Broers Verfaillie uit Ieper: “Het kermisleven met de paplepel meegekregen”

Foorkramers Romano (28) en Jonas (21) Verfaillie spelen vanaf vrijdag een thuismatch. De komende twee weken staan de Ieperse broers met een vliegattractie en een ballenspel op de Kattenfoor.

Van bij hun geboorte stond de kermis centraal in het leven van de twee broers. “Van jongs af aan reisden we samen met onze ouders mee met de kermis”, vertelt Jonas. “Het kermisleven is ons met de paplepel meegegeven. Onze ouders hadden eerst een eendjeskraam en later ook een draaimolen en een schietkraam. Mijn broer en ik genoten ervan om met hen mee te gaan. We mochten zelf rondlopen op de kermis en plezier maken. Op die manier maakten we heel wat vrienden op verschillende plaatsen. Elk jaar in dezelfde periode zagen we hen terug. Het is alsof je constant op reis bent.” Naarmate de jongens ouder werden, hielpen ze steeds vaker mee met hun ouders. “Ze hebben ons nooit gepusht om hun job over te nemen, maar we beschouwden het als een evidentie om hen te helpen”, aldus Romano, de oudste van de twee. “Toen ik 18 was, heb ik een ballenspelkraam van mijn vader overgenomen en op mijn 21ste kocht ik een draaimolen. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ze me verplicht hebben om in de kermiswereld te blijven. Ik doe het gewoon enorm graag.”

Vlaamse cultuur

“Omdat we al zolang meegaan met de kermis, kennen we de meeste foorkramers. Dat creëert een groepsgevoel. Als je hulp nodig hebt bij je kraam, staat iedereen altijd voor je klaar.”

De foor is minder een hoogtepunt in het jaar dan vroeger, maar het heeft zeker nog toekomst

Met de Kattenfoor kunnen de jongens elk jaar terugkeren naar hun thuisstad. “Ik woon in Zonnebeke en mijn broer in Ieper”, zegt Romano. “Het voelt als thuiskomen. Na sluitingstijd zijn we snel thuis en we hoeven niet te overnachten in een woonwagen. Dat maakt alles wat aangenamer. Ook voor mijn vrouw en de kinderen is dat plezant.” Het succes van de kermis is volgens de broers van verschillende factoren afhankelijk. “Het weer bepaalt voor het grootste deel onze inkomsten”, vertelt Romano. “Als het regent of als er veel wind is, hebben de mensen niet veel zin om buiten te komen. Niemand zal zijn kind op een open attractie zetten als het slecht weer is. Daarnaast kan de wind de veiligheid van onze klanten in gevaar brengen dus als die te hevig is, kunnen we niet openen. Ook de crisis van de voorbije jaren heeft een negatieve impact gehad op de kermis. Het leven is duurder geworden en de kindjes sparen minder dan vroeger om tot bij ons te komen. De foor is minder een hoogtepunt in het jaar dan vroeger, maar toch denk ik dat het nog een toekomst heeft. Het is een deel van de Vlaamse cultuur.”

(HD)