Bewoners Hamiltonpark in Brugse Kristus-Koning misnoegd over manke groenonderhoud
Tijdens WO II was de buurt van de Buffelbrug het toneel van hevige gevechten tussen Duitsers en Canadezen. Nu strijden de bewoners van het Hamiltonpark tegen de stedelijke groendienst, die het onkruid welig laat tieren. Schepen van Openbaar Domein Pierins belooft het dossier te onderzoeken.
De naam van het Hamiltonpark op Kristus-Koning verwijst naar het Canadees regiment dat Brugge bevrijdde op het einde van WO II. Meer dan dertig jaar geleden werd hier een residentiële wijk gebouwd. “Wie een huis kocht, moest bijbetalen voor het onderhoud van de parkomgeving. In ruil kreeg de stedelijke groendienst de verplichting om ten eeuwigen dage het park te onderhouden“, zegt bewoner Michel.
Vieze modderpoel
Nu is de gedenksteen die herinnert aan het Canadese regiment niet meer leesbaar. De bank waar bewoners kunnen verpozen is deels verrot en vuil van het mos en de vogelpoep. “Ik zou er niet op gaan zitten, want ze zal in twee kraken”, zegt Michel. De vervuilde vijver van het park is omgetoverd in een vieze modderpoel. Bij valavond is het donker in het Hamiltonpark, want door het vele mos geven de straatlantaarns nauwelijks nog licht. Rondom de vijver stapelen zich bladeren op die bij de eerstvolgende regenbui omgetoverd worden in een modderig soepje.
De laatste jaren heeft de stedelijke groendienst volgens de boze bewoners aan zijn onderhoudsplicht verzaakt. Vijf onder hen – Ludwig, Lennert, Hubert, Michel en Johan – poseren gewillig tussen het hoog woekerende onkruid dat zelfs de toegang tot hun woningen deels belemmert.
“We vermoeden dat drugsdealers misbruik maken van onze wildernis”
De struiken komen tot boven hun hoofden uit. “Ik had u moeten vragen om een machete mee te brengen”, grimlacht Michel. Op sommige plekken kun je zelfs niet meer de paaltjes van de nutsvoorzieningen zien tussen het onkruid.
Nood aan herstel
“Een pad tussen de huizen ligt er verwaarloosd bij”, vervolgt woordvoerder Michel, die om beroepsredenen zijn familienaam liever niet vermeld ziet. “De wortels van de bomen duwen tegels naar boven. De voorbije jaren werd dit af en toe opgelapt, maar er is nood aan een deftig herstel. Te meer dat dit pad door mindervalide kinderen gebruikt wordt, op weg naar een instelling. Zij moeten zonder problemen met hun rolstoel over het pad kunnen rijden!”
Michel heeft de stad maanden geleden tevergeefs gevraagd om de te hoge bomen, die overhellen boven de tuinen en de garages, te vervangen door laagstammige soorten. “Binnenkort zullen de zonnepanelen op mijn dak tot niets dienen, omdat ze in de schaduw staan!”
Overigens zorgen de wortels van de bomen, die in jaren niet meer gesnoeid werden, ook voor onveiligheid. Michel: “Meerdere garagepoorten kunnen niet meer dicht, omdat de tegels schots en scheef staan. De mensen voelen zich niet meer veilig. Te meer daar er in de buurt af en toe louche figuren opduiken. We vermoeden dat drugdealers misbruik maken van onze wildernis.”
De hagen rond de huizen, die volgens de bewoners niet door de eigenaars maar wel door de stad moeten onderhouden worden, zitten vol netels en distels. “We kunnen misschien netelsoep bereiden? En in september volgt een grote braambessenpluk”, zegt Michel.
Hoge populier
Een ander probleem is een torenhoge populier langs de spoorwegberm, omgeven door verboden Japanse exoten. “Al twee jaar vragen wij tevergeefs dat die populier gekapt wordt. Wellicht is dit de verantwoordelijkheid van Infrabel. Die boom bevindt zich in onvaste grond. Vroeg of laat zal hij omvallen. Ofwel op de garages, ofwel op de sporen. Als er dan een trein passeert, ontspoort die”, besluit Michel, die al maanden vruchteloos bij de bevoogde instanties aanklopt. Schepen van Openbaar Domein Philip Pierins belooft: “Ik zal het dossier onderzoeken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier