Reisblog (4): Havana Nights

Samen in een cabrio, op weg door Havana. © CT
Charlotte Therssen

Onze collega Charlotte stapt voor zes maanden uit het mediawereldje en volgt haar verloofde naar Cuba. Op kw.be vertelt ze tweewekelijks over haar leven aan de andere kant van de wereld. Maak kennis met onze journaliste, bijna-bruidje en Jetair-hostess in een veel te krappe broek.

Op 7 mei vierden we onze verjaardag. Het lijkt bijna irreëel, maar op 7 mei 2014 zag ik mijn verloofde -die toen nog niet eens mijn liefje was- voor het eerst terug op Antalya airport, na een verlegen date die twee maanden daarvoor plaatsvond en een arsenaal vol mailtjes en Facebookberichten. Eindeloos overlegde ik met vriendinnen of ik hem een kus of een knuffel moest geven, maar hij -gentleman als hij is- zette de eerste stap. Mwah. In de maanden die daarop volgden, reisde ik hem wel tien keer achterna naar zijn buitenlandse bestemmingen, en plots zaten wij daar op 6 mei 2015 samen in de auto richting Havana. In die zwoele stad zouden wij de liefde en toekomst vieren.

GPS is hier verboden

Even in de war op de weg –iets wat je in Cuba niet vindt, is veel en goede bewegwijzering en een gps is hier verboden – waren we de tunnel die ons rechtstreeks richting het centrum zou leiden, voorbijgereden. We reden drie maal hetzelfde rondpunt af om daarna à la blad-steen-schaar een nieuwe weg te kiezen. Plots kwam er een rode auto naast ons rijden. De passagier draaide zijn venster naar beneden en gebood ons hetzelfde te doen. “Havana?”, zei hij. We knikten. “I show you.” En hij wees met zijn wijsvinger naar een parkeerplek een paar meter verderop. Hij vertelde toen dat de oude tunnel elke twee dagen afgesloten is voor een veiligheidscontrole. Je moest al een echte Cubaan zijn, gaf hij te kennen, om zonder die tunnel de weg naar het centrum te vinden.

Een beetje geïntimideerd door zijn indrukwekkend postuur, gaven we tien extra. Op dat moment hadden we door dat we ‘geript’ waren.

Hij declameerde een complexe route en toen hij ons met de ogen zag draaien, bood hij iets te enthousiast aan om met ons mee te rijden. Een serieuze opoffering, want hij was een lifter en had net zijn ritje opgegeven om met ons terug naar af te gaan. We verzekerden dat we best wel onze plan konden trekken, maar hoofdschuddend introduceerde hij God in het gesprek en het ‘helpen van de medemens’. Tijdens de rit praatte hij over zijn vrouw en kinderen, over zijn job als trainer van het nationale Tae Kwon Do-team en de recente veranderingen dankzij Raul Castro. Hij won onze sympathie. Toen we er na 20 min waren, bleef hij aanhouden dat hij geen geld wou voor een taxi terug. Gecharmeerd besloten we hem toch maar 5 CUC toe te stoppen, al was het maar voor het spaarpotje van zijn kinderen. Maar toen reageerde hij geagiteerd dat dat niet genoeg was. Een beetje geïntimideerd door zijn indrukwekkend postuur, gaven we tien extra. Op dat moment hadden we door dat we ‘geript’ waren. Wij zijn als buitenlanders namelijk te herkennen aan onze toeristennummerplaat, dat was zijn cue. Later zochten we zijn naam -Rolando Gonzalez- op en bleek dat effectief een gevechtstrainer te zijn, maar zag hij er anders uit. En die tunnel, hoorden we, wordt nooit gecheckt op scheurtjes in de constructie, althans niet elke twee dagen. Op deze en vele andere manieren proberen duizenden Cubanen elke dag net zoals onze fake-Rolando extra’s te bekomen op hun povere inkomen. Rippen is overleven. Maar daarover meer in een volgende blog.

Hotel 'Tryp Habana Libre, in de gloriedagen de Hilton van Havana.
Hotel ‘Tryp Habana Libre, in de gloriedagen de Hilton van Havana.© CT

Onze trip bracht ons naar de ‘Tryp Habana Libre’, het hoogste (en voormalig Hilton) hotel van Havana. Met een indrukwekkend uitzicht op het 17de verdiep doken we in onze avondkleren. Beetje meelij had ik wel met de lieve jongedames die een ganse dag op een gammel krukje in de lift moeten zitten om met een soort van schroevendraaier op een kapotte starttoets te drukken. Je wilt niet weten -of liever ruiken- wat voor zure luchtjes die toeristen de hele dag uit de hitte meebrengen.

Na een zwart-wit fotosessie op het balkon (mijn lief paste zo in een reclamecampagne van een nieuw geurtje van Giorgio Armani: Havana Nights) hielden we op straat een oldtimer-cabrio tegen om naar het fijnste restaurant van Havana te gaan: La Guardia. Het bevindt zich in een charmant koloniaal trappenhuis dat eerder dienst deed als filmlocatie voor de film ‘Fresa y Chocolate’. Deze film is trouwens de eerste en enige oscar-genomineerde film uit Cuba. Een bekwame chef/ondernemer maakte er samen met zijn vrouw een must-see & eat van voor gastronomen. We sloten het heerlijke diner af met een chocolade moelleux en aardbeienparels en konden vertrekken voor maar 50 CUC. Een fortuin die je als werknemer daar even in je handen mag houden. Als Michelin hier binnenkort voet aan wal krijgt, dachten wij, gaat deze plek met het boeket lopen. Bij het naar buiten gaan, waren we niet verlegen om aan een voorbijganger te vragen een foto van ons te nemen, op exact dezelfde plek en in dezelfde poses zoals Jay Z en Beyoncé dat een paar jaar voor ons deden. Crazy in Love, dat zijn we.

In La Guardia: op exact dezelfde plek en in dezelfde poses zoals Jay Z en Beyoncé dat een paar jaar voor ons deden.
In La Guardia: op exact dezelfde plek en in dezelfde poses zoals Jay Z en Beyoncé dat een paar jaar voor ons deden.© PerezHilton.com/CT

Table with a view in La Guardia.
Table with a view in La Guardia.

Daarna haastten we ons naar Tropicana, de wereldbefaamde cabaretshow onder de sterren. Tussen het groen pootten ze er in de dure en bruisende jaren vijftig een podium neer. Nat King Cole zong er ooit nog zijn Unforgettable en nu overtuigen voluptueuze dames in pluimen ons van hun elastische benen. Ze noemen die dames hier ‘Las diocesas del carne’, letterlijk vertaald is dat ‘de vleesgodinnen’. Straf hoe ze met zo’n grote hoofddeksels op en eindeloze hakken aan met gemak hun evenwicht weten te bewaren tijdens hun volksdans: de salsa. En hoe synchroon! Of lag dat aan de halve liter bruine rum die we er bovenop kregen, en het feest naar een ander niveau hielp? Met nog wat verdwaalde glitters in onze haren gingen we slapen om de andere dag, exact op het moment dat ik in Turkije een jaar geleden uit de terminal wandelde, op de Plaza de Revolucion te staan. Daar, onder Ché’s ogen, vierden we onze eigen revolutie.

Samen op de foto met de levende postkaart-legende.
Samen op de foto met de levende postkaart-legende.© CT

Het kleurrijke plein te midden van de stad brengt je terug naar de jaren '50.
Het kleurrijke plein te midden van de stad brengt je terug naar de jaren ’50.© CT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier