Johan Vande Lanotte: “Ik, ongelukkig? Dan moet half België ongelukkig zijn”

Foto Davy Coghe © Davy Coghe Johan Vande Lanotte
Hannes Hosten

Hoe zou het nog zijn met Johan Vande Lanotte? Goed, zo blijkt. 54 dagen na 14 oktober laat de keizer van Oostende in zijn kaarten kijken. De bijna oud-burgemeester zal zich nog één keer smijten, als lijstduwer voor de Kamer. Daarna is het tijd voor zijn politieke afscheid. “Als ik ongelukkig moet zijn, na een carrière van 30 jaar met ongelooflijk veel kansen, dan moet half Belgiëongelukkig zijn.” Een openhartig gesprek met een workaholic over politiek, geld en… vakantie.

Hij heeft het nog vrij druk, zegt hij, ook in de laatste maand van zijn burgemeesterschap. En dat merken we. Tussen de fotosessie door tekent hij nog snel een reeks besluiten. Johan Vande Lanotte blijft een werkpaard, burgemeester of niet. “Ik wil tegen de kerstvakantie goede samenvattingen maken van een 20-tal belangrijke lopende dossiers. Die gaan naar mijn opvolger en alle fracties. De overdracht moet op een ordentelijke, professionele manier gebeuren. Ik wil niet dat de nieuwe burgemeester moet starten in een leeg bureau, zonder dossiers.”

Uw mandaat in de gemeenteraad neemt u niet op. Waarom niet?

“Omdat elke tussenkomst een persoonlijke klank krijgt. Het komt altijd over als de oud-burgemeester die de nieuwe burgemeester of schepenen bekritiseert en zo gaat de inhoud van je tussenkomst verloren. Als we een inhoudelijke oppositie willen voeren, moeten we loskomen van dat persoonlijke. Ze zullen altijd denken dat ik spreek uit rancune. Daarom ook trad ik na de verkiezingen niet op als woordvoerder van mijn partij. Ze zouden anders zeggen dat ik het deed voor mijn eigen postje. Achter de schermen blijf ik wel de fractie helpen. Ik laat Oostende niet los.”

Je weet nooit dat ze me over zes jaar vragen om nog eens op de lijst te staan, maar het zou me verwonderen als dat dan nog een grote impact zal hebben

Maar dit is wel uw afscheid van de actieve politiek in Oostende?

“Ik ben 63, we zijn aan het verjongen, John Crombez is het nieuwe boegbeeld van de partij… Je weet nooit dat ze me over zes jaar vragen om nog eens op de lijst te staan, maar het zou me verwonderen als dat dan nog een grote impact zal hebben. Het zou zelfs erg zijn als ze me dan nog vragen, want in die zes jaar moeten we een nieuwe groep maken. Het ergste wat een oppositiepartij kan doen, is achteruit kijken.”

Op 14 oktober verloor de Stadslijst in Oostende vier zetels en 9,3 procent van de stemmen. Ziet u dat als een grote nederlaag?

“Ik kijk daar gemengd naar. We kunnen natuurlijk niet tevreden zijn, maar in vergelijking met de SP.A in de 13 centrumsteden, scoren wij met 23 procent nog altijd de tweede beste na Leuven. De rest zit daar ver achter. Hoe dat komt? Extreemrechts verdubbelt zijn zetelaantal. De migratie- en vooral de transmigratieproblematiek gaf het Vlaams Belang vleugels. Ik deed 2.000 huisbezoeken en de helft van de mensen begon over migratie en transmigratie. Dat speelde zeker een grote rol. Als grootste partij hebben we daar het meest onder geleden.”

Ik zie er tegen op, maar mijn hersenen zeggen me dat ik eens vakantie moet nemen

Dus u vindt het een goede uitslag?

“We zijn hier nog altijd de grootste. Dat is ook de reden waarom we uit de coalitie zijn gezet: niet omdat we te weinig stemmen haalden, maar omdat we er te veel haalden. Het lukt voor de vijfde keer niet om ons eronder te krijgen. De enige manier die nog rest, was ons in de oppositie duwen. En voor mezelf? Natuurlijk vind ik het jammer. Maar na een carrière van 30 jaar mag ik mezelf geen zelfbeklag toelaten. Mocht ik nu ondankbaar zijn, dan ben ik maar een triestige mens. We zijn de grootste partij en ik heb 5.000 voorkeurstemmen. Wij hebben de verkiezingen gewonnen, alleen zat de topscoorder – Tommelein – bij Open VLD.”

Was er toch geen sleet op de partij, na 24 jaar aan de macht?

“Dat zal ik niet ontkennen. Wij hebben 24 jaar bestuurd en de stad fundamenteel veranderd. Het was een beetje cynisch: enkele weken na de verkiezingen verscheen een artikel ‘Iedereen wil in Oostende zijn’. De stad is weer hip. Wij hebben meer dan ons werk gedaan. Maar er zijn mensen die vinden dat het eens een andere mag zijn, ja.”

Wat vindt u van het nieuwe bestuursakkoord van Bart Tommelein?

“Het is beter om vijf uur te praten met concrete resultaten dan om 60 uur te praten als er niets uitkomt. Er zijn wat concrete punten, maar heel veel zaken zijn nog heel vaag, moeten nog ‘onderzocht’ worden… Ze lieten de controversiële punten vallen om niets te doen dat moeilijk ligt voor de ander. Terwijl je in een goede coalitie iedereen zijn punten moet laten realiseren. Hier is het de grootste gemene deler geworden. Zo heb je natuurlijk geen vernieuwend bestuur. Wij hebben het nooit zo gedaan. Dat was ook de sterkte van de regeringen waar ik in gezeten heb. Iedereen mocht scoren.”

Wat Groen gedaan heeft, vind ik slecht en verkeerd. Ze hebben gewoon hun woord gebroken

Groen speelde een centrale rol in het vormen van deze coalitie. Terwijl ze al van voor de verkiezingen verregaande afspraken met jullie hadden.

“Wat Groen gedaan heeft, vind ik slecht en verkeerd. Ze hebben gewoon hun woord gebroken. De zondag zegden ze toe om met ons samen te werken en dat dat alleen maar zou veranderen in wederzijdse afspraak, de woensdag kozen ze al voor Tommelein. Ze konden niet anders? Het was omdat ze het wilden. Dat zien we ook in andere steden. We weten dat Kristof Calvo heel regelmatig in Oostende was, een groot pleitbezorger om zoveel mogelijk coalities zonder de SP.A te vormen. Groen gaf inhoudelijk alles op om toch maar de Stadslijst aan de kant te schuiven.”

We lazen dat u nu opnieuw in de nationale politiek zou stappen.

“Het uitvoerend bestuur van SP.A West-Vlaanderen heeft mij gevraagd om te helpen. De peilingen zijn niet goed en ik heb gezegd: oké, ik wil lijstduwer zijn. Het SP.A-congres moet dat nu nog bekrachtigen. De partij heeft nu in onze provincie drie zetels. We hopen die te behouden. Als we ze halen, is de kans erg klein dat ik zelf een van de drie verkozenen zal zijn. Als we vier, vijf zetels zouden halen, kan de lijstduwer verkozen raken. Maar met drie zetels is dat echt uitzonderlijk.”

En mocht u toch verkozen zijn?

“Dan is de afspraak dat ik mijn zetel doorgeef aan een jongere. Een nieuwe carrière in het parlement is niet mijn optie. De toekomst van de SP.A ligt niet in het verleden. Wat heb je dan opgebouwd over vijf jaar als ik nu nog eens naar de Kamer ga? De keuze van de partij is om te vernieuwen en daar wil ik bij helpen. Ik zal heel veel campagne voeren. Dat doe ik heel graag. En ik zal ongelooflijk blij zijn als we onze drie zetels kunnen behouden.”

Zeven jaar wedde heb ik buitengegooid. Er zijn er nochtans die zeggen dat ik het voor het geld doe

En als uw partij smeekt om toch te blijven?

“Het getuigt van jeugdige naïviteit om te denken dat ze dat zullen doen. Nee, er is genoeg werk buiten de politiek. Ik werk nog 30 procent voor de Universiteit Gent en zal daar nu weer wat meer op toeleggen. Ik werk mee aan een educatieve videoreeks en ben door de Universiteit Hasselt gevraagd voor de Francqui-leerstoel, een reeks van vijf openbare lessen rond grondwettelijke thema’s. En ik behartig ook de juridische kant van enkele dienstverleningscontracten tussen de universiteit en bedrijven. Ik ga drie tot vier dagen per week voor de universiteit werken. Ik word daar niet extra voor betaald, maar doe dat graag.”

Kreeg u eigenlijk uw parlementaire uittredingsvergoeding?

“Nee, omdat ik eind 2016 zelf ontslag heb genomen uit de Kamer. Als ik Kamerlid was gebleven, wat ik mocht als burgemeester, had ik na mijn parlementaire loopbaan wel recht op die uittredingsvergoeding. Door te stoppen, heb ik zeven jaar parlementaire wedde buitengegooid. Ik kon ook mijn parlementair pensioen opnemen, maar heb dat ook niet gedaan. Wie 65 is, mag zijn pensioen opnemen en nog bijverdienen. Maar ik was nog geen 65 en burgemeester. Waarom moest ik dan mijn pensioen krijgen en een ander niet? Er zijn er nochtans die zeggen dat ik het voor het geld doe hé.”

U hebt wel nooit slecht verdiend.

“Ik heb nooit gezegd dat ik te weinig verdiende, want dat was niet zo. Ik heb ook nooit gezegd dat ik schandelijk veel verdiende en dat was ook niet het geval. Als burgemeester krijg ik een goeie 4.000 euro per maand voor 80 uur werken per week. Ik vind dat goed betaald, maar hoef me daar niet voor te schamen.”

Gaat u nu een kalmer leven tegemoet?

“Ik peis het niet, nee. Ik zal zorgen dat het zo niet is. Het extra werk aan de universiteit, ik zal dat graag doen. Het geeft me ook een zekere vrijheid. Ik ben nog een jonge mens hé. Maar ik zal wel… (pauzeert en zucht diep) een week vakantie nemen.”

Dat meent u niet.

“Dat is waar ik het meest tegen op zie de komende zes maanden. Maar mijn hersenen zeggen me dat ik het eens moet doen. Ik ga waarschijnlijk op reis, misschien de Kaapverdische Eilanden, omdat het daar warm is. Maar ik weet al dat ik in die zeven dagen zes dagen zal binnen zitten om boeken te lezen. Eigenlijk zinloos, want dat kan je ook thuis. Nee, het is mijn ding niet, vakantie.”