Tieltenaar heeft een mening, maar durft ze niet zeggen

We houden van Tielt, we wonen hier graag. Dit krijgen we héél vaak te horen. Maar als het over politiek gaat, blijven de lippen op elkaar. © Foto a-RN
Lieven Vancoillie

Openlijk op straat of op een terras vragen naar de politieke kleur van de doorsnee Tieltenaar is even delicaat als vragen hoeveel die doorsnee Tieltenaar verdient. Risicovol dus. Heel af en toe ontwapenend eerlijk. Maar anoniem. En dan merk je dat die Tieltenaar wel degelijk een mening heeft: het is zwart of wit, maar heel zelden grijs. Het is voor of het is tegen. Polarisatie tussen meerderheid en minderheid. Maar er is geen links-rechtse breuklijn meer.

De voorbije dagen is op sociale media dan weer gebleken dat diezelfde doorsnee Tieltenaar er minder problemen mee heeft en wel eens graag zijn gal (en andere ingewanden) spuwt door middel van commentaren. De ene al constructiever, de andere dan weer giftig. Het spijtige is dat aan al dat polariserend gekwetter vaak een politiek geurtje – euh kleurtje – hangt.

Terug naar mijn zoektocht. Moeizaam. Wie spreekt, doet het vaak liever anoniem. Anderen komen van Kanegem en weten van niets. In een cafetaria in de Kortrijkstraat drink ik koffie. Twee stoelen verder – aan het raam, waar ze zo vaak zit, zo blijkt – kijkt Hilde in De Weekbode. Of ze echt zo heet, weet ik niet. Ik twijfel, want ik vind dat ze toch lang moet nadenken voor ze haar naam zegt. Iets te lang voor mensen die niet aan een of andere vergeetziekte lijden.

“Moet dat in de krant”, klinkt het bij Hilde. Ze zegt het bijna verontschuldigend. Alsof ze straks zal moeten gaan biechten. Op wie ze dan vroeger stemde? Ze kijkt eerst naar links en naar rechts, voor ze bijna fluistert en prevelt. “Altijd op de CVP.” De CD&V dus. “Heb ik mee van thuis. Iedereen stemde vroeger op de CVP. Dus wij ook. Ik ook.”

Miljoenen te kort

In onze provincie – en zeker in onze regio – was het vroeger bijna als vloeken in de kerk als je niet op CD&V stemde. Niemand is er echter aan gestorven. Van vader op zoon, van moeder op dochter. In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Voor de pastoor of voor tante nonneke. Of ze de laatste keer ook voor CD&V stemde? “Nee”, zegt ze bijna verontschuldigend, net of ze vreemd is gegaan. En dat heeft ze, zo blijkt. Of toch niet. “Ik heb voor de sossen gestemd, voor dienen huisdocteur. Méhus.”

“Alles draait om geld en macht. Er is toch maar één belang dat telt, dat van de Tieltenaar?”

Of ze tevreden is van het gevoerde beleid? “Kijk naar de overkant”, zegt ze. “Te huur, te koop. Waar is de tijd van gleierwaren Billiets aan de overkant. Of van Lisette van de Mayfair?” Het zegt veel over wat ze bedoelt. Over onze kleine zelfstandigen die we met naam kenden/kennen. Bakker Slier, de Slappen Ardun, Hilda van de Kiste. “Wat doen al die immokantoren hier? Al die interimkantoren?” Het gaat dus over de leegstand in de Kortrijkstraat. We zouden ook een boom kunnen opzetten over de slechte bestrating, vooral aan de kant van de Vierhoek.

“Op wie ik nu ga stemmen? Ik weet het niet. Ik ken die jonge gasten niet. Er zou een nieuwe partij zijn. Iedereen Tielt, wat is dat? Geen idee. Ik ga weer de foldertjes goed bijhouden. De partijprogramma’s? Daar kijk ik niet meer naar. Als ze alles uitvoeren, komen ze miljoenen te kort. Ik observeer vlugger de foto’s. Je ziet aan de manier waarop ze kijken of ze betrouwbaar zijn, of niet.”

Overeenkomen

Als ik aanstalten maak om mijn fotocamera boven te halen, duikt Hilde bijna onder tafel. “Nee, geen foto’s, meneer. Ik wil nog één iets zeggen, meneer. Ge leest zo vaak dat ze niet overeenkomen in het stadhuis, dat er geruzie is over geld en zo. Alles draait om geld en macht. Er is toch maar één belang dat telt, dat van de Tieltenaar?” Ik stel voor dat ze zelf in de politiek gaat. Mijn stem heeft ze. Bijna. Ze lacht. Groen.

Tieltenaar heeft een mening, maar durft ze niet zeggen

Slenterend door de Kortrijkstraat stel ik niet alleen te huur-panden vast. Maar ook de grote charme van enkele schone voorgevels. Van mooie mensen die ondanks het miezerig weertje toch de moeite doen om even vriendelijk goedemorgen te knikken. Tielt blijft een gezellig stadje. Met enkele leuke horecazaken en fijne eethuizen, onder meer op de Markt.

“Het nieuwe bestuur, ze doen dat goed”, zegt Thomas, die een ingeweken Tieltenaar is. “Ik woon hier nu al tien jaar en woon hier graag. Ik heb de indruk dat de meerderheid weet wat men wil. Het moet niet gemakkelijk zijn om met zoveel partijen overeen te komen. Dat er wel eens ruzie is? Waar niet? In een goed huwelijk toch ook? Ja, ik ga weer voor dat nieuw stadskartel stemmen. Die twee vrouwen (Els De Rammelaere en Veerle Vervaeke, red.) doen dat goed.”

“Dat er wel eens ruzie is? Waar niet? In een goed huwelijk toch ook?”

Anderen zijn minder, of niet gelukkig, met deze bestuurscoalitie. Enkele handelaars zijn boos. Over de werken, over de nieuwe werken, over de niet goed uitgevoerde werken, over die belasting in het kernwinkelgebied. “Wie maakt nu gebruik van die gratis wifi? Moeten wij daarom meer belastingen betalen? En die boxen dan? Wat is de meerwaarde van wat ketelmuziek“, zegt een handelaar, die partij noch kleur kiest. Kleur bekennen, het blijft slecht voor de commerce.

Nog mooier is Tielt in de ochtendzon, zoals dinsdag. Mensen die we aanspreken om het over de lokale politiek te hebben, schermen met: “Ik heb geen tijd.” “Ik heb geen goesting.” “Ik hou me daar niet mee bezig.” En weg zijn ze. Naar het Kruidvat en de Hema.

Romain Vanlandschoot

Thuisgekomen bladeren we nog even in ons contactenboek. Historicus Romain Vanlandschoot belden we in het verleden meerdere keren om het over de lokale politiek te hebben. Vele jaren geleden schreef hij een boeiend – elke Tieltenaar moet dit hebben gelezen – werkstuk. Tussen juni en november 1982 verscheen in De Gazette van Tielt van de hand van Romain Vanlandschoot de artikelenreeks over ‘170 jaar gemeenteraadsverkiezingen in Tielt’. In 2000 publiceerde de Stichting Jean Lemey een herwerkte en aangevulde versie. Enkele dagen voor de verkiezingen van oktober 2012 liet hij in deze krant nog optekenen: “Het wordt uitermate spannend.” De nagel op de kop. De intussen 84-jarige Romain Vanlandschoot volgt het niet meer. “Nee, de laatste twee à drie jaar niet meer van dichtbij. Ik doe er liever geen uitspraken meer over.” Als dé Romain het zelfs al niet meer doet…