Aan Tafel bij Andries Vienne: “Wellicht ooit een eigen horecazaak”

Andries Vienne: "Ik hou ervan om een fijn menu samen te stellen als er gasten over de vloer komen." © PDV
Redactie KW

Deze week steken we de benen onder tafel bij Andries Vienne. Hij groeide op in een hotel in de binnenstad en heeft een grote liefde voor Brugge en voor de horeca. “Ik werk nu als ambtenaar in Oostende, maar sluit zeker niet uit dat ik ooit met een eigen horecazaak begin”, stelt Andries.

Andries Vienne (35) woont samen met zijn ouders Frank Vienne en Darline Vanlerberghe langs de schilderachtige Spinolarei in het hartje van de stad. Slechts op een steenworp verwijderd van de intussen beroemde plastic walvis die uit het water opspringt. “Ik mag wel zeggen dat ik opgegroeid ben in een hotel”, stelt Andries zichzelf voor.

“Zes jaar was ik toen mijn ouders het hotel Lucca in de Naaldenstraat gingen uitbaten. In onze familie was en is trouwens niemand anders in de horeca actief. Mijn vader is ingenieur van opleiding en had voordien een leidinggevende functie bij de GB. De GB is sterk verwant met onze familie, want mijn grootmoeder was de eerste uitbaatster van de grote GB in Sint-Kruis. M’n moeder werkte als verpleegster op de kinderafdeling van het AZ Sint-Jan.”

Een carrièreswitch

“Plots besloten m’n ouders dat ze iets helemaal anders wilden gaan doen en ze grepen de kans om in 1989 hotel Luca over te nemen, een behoorlijk groot hotel met achttien kamers. Ik was nauwelijks 12 jaar toen ik al volop in het hotel meewerkte, maar ik deed dat met heel veel plezier. Na zo’n twintig jaar lieten ze hotel Luca over en begonnen ze met hotel Malleberg, een kleinschaliger hotel met negen kamers in de Mallebergstraat. Ook daar werkte ik graag mee en nu ben ik zelf ook samen met mijn ouders vennoot in het hotel.”

“Ik leg me vooral toe op de klassieke Franse en Noord-Italiaanse keuken”

Voor zijn eigen professionele loopbaan ging Andries echter een andere richting uit. Hij studeerde Bestuurskunde en Overheidsmanagement, werkte enkele jaren als adviseur op de ministeriële kabinetten van Johan Vande Lanotte en John Crombez en is nu zo’n drie jaar aan de slag bij het OCMW van Oostende, waar hij zich ontfermt over de organisatiestrategie en de budgetten.

Regenbooghuis

“De sociale sector heeft me altijd geboeid eigenlijk. Naast mijn werk bij het OCMW ben ik ook actief als secretaris en penningmeester bij Rebus, het Regenbooghuis voor West-Vlaanderen dat de belangen van de holebitransgemeenschap verdedigt. En dan ben ik ook nog eens politiek actief als kandidaat voor Open VLD bij de gemeenteraadsverkiezingen”, zegt Andries.

“Ik heb dus een behoorlijk druk leven, maar in Brugge kan ik me heel goed ontspannen. Een van mijn grote passies is koken en ik leg me vooral toe op de klassieke Franse en Noord-Italiaanse keuken. Hier in huis zijn het ofwel ik of mijn vader die in de keuken staan. M’n vader ontfermt zich enorm graag over de barbecue en ik hou ervan om een fijn menu samen te stellen als er gasten over de vloer komen; zowel voor de vrienden van mijn ouders als voor mijn vrienden. Ik sluit zeker niet uit dat ik ooit nog met een eigen horecazaak begin. Hier in Brugge beschikken we ook over een prachtig aanbod aan restaurantjes voor ieders beurs en smaak. Ik kan me moeilijk een betere stad voorstellen om in te wonen!” (PDV)

Waarom hou je van Brugge?

“Eigenlijk is Brugge een groot uitgevallen dorp en die gezellige geborgenheid vind ik wel leuk”, zegt Andries. “Er wordt vaak geklaagd over de toeristen, maar ik vind die mix van Bruggelingen en toeristen net zo leuk. Brugge heeft iets speciaals en dat voel je als je hier bent geboren en opgegroeid. Brugge staat voor gezellige drukte, historisch erfgoed en een groot aanbod aan goeie horecazaken. Je kunt hier een hele dag rond lopen en je niet vervelen: terrasjes doen, praten met vrienden in de straten en op pleintjes, in een park gaan zitten met een boekje bij de hand. Ik kan er dus intens van genieten om zomaar wat rond te flaneren in mijn eigen stad. Tenzij misschien in Brussel zou ik nergens anders willen wonen.”

Wat is je favoriete plekje?

“Ik heb nog aan het Wijngaardplein gewoond en hou nog altijd van die omgeving. Er lopen natuurlijk heel veel toeristen rond, maar door de nabijheid van het Minnewater en het Begijnhof dwingt het precies rust af. We hebben trouwens ook nog in het ‘huis van Aspe‘ uit de televisieserie gewoond en dat was ook leuk. Wat veel mensen, en zeker toeristen, niet weten is dat er in Brugge ook veel charmante plantsoentjes zijn. Bijvoorbeeld aan een steegje in aan de Lange Rei, maar ook in de Raamstraat. Daar is het erg aangenaam toeven en het is er zeker niet druk gezien de toeristen het niet weten zijn. Ik ben een wandelaar, alle verplaatsingen in de binnenstad doe ik te voet en zo leer ik veel fijne plekjes kennen.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik heb een drukke job en daarnaast ook nog engagementen die veel tijd en energie vergen, dus in het weekend wil ik vooral ontspannen”, stelt Andries. “Koken is voor mij een echte ontspanning. In het weekend neem ik daar de tijd voor en moet er me liefst niemand storen in de keuken. Ook bij andere mensen thuis kook ik wel eens. Ik hou ervan om zelf nieuwe gerechtjes te creëren, zoals mijn ‘Belgische sushi’, waarin ik onder meer spruitenblaadjes verwerk. Op vrijdag- en zaterdagavond moet ik uitgaan. Dan trek ik onder meer naar @the Pub, de enige gay-bar die Brugge nog rijk ik. De uitbaters zijn vrienden van me, die intussen ook een leuke strandbar in Blankenberge runnen waar ik graag langs ga.”

Wat is je lievelingsgerecht?

“Ik hou van de klassieke Franse, maar ook van de Noord-Italiaanse keuken. De boterkeuken dus”, lacht Andries. “Vooral de Italiaanse chef Antonio Carlucci, jammer genoeg overleden, is een grote inspiratiebron. Ik hou van zijn tv-programma’s en heb ook heel wat van zijn boeken. Maar mijn absolute lievelingsgericht is verrassend genoeg niet Italiaans of Frans, maar een Vlaamse klassieker: zurkelpatatjes met braadworst! Daarnaast ben ik ook een grote fan van ingewanden en orgaanvlees zoals niertjes, lever en vette darmen. Dat laatste kan en mag ik wel niet thuis bereiden, want anders stinkt het hele huis!” (lacht) “Ik vind het jammer dat dit soort gerechten nauwelijks nog geserveerd worden.”

Waarom hou je van Brugge?

“Eigenlijk is Brugge een groot uitgevallen dorp en die gezellige geborgenheid vind ik wel leuk”, zegt Andries. “Er wordt vaak geklaagd over de toeristen, maar ik vind die mix van Bruggelingen en toeristen net zo leuk. Brugge heeft iets speciaals en dat voel je als je hier bent geboren en opgegroeid. Brugge staat voor gezellige drukte, historisch erfgoed en een groot aanbod aan goeie horecazaken. Je kunt hier een hele dag rond lopen en je niet vervelen: terrasjes doen, praten met vrienden in de straten en op pleintjes, in een park gaan zitten met een boekje bij de hand. Ik kan er dus intens van genieten om zomaar wat rond te flaneren in mijn eigen stad. Tenzij misschien in Brussel zou ik nergens anders willen wonen.”

Wat is je favoriete plekje?

“Ik heb nog aan het Wijngaardplein gewoond en hou nog altijd van die omgeving. Er lopen natuurlijk heel veel toeristen rond, maar door de nabijheid van het Minnewater en het Begijnhof dwingt het precies rust af. We hebben trouwens ook nog in het ‘huis van Aspe‘ uit de televisieserie gewoond en dat was ook leuk. Wat veel mensen, en zeker toeristen, niet weten is dat er in Brugge ook veel charmante plantsoentjes zijn. Bijvoorbeeld aan een steegje in aan de Lange Rei, maar ook in de Raamstraat. Daar is het erg aangenaam toeven en het is er zeker niet druk gezien de toeristen het niet weten zijn. Ik ben een wandelaar, alle verplaatsingen in de binnenstad doe ik te voet en zo leer ik veel fijne plekjes kennen.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik heb een drukke job en daarnaast ook nog engagementen die veel tijd en energie vergen, dus in het weekend wil ik vooral ontspannen”, stelt Andries. “Koken is voor mij een echte ontspanning. In het weekend neem ik daar de tijd voor en moet er me liefst niemand storen in de keuken. Ook bij andere mensen thuis kook ik wel eens. Ik hou ervan om zelf nieuwe gerechtjes te creëren, zoals mijn ‘Belgische sushi’, waarin ik onder meer spruitenblaadjes verwerk. Op vrijdag- en zaterdagavond moet ik uitgaan. Dan trek ik onder meer naar @the Pub, de enige gay-bar die Brugge nog rijk ik. De uitbaters zijn vrienden van me, die intussen ook een leuke strandbar in Blankenberge runnen waar ik graag langs ga.”

Wat is je lievelingsgerecht?

“Ik hou van de klassieke Franse, maar ook van de Noord-Italiaanse keuken. De boterkeuken dus”, lacht Andries. “Vooral de Italiaanse chef Antonio Carlucci, jammer genoeg overleden, is een grote inspiratiebron. Ik hou van zijn tv-programma’s en heb ook heel wat van zijn boeken. Maar mijn absolute lievelingsgericht is verrassend genoeg niet Italiaans of Frans, maar een Vlaamse klassieker: zurkelpatatjes met braadworst! Daarnaast ben ik ook een grote fan van ingewanden en orgaanvlees zoals niertjes, lever en vette darmen. Dat laatste kan en mag ik wel niet thuis bereiden, want anders stinkt het hele huis!” (lacht) “Ik vind het jammer dat dit soort gerechten nauwelijks nog geserveerd worden.”

Waarom hou je van Brugge?

“Eigenlijk is Brugge een groot uitgevallen dorp en die gezellige geborgenheid vind ik wel leuk”, zegt Andries. “Er wordt vaak geklaagd over de toeristen, maar ik vind die mix van Bruggelingen en toeristen net zo leuk. Brugge heeft iets speciaals en dat voel je als je hier bent geboren en opgegroeid. Brugge staat voor gezellige drukte, historisch erfgoed en een groot aanbod aan goeie horecazaken. Je kunt hier een hele dag rond lopen en je niet vervelen: terrasjes doen, praten met vrienden in de straten en op pleintjes, in een park gaan zitten met een boekje bij de hand. Ik kan er dus intens van genieten om zomaar wat rond te flaneren in mijn eigen stad. Tenzij misschien in Brussel zou ik nergens anders willen wonen.”

Wat is je favoriete plekje?

“Ik heb nog aan het Wijngaardplein gewoond en hou nog altijd van die omgeving. Er lopen natuurlijk heel veel toeristen rond, maar door de nabijheid van het Minnewater en het Begijnhof dwingt het precies rust af. We hebben trouwens ook nog in het ‘huis van Aspe‘ uit de televisieserie gewoond en dat was ook leuk. Wat veel mensen, en zeker toeristen, niet weten is dat er in Brugge ook veel charmante plantsoentjes zijn. Bijvoorbeeld aan een steegje in aan de Lange Rei, maar ook in de Raamstraat. Daar is het erg aangenaam toeven en het is er zeker niet druk gezien de toeristen het niet weten zijn. Ik ben een wandelaar, alle verplaatsingen in de binnenstad doe ik te voet en zo leer ik veel fijne plekjes kennen.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik heb een drukke job en daarnaast ook nog engagementen die veel tijd en energie vergen, dus in het weekend wil ik vooral ontspannen”, stelt Andries. “Koken is voor mij een echte ontspanning. In het weekend neem ik daar de tijd voor en moet er me liefst niemand storen in de keuken. Ook bij andere mensen thuis kook ik wel eens. Ik hou ervan om zelf nieuwe gerechtjes te creëren, zoals mijn ‘Belgische sushi’, waarin ik onder meer spruitenblaadjes verwerk. Op vrijdag- en zaterdagavond moet ik uitgaan. Dan trek ik onder meer naar @the Pub, de enige gay-bar die Brugge nog rijk ik. De uitbaters zijn vrienden van me, die intussen ook een leuke strandbar in Blankenberge runnen waar ik graag langs ga.”

Wat is je lievelingsgerecht?

“Ik hou van de klassieke Franse, maar ook van de Noord-Italiaanse keuken. De boterkeuken dus”, lacht Andries. “Vooral de Italiaanse chef Antonio Carlucci, jammer genoeg overleden, is een grote inspiratiebron. Ik hou van zijn tv-programma’s en heb ook heel wat van zijn boeken. Maar mijn absolute lievelingsgericht is verrassend genoeg niet Italiaans of Frans, maar een Vlaamse klassieker: zurkelpatatjes met braadworst! Daarnaast ben ik ook een grote fan van ingewanden en orgaanvlees zoals niertjes, lever en vette darmen. Dat laatste kan en mag ik wel niet thuis bereiden, want anders stinkt het hele huis!” (lacht) “Ik vind het jammer dat dit soort gerechten nauwelijks nog geserveerd worden.”

Waarom hou je van Brugge?

“Eigenlijk is Brugge een groot uitgevallen dorp en die gezellige geborgenheid vind ik wel leuk”, zegt Andries. “Er wordt vaak geklaagd over de toeristen, maar ik vind die mix van Bruggelingen en toeristen net zo leuk. Brugge heeft iets speciaals en dat voel je als je hier bent geboren en opgegroeid. Brugge staat voor gezellige drukte, historisch erfgoed en een groot aanbod aan goeie horecazaken. Je kunt hier een hele dag rond lopen en je niet vervelen: terrasjes doen, praten met vrienden in de straten en op pleintjes, in een park gaan zitten met een boekje bij de hand. Ik kan er dus intens van genieten om zomaar wat rond te flaneren in mijn eigen stad. Tenzij misschien in Brussel zou ik nergens anders willen wonen.”

Wat is je favoriete plekje?

“Ik heb nog aan het Wijngaardplein gewoond en hou nog altijd van die omgeving. Er lopen natuurlijk heel veel toeristen rond, maar door de nabijheid van het Minnewater en het Begijnhof dwingt het precies rust af. We hebben trouwens ook nog in het ‘huis van Aspe‘ uit de televisieserie gewoond en dat was ook leuk. Wat veel mensen, en zeker toeristen, niet weten is dat er in Brugge ook veel charmante plantsoentjes zijn. Bijvoorbeeld aan een steegje in aan de Lange Rei, maar ook in de Raamstraat. Daar is het erg aangenaam toeven en het is er zeker niet druk gezien de toeristen het niet weten zijn. Ik ben een wandelaar, alle verplaatsingen in de binnenstad doe ik te voet en zo leer ik veel fijne plekjes kennen.”

Wat doe je dit weekend?

“Ik heb een drukke job en daarnaast ook nog engagementen die veel tijd en energie vergen, dus in het weekend wil ik vooral ontspannen”, stelt Andries. “Koken is voor mij een echte ontspanning. In het weekend neem ik daar de tijd voor en moet er me liefst niemand storen in de keuken. Ook bij andere mensen thuis kook ik wel eens. Ik hou ervan om zelf nieuwe gerechtjes te creëren, zoals mijn ‘Belgische sushi’, waarin ik onder meer spruitenblaadjes verwerk. Op vrijdag- en zaterdagavond moet ik uitgaan. Dan trek ik onder meer naar @the Pub, de enige gay-bar die Brugge nog rijk ik. De uitbaters zijn vrienden van me, die intussen ook een leuke strandbar in Blankenberge runnen waar ik graag langs ga.”