Luc Vannieuwenhuyze weer burgemeester: “Wie 40 procent haalt, mag Tielt terecht besturen”

© Foto WME
Philippe Verhaest

Dé winnaar van de verkiezingen. Zo kan je Luc Vannieuwenhuyze na zondag omschrijven. Met 4.033 voorkeurstemmen haalde de CD&V’er zijn beste score ooit en op 2 januari 2019 mag hij de burgemeesterssjerp opnieuw omgorden. “Met ons resultaat is het meer dan rechtvaardig dat we Tielt opnieuw mogen besturen”, zegt hij.

Al sinds 1988 is Luc Vannieuwenhuyze een niet weg te denken factor in de Tieltse politieke wereld. Hij heeft ondertussen twaalf schepenjaren op de teller en was tijdens de vorige bestuursperiode ook ruim een jaar burgemeester van de stad. Na zes jaar in de oppositie wordt de 60-jarige leerkracht wiskunde straks opnieuw de eerste burger van de Europastad.

Hoe tevreden bent u dat u straks opnieuw burgemeester zal zijn?

“Dat kan ik amper onder woorden brengen. Voor mezelf én voor mijn partij betekent dit een hele wending. In 2012 werden we het slachtoffer van een politiek spel en stonden we voor zes jaar aan de kant. Maar wie 40,8 procent van de stemmen haalt, mag straks met recht en reden Tielt opnieuw besturen.”

Ook uw persoonlijke score gooit hoge ogen.

“Dat vind ik straf. Ik haal mijn beste resultaat ooit. Na zes jaar in de oppositie bestond de kans dat de Tieltenaar mij vergeten was. Ik heb me niet kunnen profileren, had geen jubilea en officiële momenten om me te tonen… Die zogenaamde burgemeestersbonus, daar hoefde ik niet op te rekenen. Maar de kiezer heeft er anders over beslist.”

“Het gevoel dat ‘het stadhuis’ maar wat aan het aanmodderen was, leeft echt onder de bevolking”

Jullie winnen de verkiezingen erg afgetekend. Wat zegt dat over het beleid van de voorbije zes jaar?

“Dat de huidige meerderheid niet echt gescoord heeft. Binnen het schepencollege waren er veel harde discussies en zelfs openlijke ruzies. Daar komt niet veel goeds van. En door die interne strubbelingen bleven een pak dossiers aanslepen. Het gevoel dat ‘het stadhuis’ maar wat aan het aanmodderen was, leeft echt onder de bevolking. Met CD&V hebben wij achttien jaar lang bewezen dat we wél goed kunnen besturen. We hebben belangrijke en broodnodige investeringen – zoals de nieuwe sporthal en de stadskernvernieuwing – gedaan. En ook de recente opfrissing van de dorpskern van Aarsele hebben wij nog in gang gezet.”

Maar de huidige ploeg moet toch ook goeie zaken gerealiseerd hebben?

(glimlacht) “Laat me eens diep nadenken… Op vlak van openbare werken is het positief dat de Kistestraat is heraangelegd, net als het feit dat de nieuwe jeugdlokalen binnenkort klaar zullen zijn. Maar té veel dossiers zijn onder een dikke laag stof blijven liggen. De collegesite moest veel eerder aangepakt geweest zijn en de toekomst van onze academie is nog altijd niet duidelijk. Voor ons ligt er straks een pak werk op de plank.”

Hoe hebt u die zes jaar in de oppositie doorstaan?

“Aanvankelijk was dat moeilijk. In die mate zelfs dat ik overwoog om de politiek vaarwel te zeggen. Met die gedachte heb ik toch even gespeeld. Maar we hebben uiteindelijk onze draai gevonden, met Vincent Byttebier als fractieleider en ikzelf die bewust wat meer op de achtergrond stond. Inhoudelijk werkte ik aan al onze punten mee, maar het woord liet ik aan Vincent. Ik heb bewust ook zelf nooit extra agendapunten ingediend.”

“Sociale media? Ik hou meer van een direct gesprek met de Tieltenaar dan dat ik om virtuele likes geef”

Bent u altijd blijven geloven in een terugkeer naar de meerderheid?

“Doorheen de huidige bestuursperiode zagen we dat het beleid steeds meer van haar pluimen aan het verliezen was. Er was almaar minder samenhang in het schepencollege en het politieke landschap is de voorbije jaren fel veranderd. Dat schepte mogelijkheden voor ons. We zijn naar de kiezer getrokken met een zeker nu-of-nooitgevoel. En het was er boenk op.”

Hoe hebt u verkiezingszondag beleefd?

“Aanvankelijk erg rustig. Maar naarmate de dag vorderde, borrelden de gezonde zenuwen toch op. Ik kreeg echt het gevoel dat zondag 14 oktober mijn leven opnieuw een andere wending kon geven. Toen rond 18 uur bleek dat we met CD&V ruim 40 procent van alle stemmen hadden gehaald, werd ik overmand door een gelukzalig gevoel. Toen besefte ik dat, na zes jaar aan de zijlijn te moeten toekijken, het weer aan ons kon zijn.”

Hoe gaat u de komende bestuursperiode tegemoet?

“Met erg veel vertrouwen. Ik ben ervan overtuigd dat we met Iedereen Tielt en Groen een hechte ploeg zullen vormen. En ook belangrijk: we hebben een ruime meerderheid van 18 zetels. Alles is aanwezig om op een goeie basis van start te kunnen gaan. Het is echter cruciaal dat we als stadsbestuur heel goed zullen samenwerken met alle stadsdiensten. Wij gaan voor een duidelijk en realistisch beleid. Zotte toeren zijn niet aan ons besteed.”

Luc Vannieuwenhuyze weer burgemeester:
© Foto WME

Hoe wilt u aan politiek doen?

“Door tússen de mensen te staan. En door dringende dossiers aan te pakken. De Neringenstraat en de Sint-Amandstraat slepen al veel te lang aan, daar willen wij verandering in brengen. De contacten met de hogere overheden en de provincie moeten intenser worden, want voor dergelijke dossiers is financiële inbreng van buiten Tielt nodig. Daar zijn onze eigen middelen te beperkt voor.”

“Wij gaan voor transparantie en betrokkenheid, iets wat binnen het huidige schepencollege niet altijd het geval was. Dat zorgde inderdaad voor problemen. Problemen die wij willen vermijden. We zien elkaar als evenwaardige partners en willen in elk dossier volledig open met elkaar communiceren. Ik heb alle vertrouwen in de mensen van Iedereen Tielt.”

Groen wordt ook mee aan boord getrokken, maar krijgt geen schepenambt. Hoe valt dat te rijmen?

Groen wordt betrokken in het beleid en zal in elk dossier inspraak krijgen. An Vanden Bussche en haar partij stappen met veel goesting in dit verhaal en van beide kanten is het gevoel erg goed. Bovendien beseft Groen dat het vanuit de meerderheid zijn stempel meer zal kunnen drukken dan vanop de oppositiebanken.”

“De collegesite willen we in gang zetten, maar misschien moet het totaalplaatje iets minder ‘zwaar’ zijn”

Hét dossier van de komende zes jaar is de collegesite. Wat zijn jullie plannen?

“We willen ons eerst degelijk informeren. Een stand van zaken opmaken zal wat tijd in beslag nemen, maar het is onze ambitie om de collegesite tijdens de komende zes jaar te realiseren of op zijn minst in gang te zetten. De huidige plannen moeten wel wat bijgeschaafd worden. Wat meer groene accenten bijvoorbeeld en misschien moet het totaalplaatje iets minder ‘zwaar’ gezien worden. Ook de rol van de Tieltse Bouwmaatschappij, dat eigenaar is van de gronden aan de Ieperstraat, moeten we bekijken.”

En wat met de zuiderring?

“Daar zijn we duidelijk in: de zuiderring moet er komen. In 2009 konden we al het deel tussen de Deinsesteenweg en de Wakkensesteenweg realiseren, nu willen we het dossier opnieuw op tafel leggen. Het zwaar verkeer moet immers uit onze stadskern gebannen worden. En dan is de voltooiing van de zuiderring nu eenmaal nodig.”

De voorbije kiescampagne speelde zich voor een groot deel op sociale media af. U bent er echter helemaal niet actief op. Bewust?

(lacht) “Dat klopt. Ik heb geen Facebookaccount, zit niet op Instagram of Twitter… Waarom? Ik ben gewoon niet op die trein gestapt. En nu vind ik het ook niet echt nodig om alsnog op die platformen mijn ding te doen. Dat wil daarom niet zeggen dat ik minder bereikbaar ben voor de burger. Mijn deur staat voor iedereen open, maar ik heb liever direct contact met de Tieltenaar dan een ‘ontmoeting’ in de virtuele wereld. Likes interesseren me niet. Ik kom graag onder de mensen en ben met plezier op evenementen en bijeenkomsten in onze stad aanwezig. Dan neem ik niet snel-snel een foto om die online te plaatsen en weer te vertrekken, maar blijf ik om met de mensen te praten. Alleen zo kom je te weten wat er in je stad leeft.”

Tot slot: wat wilt u straks als eerste veranderen?

“Er is zoveel dat we moeten doen. Onze academies helpen, de mobiliteit in Tielt onder de loep nemen, de collegesite… Laat ons starten met een degelijk beleidsplan voor de komende zes jaar op te stellen.”