Jan Rosseel ziet schepenambt in Ingelmunster niet als een troostprijs

Jan, samen met echtgenote Liesbet en de jongste kinderen Kobe en Miel op de schoot. Achteraan staan zijn dochters Axelle en Maxime. (foto FODI) © (foto FODI)
Redactie KW

Jan Rosseel droomde al lang van een politiek mandaat. Het werd geen ministerpost of de burgemeesterssjerp, maar wel een schepenambt met belangrijke bevoegdheden, waaronder Openbare Werken en Sport. De zelfstandige kinesist gaat ervoor en wil zich iedere dag inzetten voor de bevolking.

Jan heeft al van jongs af feeling met de politiek. Zijn grootmoeder en ouders waren actief bij de Volksunie. Vroeger had hij andere prioriteiten en werd de politiek opzij geschoven. “Daarna ging het minder goed met de Volksunie. We kregen Spirit, ID21, maar ik kon mijn draai daarbij niet vinden. Toen N-VA nationaal begon, was ik al vanaf het eerste jaar lid. Even later begonnen Dirk Debaere, Steven De Maesschalck, Manfred Vanhulle en Karel Deprez met de opstart van de N-VA in eigen gemeente, terwijl ik zelf aan het zoeken was hoe ik met deze partij in Ingelmunster kon beginnen. Ik ben naar deze startvergadering geweest in het bijzijn van Jan Jambon”, herinnert Jan zich nog. “Daarna kwam ik heel vlug terecht in het bestuur van N-VA Ingelmunster en even later al in het arrondissementeel bestuur Kortrijk-Roeselare-Tielt. Ik zit nu ook al vier jaar in de partijraad en drie jaar in het dagelijks bestuur van het arrondissement. Sinds april 2018 ben ik eveneens voorzitter van N-VA Ingelmunster, omdat mijn voorganger Tom Wylin stopte. Dat was geen leuk geschenk. Er waren wat perikelen, maar ik heb dat in een korte tijd, maar wel met veel moeite terug recht kunnen trekken. Nu draait alles terug perfect. In februari zijn er nieuwe bestuursverkiezingen. Het zit er dik in dat Steven De Maesschalck – ooit al onze plaatselijke voorzitter – die functie terug op zich zal nemen”, verduidelijkt Jan.

“Geen feestburgemeester”

Jan deed ooit mee aan de nationale politiek en droomde van een ministerpost. Toen De Brug/N-VA & Open VLD in oktober 2012 de meerderheid behaalden, dacht Jan aan de burgemeesterssjerp. De derde keer kon de goede keer zijn. Het bleef echter bij een schepenambt, ziet hij dat als een troostprijs? Jan lacht : “Ik had die vraag verwacht. Ik ben altijd heel ambitieus geweest. Een schepenambt is voor mezelf het hoogst haalbare. Kurt is een goede burgemeester, hij staat tussen de mensen. Ik kan dat niet met dezelfde gedrevenheid. Ik hoopte op een schepenambt, dat is dus werkelijkheid geworden. Burgemeester worden, een droom ? Dat is een droom, maar ik weet dat zoiets niet meer zal lukken. Onze burgemeester is geen feestburgemeester, zoals hij na de verkiezingen werd afgeschilderd. Hij zet zich duidelijk in voor de inwoners.

Gevoel van Twijfel

Ik kan de volgende zes jaar enkel maar mijn best doen zodat ik aan naambekendheid win. Op die manier kan ik dan bewijzen dat ik voor de mensen werk. Ik probeer zoveel mogelijk naar hen te gaan, met iedereen te praten. Ik heb al veel geleerd in enkele dagen tijd, met dank aan het gemeentepersoneel. Eerlijk, toen de gemeenteraadsverkiezingen naderden, begon ik te twijfelen. Veel mensen waren enthousiast over onze meerderheid, maar niet iedereen. Dan hoor je allerlei verhalen vertellen, waardoor je toch begint te twijfelen. CD&V kreeg ook goede namen erbij. SP.A ging zéker scoren. Dan begin je wat nerveus te worden.

Dat we als kartel zo goed gingen scoren, daar ben ik toch van geschrokken. Ik kreeg 606 stemmen achter mijn naam, maar er zijn nog altijd 7.400 mensen die niet voor mij stemden. Dat mag ik niet vergeten”, besluit Jan Rosseel.

“Ik kan bijna zo vlug snijden als Jeroen Meus”

Het gemeentebestuur heeft er een kok bij, of toch een schepen die heel goed kan koken. Op zijn 23ste begon Jan met het volgen van kooklessen. Hij deed dat niet één of twee jaar, maar wel zeven jaar. “Ik heb altijd graag gekookt. Vroeger organiseerde de KWB een kookavond in ‘t Roosje in de Weststraat. Er waren tien sessies met kok Patrick Deboever. Op de laatste bijeenkomst mochten de partners dan langskomen om mee te tafelen. Ze kregen dan zowel de aperitiefhapjes tot en met het dessert aangeboden, klaargemaakt door de mannelijke koks. Ik volgde dat twee jaar en daarna trok ik naar de avondles koken in de Middenschool Bellevue in Izegem. Ik kreeg er nog niet genoeg van. Ik ging dan naar ‘t Hoge in Kortrijk, waar ik zelfs snijtechnieken aanleerde. Ik kan bijna zo vlug snijden als Jeroen Meus. Ik wilde mijn snijkunsten eens demonstreren aan vrienden. Resultaat: rond middernacht mochten we naar de spoeddienst gaan in Izegem. Voor mezelf eindigde dat met een serieuze snee”, glimlacht Jan. “Mijn grootste uitdaging is iedere keer op zaterdag en zondag de frigo open trekken en kijken wat erin zit. Daarna begin ik te experimenteren met de gerechten die beschikbaar zijn. Ik eet enorm graag vis – twee keer per week – en gevogelte. Door mijn darmoperatie kan ik minder rood vlees eten, omdat dit niet goed verteert. Mijn specialiteit is bouillabaisse met verse rouille. Natuurlijk maak ik dat klaar met verse vis. Vroeger bracht ik vis mee van aan zee, want ik gaf ook les aan de Koninklijke Zeevaartschool in Bredene. Nu ga ik naar een grote viscentrale in Harelbeke of naar de viswinkel aan de Bosmolens in Izegem”, zegt keukenprins Jan.

“Door de verkiezingen ben ik negen kilo verzwaard. Ik deed 96 uren aan huisbezoeken. Normaal eet ik nooit meer na 19 uur, maar toen kon ik meestal maar rond 21.30 uur eten. Die kilo’s moeten er terug af. Al die recepties heb ik ook wat onderschat…”

“Graag een nieuw sportgedeelte”

Jan is nu schepen van Sport en hij zetelde maar liefst dertig jaar in de beheerraad van de sportraad. “Ik was twaalf jaar lid, evenveel jaren secretaris en zes jaar voorzitter. Ik ken de werking door en door. Ik wil dingen verwezenlijken. Als het van mij afhangt, komt er een nieuw sportgedeelte bij”, zegt Jan. “Dat is nodig, want sport is in. Ook de bevoegdheid Volksgezondheid ligt mijn nauw aan het hart. Met mijn beroep als kinesist kan ik daar veel mee doen.

In het gemeentehuis is er geen cola meer te krijgen voor het personeel, enkel nog water. Dat is goed voor de gezondheid. Ik ben ook schepen van IT. Daarop blijven we ons ook focussen. We moeten alles nog meer digitaliseren, zodat mensen nog vlugger worden geïnformeerd en ook sneller allerlei informatie kunnen krijgen. Openbare werken mag je ook niet onderschatten. Een dorpsgenoot belde met de vraag of ik de schepen van de putjes ben. Ik zei ja. Ik probeer alles heel vlug op te volgen en op te lossen. Zes jaar geleden hadden we nog geen meldpunt, nu wel. Daar komen ook veel vragen aan.” (PADI)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier