Noël Persijn uit Wakken stapt na rijkgevulde carrière uit de actieve politiek in Dentergem

Noël Persijn bij een boekenrek met memorabilia uit zijn politieke carrière. © vadu
Valentijn Dumoulein
Valentijn Dumoulein medewerker KW

Niet alleen OCMW-voorzitter Trees De Smet, maar ook haar voorganger Noël Persijn (70) zegde de actieve politiek met de jaarwissel vaarwel. Hij begon indertijd samen met burgemeester Koenraad Degroote aan zijn politieke loopbaan en kan na een carrière van liefst 36 jaar terugblikken op heel wat mooie realisaties.

Herinnert u zich nog uw eerste stappen in de politiek?

Noël Persijn: “Ik maakte net als burgemeester Koenraad Degroote in 1982 mijn debuut op het politieke toneel. Hij als gemeenteraadslid, ik als OCMW-raadslid. Het waren lokaal politiek turbulente tijden met veel geruzie binnen Groep 82. In het verkiezingsjaar 1988 werkten Koenraad en ik aan een verzoening en stonden we samen aan de basis van de partij Eendracht Nu, die later verveld is tot simpelweg Eendracht. Al die jaren later vormden we nog steeds een goede tandem. We zijn nog altijd trouwe vrienden en gaan nog steeds samen op pad. Net als hij heb ik ook ooit mijn kans gewaagd op de provincie- en kamerlijst, maar laten we zeggen dat hij op dat vlak iets succesvoller was.” (lacht)

In 1992 werd u dan OCMW-voorzitter, een ambt dat u 17 jaar bekleedde.

“Er waren drie kandidaten voor die functie: ikzelf, wijlen André Verstaen en Maurice Dujardin. De burgemeester stelde voor dat we elk twee jaar voorzitter zouden zijn om dan te wisselen. Ik zag dat niet zitten en stelde voor dat de andere twee elk drie jaar mochten besturen. Eerst was het de beurt aan Maurice en toen André de fakkel zou overnemen, heeft hij het ambt alsnog aan mij overgelaten. In aanloop naar de verkiezingen van 2006 vond ik het tijd voor verjonging binnen de partij. Bij een goede uitslag zou ik nog twee jaar voorzitter blijven en de fakkel dan doorgeven en zo is het gebeurd.”

Onrecht kan ik niet verdragen. Ik ben altijd blijven streven om dat tegen te gaan

Is er in al die jaren veel veranderd bij het OCMW?

“Jazeker, het is nu zelfs geïntegreerd in het gemeentebestuur. Toen ik voorzitter werd, werkten er op het OCMW tien mensen, toen ik vertrok waren het er al 40. Ik ben grote voorstander van het voortbestaan van het OCMW, in welke vorm dan ook. Na het burgemeesterschap vind ik dat de mooiste functie die er is. Simpelweg omdat er nood is aan een dergelijke dienst. Je doet het voor de mensen, niet voor de eer.”

“Brief van Vangheluwe ontvangen”

Hoewel het OCMW-voorzitterschap een serieuze aangelegenheid is, kon er af en toe wel eens een grapje van af. “Ik ben ooit met heel wat andere West-Vlaamse OCMW-voorzitters door toenmalig bisschop Roger Vangheluwe in Brugge ontvangen”, zegt Noël. “Daarvan prijkte jarenlang een mooie foto in ons huis. Toen de hele affaire rond zijn persoon losbarstte, heeft mijn vrouw die foto verwijderd. Niet veel later kreeg ik zogezegd een brief van Vangheluwe waarin hij schreef op zoek te zijn naar een schuilplaats om tot rust te komen. Hij haalde het aangename gesprek met mij in Brugge aan en vroeg zich af of er in Wakken geen plaatsje voor hem zou zijn. In de brief stond ook dat hij twee weken later zou bellen. Mijn vrouw kreeg thuis inderdaad een telefoontje, maar smeet meteen dicht. We hadden al gauw door dat het een grap van de burgemeester betrof. Hij durfde me af en toe wel eens een poets bakken. Een teken van onze goede vriendschap. Hij had die brief nagemaakt, inclusief bisschoppelijk logo. We zijn er gelukkig niet volledig ingetrapt.” (lacht)

Waar komt uw sociale engagement vandaan?

“Ik was twaalf toen mijn moeder stierf. Veertien dagen voor ik zou trouwen, is mijn vader gestorven en drie maanden daarvoor de moeder van mijn echtgenote. Vier maanden na ons huwelijk was ik zelf een jaar aan het bed gekluisterd door ziekte, maar ik ben er bovenop gekomen. Dat heeft me getekend en toen ik de kans kreeg om op sociaal vlak iets te doen, heb ik niet geaarzeld. Zoiets was me op het lijf geschreven. Bovendien kan ik onrecht niet verdragen en ben ik altijd blijven streven om dat tegen te gaan.”

Op welke realisaties bent u het meest trots?

“Dat we ervoor gezorgd hebben dat er in elke deelgemeente een lokaal initiatief kinderopvang is. Dat gebeurde in 2004 eerst met een Initiatief Buitenschoolse Opvang in de pastorie van Oeselgem. De vorig jaar overleden karikaturist Nesten is toen nog langs geweest om de randanimatie te verzorgen. Door de goede samenwerking met de beide rusthuizen en hun directeurs heb ik er later nog voor gezorgd dat er ruimtes beschikbaar kwamen om kinderen op te vangen. Het was goedkoper om alles op één locatie te bundelen, maar de dienstverlening voor de inwoners vond ik belangrijker en dan durfde ik al eens op tafel kloppen. Ook op de bouw van sociale appartemensblokken Keukeldam en Ter Kerken blik ik tevreden terug. De opening van Ter Kerken was overigens de laatse officiële plechtigheid waar toenmalig minister Johan Sauwens op aanwezig was. Niet lang daarna moest hij ontslag nemen uit de Vlaamse regering nadat bekend raakte dat hij op een jubileumfeest van het Sint-Maartensfonds aanwezig was.”

Ik vergelijk politiek graag met een voetbalmatch: wie de goals scoort, is niet belangrijk, zolang we de wedstrijd maar winnen

Het is weinig mensen gegeven om de helft van hun leven aan de politiek te wijden. Wat is het geheim?

“In alles wat ik doe, ben ik standvastig. Wat er ook gebeurt, ik blijf mijn partij trouw en val ook anderen niet af. Sommige politici nemen het daar niet nauw mee, ik wel. Ook aanwezigheid is heel belangrijk. In al die jaren heb twee vergaderingen gemist: één in het OCMW en één in de gemeenteraad en die ene is dan nog omdat ik op dat moment in het ziekenhuis bij iemand moest zijn. Ook overleg is cruciaal. Ik had een prima band met de OCMW-secretaris en ook de burgemeester sprong regelmatig binnen. Ik ben van mening dat het groepsgevoel in de politiek primeert. Ik vergelijk het graag met een voetbalmatch: wie de goals scoort, is niet belangrijk, zolang we de wedstrijd maar winnen.”

Het OCMW werd onder uw voorzitterschap, samen met dat van Hooglede, door de Universiteit Antwerpen verkozen tot beste van West-Vlaanderen op vlak van kansarmoedebestrijding.

“We hebben geïnvesteerd in maatschappelijk werkers toen dat begrip nog niet helemaal ingeburgerd was. Een goede zet, zo bleek achteraf. Op een bepaald moment hadden we slechts vier leefloners in de hele gemeente. Pas door in contact te treden met de mensen, kan je resultaten bereiken.”

U was de laatste jaren gemeenteraadslid. Waarom nu toch het afscheid van de lokale politiek?

“Je moet op tijd plaats ruimen voor een jongere generatie, zodat er wat beweging in blijft. Ik had graag nog deelgenomen aan de gemeenteraadsverkiezingen, maar ik sukkel al een jaar of vier met mijn rug en het betert er niet op. Daardoor moet ik me overal met een wandelstok naartoe begeven. De dokter acht een operatie te riskant, dus moet ik me zo behelpen. Die beperkte mobiliteit is niet altijd even handig. Ik heb toen Philippe Wyffels voorgedragen en ik ben blij dat hij tot gemeenteraadslid is verkozen. Hij vroeg recent zelfs of hij in de raad op mijn vroeger zitje mocht plaatsnemen. Dat is een mooi gebaar.”

Wat gaat u doen met de vrijgekomen tijd?

“Ik blijf actief in het bestuur van vinkenmaatschappij Eerlijk Duurt Langst en daarnaast blijf ik achter de schermen meehelpen aan de kiescampagne van Koenraad in mei.”

Bio

Noël Persijn (70) woont met zijn vrouw Jacqueline Depaepe in de Hekkenstraat in Wakken. Hij is de vader van Steven en Stefanie en grootvader van Matteo, Mauro, Julie, Kato en Margot. Noël werkte 38 jaar voor beveiligingsfirma Madelec in Waregem, waar hij als alarmspecialist actief was. Hij stapte in 1982 in de politiek en werd eerst OCMW-raadslid, later 17 jaar OCMW-voorzitter en was nadien nog gemeenteraadslid. Hij was ook bestuurslid van sociale bouwmaatschappij Mijn Huis en stond mee aan de wieg van wielertoeristenclub De Mandelvrienden. Hij is erevoorzitter van het OCMW en is tot Ridder in de Orde van Leopold II gekroond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier