De zeedijk is de enige plek waar we over vertellen als we er gepasseerd zijn

Gillian Lowyck

Elke Oostendenaar heeft wel een favoriete straat. Het is misschien niet de straat waar je woont, maar wel een plek waar de huizen je aanspreken, het zicht mooi is, of je gewoon een goed gevoel bij hebt.

Hoewel het geen échte straat is – al zal de postbode dat betwisten en gewoon je brief of pakket op de juiste plek leveren – spreekt de zeedijk toch het meeste tot de verbeelding. En vergis je niet: de naam Zeedijk – met hoofdletter – maakt eigenlijk maar een klein deel uit van de lange en brede promenade. Van aan het Zeeheldenplein tot de Drie Gapers spreken we over de Albert I-promenade, tot aan de surfclub over de Koning Boudewijnpromenade. Allemaal koninklijke namen om het royale karakter van de plek te benadrukken, natuurlijk. Pas vanaf de surfclub heet de zeedijk dan ook officieel Zeedijk.

Het viel me onlangs op dat het ook de enige plek is waar we over vertellen als we er gepasseerd zijn. Bij mij thuis, toch. Als mijn man me vraagt hoe mijn afspraak was en ik ben langs de zeedijk naar huis gefietst, dan vind ik dat om een of andere reden relevant om te vermelden. Omgekeerd ook. De beslissing om niét via de Kustbaan of Nieuwpoortesteenweg naar ergens te fietsen, maar via de zeedijk, is ook altijd bijzonder. Om toe te voegen aan het lijstje van doodgewone dingen die je dag goed maken.

En mijn favoriete straat is eigenlijk niét de zeedijk, maar wel een andere royale straat: de Prinsenlaan. Als klein meisje al was ik helemaal verliefd op de statige huizen, de voortuinen, het groene uitzicht. Maar of je nu langs de zeedijk of de Prinsenlaan passeert: het kan nooit geen kwaad om even te pauzeren en vooral… te kijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier