Donderdagmorgen opende Biënnale Interieur 2018 haar deuren in Xpo Kortrijk. Het Interieur 2018 Stadsfestival opende de deuren in de leegstaande Sint-Maartenskliniek.
“Het stadsfestival sluit aan bij de oorspronkelijke gedachte van de Biënnale Interieur 1967: design en innovatie ook voor het grote publiek. We werken daarvoor nauw samen met Wilde Westen, Design Regio Kortrijk, Buda Kunstencentrum en Howest”, duidt Dieter Van Den Storm als project- en creatief coördinator Interieur 2018.Onder de noemer TO OBJECT tonen 120 kunstenaars, ontwerpers en leerlingen van hogescholen drie weekends lang hun projecten in de ontvangsthal, het operatiekwartier, de herstelkamers, de ziekenkamers en de isoleercellen van de legstaande Sint-Maartenskliniek.
Een heel jaar lang werd voor dit festival interdisciplinair samengewerkt. Onderwijs en ontwerpers vonden elkaar en wetenschap en politiek wisselden ideeën uit. Howest richt een volledige vleugel van het ziekenhuis in als pop-up Academy. Studenten volgen hier les, kunnen naar lezingen gaan en workshops volgen.
Een luchter gemaakt van honderden infuuszakjes
Drie unieke afstudeerrichtingen stellen hun werk en werkwijze tentoon. Ook de Week van het Ontwerpen maakt deel uit van het Festival. De Week is hét platform voor inspiratie en kennisuitwisseling tussen creatief onderwijs en industrie, rond thema’s als creativiteit en design.
Een van de 120 jonge talenten is Marie Malingreau met haar afstudeerproject ‘Het hangt in de lucht’. “Textiel beschermt, siert of kleedt niet enkel. Het verbindt ons, met elkaar, met de ruimte, het bepaalt de atmosfeer en onze bewegingen. Zoals in Marokko, waar grote stukken stof boven de soeks hangen om schaduw en verkoeling te bieden en tegelijk een baan vormen doorheen de stad. Dat inspireerde mij tot een onderzoek naar de relatie tussen textiel en ruimte”, zegt Marie.
(PVH/JVGK)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier