Caféklap in ‘Vrij Polen’: “Ge moet wat chance hebben in het leven”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele op zoek naar de wijsheid in de kan. Deze week in ‘Vrij Polen’ (het café, niet de natie) in Oostrozebeke.

‘Vrij Polen’, zo heet het café. Er zullen wel meer meisjes in het dorp zijn geweest die met een Pool wilden vrijen nadat de Oostblokkers de Mandelstreek van de Duitsers hadden bevrijd. Het café was toen nog een afspanning, met haken in de muur voor wie zijn paard even wou laten rusten terwijl hij een pint ging pakken. “Kijk, zo zag het er vroeger uit,” zegt Eric Vermeulen. Hij heeft me meegetroond naar de feestzaal achterin waar nog een tekening hangt van de oude gevel. “Mooi hé,” en je leest de heimwee in zijn ogen.

Caféklap in 'Vrij Polen':

Het gebouw waarvoor de oude kroeg plaats heeft moeten maken heeft niets van die charme. Ruim en klaar, dat wel, maar clean en proper vooral. Het mist karakter. En toch voel je de warmte als je ‘Vrij Polen’ binnenstapt. De gezelligheid komt er van de mensen, de ambiance, de uitbaters. Eddy en Judith zitten er nu een jaar of acht in. Zij is van Pittem en hij van Gent. “Ik blijf vruchteloos pogingen ondernemen om hier in Oostrozebeke enige beschaving bij te brengen”, schatert Eddy. Hij zit sinds zijn 18 in de horeca, zij heeft het vroeger ook nog gedaan, maar was voor een ‘gewone’ job gegaan.

Caféklap in 'Vrij Polen':

“En toen hoorde ik van een vriendin dat dit hier vrij stond. Ik kon het niet laten. En Oostrozebeke? Ja, het is hier zwart-wit. Ofwel moeten ze je, ofwel niet.” Ze lacht, slaat haar armen open en zegt: “En kijk, we zijn er nog altijd. Nog een jaar of acht. Dan zal het mooi geweest zijn.” Intussen zit hun 23-jarige dochter Charlien ook in de zaak. “Er was hier niets meer toen we hier aankwamen,” zegt Judith, “alleen de vinken waren gebleven. Maar alle clubs zijn teruggekeerd. 8 biljartclubs, 4 kaartersclubs,…”

Oostrozebekenaars? Ofwel moeten ze je, ofwel niet

En ze begint aan een opsomming waarmee ze wellicht nu nog altijd bezig is. Je zou van ver komen om je aan al die menselijkheid op te warmen. Zoals de vroegere drummer van Bobby Setter, een band die in de jaren stillekes nog met Fats Domino gespeeld heeft. Hij heeft al een eeuwigheid geen trommel meer aangeraakt, woont in Ingelmunster en zit aan een tafeltje van een pintje te genieten, met zijn pincher op zijn schoot.

Caféklap in 'Vrij Polen':

“Wat moet je thuis hele dagen doen?” zegt hij. “In de zomer geen probleem, maar de winterdagen duren lang. Gelukkig dat Lilly’tje hier nu en dan eens naar buiten wil. Braaf beestje hoor, maar o zo nerveus.” Judith zit op haar knieën een koekje te geven aan een grote witte Zwitserse herdershond. Ze krijgt een vochtige lik terug. “Zo, ik ben weer gewassen”, monkelt ze. “Ik ben gek op dieren. Er is geen hond die hier binnenkomt, die geen snoepje krijgt.” En ze begint over Uscko. De Mechelse herdershond die in het nieuws kwam toen hij kindjes aanviel op een speelkoer in Paal. “Dat dier is 10 maanden oud. Zijn baasje had ervoor moeten zorgen dat hij niet weg kon. Ik hoop dat ze het geen spuitje geven.” Een man heeft het aan de toog over de betoging voor de pensioenen, en zegt dat dit de meest asociale regering is die hij in zijn leven gekend heeft. “Maar toegegeven, ik ben een oude socialist”, voegt hij er aan toe.

https://www.youtube.com/watch?v=cT0P1cH5KJk

“Bestaan er dan nog jonge socialisten?” schatert de kerel die naast hem zit. De gepensioneerde kaarters maken er zich niet druk om. Het spel gaat voor. Niet voor Armand. Die zit naast zijn zoon van het moment te genieten. “Zet u en drinkt iets”, zegt hij. Weigeren is geen optie. En in geen tijd weet ik dat hij bijna 90 is, zijn hele leven heeft geweven, vroeger heel goeie duiven had, maar dat ze nu niet meer in de prijzen vliegen. “Ge moet een beetje chance hebben in het leven.” Armand heeft ‘chance’ gehad en ‘onchance’. Zijn vrouw was 59 toen ze overleed. “Ziek geworden, meteen naar het ziekenhuis en daar overleden. Een wrede ziekte”, zegt hij. Hij noemt ze niet, maar hij weet dat ik het weet. Zelf denkt hij ook wel eens aan de dood.

Caféklap in 'Vrij Polen':

“Dat je niet meer terugkeert. Zou dat waar zijn? Ik denk van wel.” Ik lach en denk : dat zou zonde zijn. Armand mag eeuwig blijven leven. Hij steekt zijn wijnglas op en doet teken naar zijn zoon. “Nog eentje ventje?” Maar zijn ventje zegt van neen. “Ik ben blij dat ze nog thuis wonen, mijn zonen”, zegt Armand. “63 en 59. Nooit getrouwd geweest. Ik was rapper. Nog maar 18 en ik kende er al één. We vrijden eerst wat ‘in den duik’. En plots riep ze vanuit het raam : we mogen mekaar niet meer zien. Raar hé, ik ben zo oud, maar zou je geloven dat ik daar nog af en toe aan terugdenk?” In Vrij Polen wil ik alles geloven.

Caféklap in 'Vrij Polen':

Caféklap in 'Vrij Polen':

Caféklap in 'Vrij Polen':

Caféklap in 'Vrij Polen':

Caféklap in 'Vrij Polen':

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier