de trekkers.

Door Christophe Lefebvre

Diep verscholen in het transportcentrum LAR, ligt de oude hoeve van het asiel De Grensstreek. Ze beschrijven als ‘vaste waarde’ doet de plaats te weinig eer aan, een team van vrijwilligers zet zich dag en nacht in voor het welzijn van de dieren in de ruime omgeving. Het is bijna een merknaam geworden, wanneer er gesproken wordt over een dier in nood, is er één advies: ‘Bel De Grensstreek’. Toch pakken donkere wolken zich er samen. Als er niet snel iets verandert, lijkt er een pijnlijk einde te komen aan het mooie verhaal.

Niet meer investeren

Het bestuur, bestaande uit Ingrid Bonte, Martine Verstraete en Monique Blancke, trekt aan de alarmbel. “Wie hier voor het eerst aankomt en niet op de hoogte is van de situatie, maakt bijna meteen rechtsomkeer”, steekt Ingrid van wal. “Heel wat van de gebouwen zijn in een dusdanige slechte toestand dat we al vaker zelf de handen uit de mouwen hebben moeten steken om het recht te houden. Het is pas wanneer de mensen kennismaken met onze passie en de netheid van de hokken, dat ze overtuigd raken van wat we hier willen bereiken.”

Dierenasiel De Grensstreek:
© CLL

Die toestand, die liegt er niet om. De gebouwen zijn nog slechts een schim van wat ze in het verleden waren. “Maar werp zeker geen steen naar de eigenaar”, pikt Martine in. “Die mens heeft ook al hemel en aarde verzet maar niemand gaat investeren in een pand waarvan men weet dat het niet meer te redden valt. Telkens wanneer we hem nodig hadden, was hij er, maar we zitten nu op een punt waar het eigenlijk een bodemloze put is geworden.”

Handen te kort

Die bodemloze put, een wirwar van regelgevingen en kadastrale beslissingen, maken de werking van het asiel ronduit onmogelijk. “Een asiel is niet meer zoals het vroeger was”, gaat Monique verder. “Vroeger belden mensen voor alles naar ons, nu hebben sociale media grotendeels die rol overgenomen. Enkel met de politiezone hebben we nog een afspraak lopen, maar ook die staat op losse schroeven. Samen met de eigenaar hebben we gekeken hoe we het geheel een commerciële insteek konden geven, maar daar liepen we tegen de muur van de wetgever. Ons bestaan werd hier gedoogd omdat we een maatschappelijk nut hebben, dit ombouwen tot iets wat geld opbrengt, is uit den boze.”

Dierenasiel De Grensstreek:
© CLL

Naast het gebouw is ook de mankracht een knellend probleem. “We zijn al onze vrijwilligers enorm dankbaar, die mensen proberen ook alles zo goed en zo kwaad mogelijk te combineren met hun dagtaak. Wij worden helaas al een dagje ouder en zelf kunnen we hier niet altijd nog voltijds aanwezig zijn. Jammer genoeg staat niemand echt te trappelen om over te nemen.” De wanhoop in de stem van Ingrid is duidelijk merkbaar. “Zolang we hier niets commercieels kunnen uitbaten, kunnen we ook niet echt een werknemer in dienst nemen. Ik vrees dus dat we, na afloop van ons huurcontract, de deuren permanent zullen mogen sluiten.”

Burgemeesters

De enige financiële levenslijn die er nog is, is een degelijke overeenkomst met de gemeenten van de politiezone Grensleie. “De burgemeesters van Menen, Wevelgem en Ledegem zijn verantwoordelijk voor straathonden en -katten. Ze bekijken hen dan ook op die manier: een verantwoordelijkheid. Ze bellen het asiel omdat ze moeten, maar ze kiezen ook voor de goedkoopste en meest efficiënte oplossing. Binnenkort opent in Oekene een modern asiel, dat onze steden en gemeenten bovendien een beter financieel voorstel heeft gedaan. Vanuit de gemeentebesturen hoorden we dan ook dat ze klaar staan om hierop in te tekenen. Wat moeten we dan nog doen?”

Echte steun vanuit de lokale overheden verwachten de drie gemotiveerde dames niet meer. “Het is al niet meer van vandaag dat ze op de hoogte zijn van onze problemen”, vult Martine nog aan. “Maar als ze langskomen, dan is het enige wat we horen: ‘mor ge zit gidder ier goed’. Andere acties worden niet ondernomen. Wanneer je ons vraagt hoe ik de toekomst zie, dan is het antwoord duidelijk: er is hier helemaal geen toekomst meer.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier