“Tijdig praten met de ouders”

Juf Katia (Heilig Hartschool) en directeur Patrick Van Nieuwenhuyse (directeur 't Nieuwland). (Foto WME)
Redactie KW

“De kleuterklas was vroeger een ‘bewaarschool’. Die tijd is voorbij. Spelenderwijs krijgen kleuters heel wat leerbagage mee, die hen verder helpt. We bekijken ook proactief wie niet aan voldoende halve dagen geraakt”, zegt Patrick Van Nieuwenhuyse, directeur van ‘t Nieuwland.

Dit artikel maakt deel uit van ons ‘Dossier Kleuters Naar School’.

De cijfers in de regio Tielt kleuren groen en positief, met een heel lage afwezigheidsgraad. Vooreerst wordt heel actief gescreend. “Vroeger kregen we van de stad de geboortelijsten. Die krijgen we nu niet meer, maar via andere kanalen speuren we de geboortes af. Vervolgens worden de ouders ook aangeschreven en krijgen we heel veel mensen over de schoolvloer die hun 2,5-jarig kind inschrijven. Er zijn er weinig die door de mazen van het net glippen”, zegt directeur Patrick Van Nieuwenhuyse.

Minstens even belangrijk is een constante opvolging. “Ouders kunnen ook kiezen voor thuisonderwijs, dat is wettelijk voorzien. Vergeet ook niet dat de kleuterklassen al langer geen bewaarscholen meer zijn. Spelenderwijs krijgt men enorm veel bagage mee. Ook in de kleuterklas heeft elke schooldag belang.”

“Ouders van vreemde origine gaan vaker met hun kinderen buiten de schoolvakantie naar hun thuisland”

Gemotiveerd advies

“Enkele keren per jaar bekijk ik ook de lijsten met kleuters die dreigen niet voldoende halve dagen te hebben. Dan gaat de leerkracht in overleg met de ouders. Reden kan bijvoorbeeld ziekte zijn. Op het einde van het jaar kan de schoolraad wel beslissen om iemand zelfs met onvoldoende halve dagen met een gemotiveerd advies toch naar het eerste leerjaar te sturen.”

“Af en toe glippen er ook wel kleuters, die voor alle duidelijkheid niet schoolplichtig zijn, van tussen die met hun ouders vaak dan van vreemde origine met vakantie naar hun thuisland gaan. Ze doen dat ook vaak buiten de schoolvakanties, om redenen die we allemaal kennen. Maar ook daarin zijn we soepel en gaan we in overleg. We merken vooral dat er een positieve betrokkenheid van iedereen is. Dat zorgt ook voor de goede cijfers”, besluit directeur Patrick Van Nieuwenhuyse.

Meulebeke scoort slecht

Bij de 3-jarigen ligt het percentage van kleuters met onvoldoende halve dagen in Meulebeke op bijna 5 procent. Dat is twee keer zoveel als het West-Vlaams gemiddelde (2,4 procent) en ook meer dan het gemiddelde in de provincie Antwerpen. En even hoog als in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Het gaat in Meulebeke om vijf kinderen op een totaal aantal van 103 3-jarigen. Wat is de reden? Bald Vandekerckhove, coördinerend schooldirecteur van de scholengroep Meulebeke-Pittem-Egem: “Ik heb de dossiers even nagekeken: het gaat dan onder meer om twee jonge kinderen die lange tijd ziek zijn geweest en om twee kinderen met een andere achtergrond. Onze medewerkers gaan met de ouders verder in overleg. Vaak gaat het om kleine dingen, die wel eens met een andere cultuur te maken kunnen hebben. We merken dat de cijfers van de 4- en 5-jarigen veel beter zijn. Zodat ook bij ons iedereen dan klaar is om naar het eerste leerjaar over te stappen.”

Wat de3-jarigen betreft is er naast Meulebeke alleen een piek in Wingene (2,8 procent). Voor de 4-jarigen schommelt de afwezigheid rond 1,5 procent, met kleine uitschieter in Ruiselede (1,9 procent) en vooral in Wielsbeke (3,8 procent). Ten slotte liggen de cijfers bij de 5-jarigen het hoogst in Pittem (2,9 procent) en Ruiselede (3,3 procent).