“Toetsenbordhelden komen nooit persoonlijk langs”

© Davy Coghe
Ilse Naudts

Dirk Walraet, burgemeester van Spiere-Helkijn, werd deze maand 74. Voor het eerst kreeg hij verjaardagswensen via Facebook. Al dertig jaar is hij burgemeester in zijn gemeente. Sinds twee weken zit hij op Facebook. “Je kan niet meer anders tegenwoordig. Al blijf ik voorstander van persoonlijk contact”, zegt hij. Online heeft Dirk Walraet ondertussen 242 vrienden. Zijn collega Bert Maertens (36) uit Izegem heeft een Facebookprofiel met 5.000 vrienden en een pagina met 2.127 volgers. Hij zit ook op Twitter en op Instagram. “Sociale media zijn super om contact te houden met de mensen. Ik sta zelfs soms nog versteld van het bereik. Ik probeer om de twee dagen iets te posten.”

Hoe actief bent u op social media?

Dirk Walraet : “Eigenlijk amper. Ik heb mijn pagina nu twee weken. Iemand op de lijst heeft die voor mij aangemaakt. Ik ben 74 jaar. Toen ik de ingenieursopleiding startte aan de universiteit van Gent, was dat nog met de rekenlat. Moderne wiskunde, rekenmachine… dat bestond allemaal niet. Om maar eventjes te schetsen wat ik allemaal heb zien veranderen. Ik ben in 1989 als burgemeester gestart. Toen was er alleen een typemachine, nu is Spiere-Helkijn een van de meest gedigitaliseerde gemeenten van Vlaanderen. Facebook had ik eigenlijk niet nodig. Maar nu ben ik er dus toch aan begonnen. Ik denk dat het belangrijker en belangrijker wordt. Je kan bijna niet meer zonder. Al is het alleen omdat de concurrenten er ook op zitten. (lacht) En mijn huidige eerste schepen komt nu op in een aparte lijst.”

Bert Maertens : “Toen ik in 2010 actief werd in de nationale politiek zat ik al een aantal jaren op Facebook. Zoals iedereen ben ik begonnen met een profiel. Maar in de politiek leer je heel veel mensen kennen. En al snel zat ik aan de limiet van 5.000 vrienden. Toen heb ik beslist om ook een pagina aan te maken. Die gebruik ik louter voor mijn politieke communicatie. Op mijn persoonlijk profiel lopen politiek en privé een beetje door elkaar. Al denk ik natuurlijk altijd heel goed na over wat ik online zet.”

Dirk Walraet: “Ik ben misschien van de oude stempel, maar ik hou nog altijd meer van persoonlijk contact”

Is het verstandig om uw privéleven online te gooien?

Dirk Walraet : “Ik doe dat absoluut niet. Facebook is voor mij gewoon politiek. De mensen weten dat ik veel in mijn gemeente te vinden ben. Ik ga ook graag eens op café. Maar dat moet daarom niet op Facebook. Mijn echtgenote is ook heel bekend in de gemeente. Maar ons privéleven blijft privé.”

Bert Maertens : “Natuurlijk moet je erover waken wat je online zet. Ik denk daar goed over na. Als ik op reis ben, moet je van mij geen heel reisverslag met foto’s en filmpjes verwachten. Maar ik heb wel één foto met mijn dochter gepost. De mensen leren dan ook een andere kant van je kennen. Ze zien dat je meer bent dan alleen de politicus. Je wordt meer ‘mens’. Maar dat is natuurlijk een persoonlijke keuze. Toen ik voor Geert Bourgeois werkte, koos hij er ook bewust voor om zijn privéleven volledig af te schermen. Ik heb het gevoel dat je mensen vlotter bereikt als je dingen persoonlijker communiceert. De gemeente Izegem wil groenere straten. Daarom komen we op verzoek geveltuintjes installeren en aanplanten bij onze inwoners. Mijn moeder heeft zo’n geveltuintje en dat staat er prachtig bij. Toen ik daar vorige week een foto van op Facebook zette, kwamen er plots meer aanvragen voor geveltuintjes binnen dan ooit tevoren.”

Kruipt daar niet ontzettend veel werk in?

Bert Maertens : “Het helpt dat ik een parlementair medewerker heb die mijn pagina een beetje kan voeden. In samenspraak doet die dat ook voor Twitter en Instagram. Je moet er natuurlijk over waken dat je niet constant bezig ben met social media. Maar toch vind ik het een ideale manier om heel veel mensen te bereiken. Het is ook moeilijker geworden om een artikeltje in de krant te versieren. Via Facebook kan je dan wel communiceren.”

Bert Maertens: “Je wint geen verkiezingen met Facebook. Je kan ze er wel mee verliezen, door domme dingen online te zetten”

Dirk Walraet : “Vorige week woensdag heeft mijn iPhone het begeven. Ik heb dan een nieuwe besteld. Donderdag was de rustigste dag sinds lang. Heerlijk! Soms vergeten we hoe het was voor de gsm. Vrijdag kwam de stroom van berichten en mails weer op gang.”

Wie probeert u via Facebook bereiken?

Bert Maertens : “Het zijn echt niet alleen de jongeren die je online treft. Ook gepensioneerden hebben meer en meer een profiel. En zij hebben bovendien tijd om in interactie te gaan.”

Dirk Walraet : “Spiere-Helkijn is een faciliteitengemeente met 2.100 inwoners. Meer dan de helft daarvan is Franstalig. Maar die komen voorlopig niet op mijn profiel terecht. Hen kan ik op die manier dus moeilijk bereiken. Misschien ben ik van de oude stempel, maar ik hou nog altijd meer van persoonlijk contact. Al besef ik dat dat in een kleine gemeente als Spiere-Helkijn toch makkelijker te realiseren is dan in bijvoorbeeld Izegem of in een grote stad.”

Bert Maertens : “Misschien moet je het toch een beetje tijd geven. Ik denk dat twee weken op Facebook toch te weinig is om het helemaal af te schrijven. Voor mij is het zeker geen vervanging van persoonlijk contact. Maar met 28.000 inwoners is het inderdaad moeilijker om iedereen te spreken. Natuurlijk doe ik ook huisbezoeken en kom ik zoveel mogelijk buiten in de gemeente. In een kleinere gemeente is Facebook misschien minder noodzakelijk. Ik kan me voorstellen dat alle inwoners u kennen. Maar Izegem is toch nog iets anoniemer. Veel mensen kennen mij al, maar Facebook helpt om ook anderen te bereiken.”

Anoniem, achter hun computerscherm zijn mensen ook mondiger. Krijgt u via Facebook veel kritiek?

Dirk Walraet : “In de korte tijd dat ik op Facebook zit, was mijn profiel al het forum voor een polemiek. Inwoners van Kooigem, een naburig dorp waar ik als burgemeester van Spiere-Helkijn zelfs niets te zeggen heb, voerden een discussie over het afschaffen van de taalfaciliteiten. Het bleef maar heen en weer gaan en op een bepaald moment heb ik beslist om de reacties te verwijderen. Die discussie hoort toch niet thuis op mijn Facebookprofiel.”

Bert Maertens : “Facebook is inderdaad vaak een klachtenbarak. Mensen zeggen wat er in hen opkomt. Vaak ongemanierd en grof. Ik reageer dus niet op alles. Toch probeer ik te antwoorden als ik kritiek krijg. Daar kruipt soms veel tijd in. Je moet wel vermijden dat het tot een welles-nietesspelletje komt. Af en toe nodig ik mensen dan uit om eens persoonlijk langs te komen. Al is er nog nooit zo’n ‘toetsenbordheld’ op mijn uitnodiging ingegaan. Ze zijn alleen stoer vanop afstand. Dat is wel het jammere aan sociale media. De nuance gaat soms verloren.”

Heeft u Facebook nodig om de verkiezingen te winnen?

Bert Maertens: “Ik denk niet dat je verkiezingen kan winnen met Facebook, maar het werkt wel versterkend voor je imago. Al kan je de verkiezingen ook verliezen, door domme dingen online te zetten. Als ik je een tip mag geven, Dirk. Denk altijd goed na voor je wat online zet. Ik zou wel proberen om eens wat foto’s en filmpjes te plaatsen. Je kan er echt veel mee doen.”

Dirk Walraet : “Die tweetaligheid maakt het soms ook ingewikkeld.”

Bert Maertens : “Ja, in jouw geval zou ik vooral voor foto’s en filmpjes kiezen.”

Is het nodig om te betalen voor Facebookadvertenties om zo een nieuw kiespubliek te bereiken?

Dirk Walraet: “Nee. Daar ben ik niet mee bezig.”

Bert Maertens: “Ik heb dat gedaan om het bereik van mijn Facebookpagina te vergroten, om meer volgers te krijgen. En dat heeft gewerkt. In deze kiescampagne ga ik dat zeker opnieuw doen. Adverteren op Facebook is ook niet duur.”

Spreken de mensen u ook aan over wat je op Facebook zet?

Dirk Walraet : “Daarvoor zit ik nog niet lang genoeg op Facebook, denk ik.”

Bert Maertens : “Soms zeggen ze wel : Amai, jij moet nogal een dik vel hebben. Maar in gewone gesprekken gaat het nog niet zo dikwijls over Facebook.”

Bedankt voor het gesprek.

Bert Maertens : “Kom Dirk, we nemen nog een selfie voor onze Facebookpagina.”