Scholen aan de kust lopen leeg

Foto Jeffrey Roos
Hannes Hosten

De scholen aan de kust lopen langzaam maar zeker leeg. Tegenover het jaar 2000 tellen de negen kustgemeenten Brugge niet meegerekend nu 21,2% minder leerlingen in het lager onderwijs en 13,1% minder in het secundair. Alle schoolbanken zitten sinds 1 september weer vol, maar het zijn er veel minder dan 20 jaar geleden. De vergrijzing van de kustregio laat zich ook in het onderwijs voelen. Onderwijsmensen ontkennen de problematiek niet, maar relativeren. “We zijn creatief”, luidt het strijdvaardig.

Onderwijsdeskundige en geograaf Edwin Verdoolaege zocht voor ons uit hoeveel leerlingen lager en secundair onderwijs er in elke kustgemeente wonen. En dat zijn er een pak minder dan rond de eeuwwisseling. In 2000 woonden in de negen kustgemeenten nog 12.575 kinderen die lagere school liepen. In 2018 zijn dat er nog 9.907. In het secundair onderwijs is de trend minder sterk: 11.752 leerlingen in 2000, 10.208 nu. Maar het spreekt voor zich dat het secundair zal volgen, want de kinderen uit de lagere school van vandaag zijn de middelbare scholieren van morgen.

Let wel: deze cijfers tonen het aantal leerlingen dat in de gemeente woont en dus niet het aantal dat in de gemeente school loopt. Kinderen en jongeren uit de kustgemeenten gaan ook soms naar school in het binnenland (en omgekeerd). In het middelbaar zijn er dat behoorlijk wat, maar dat zie je dus niet aan deze cijfers. De lagere scholen worden vooral bevolkt met kinderen uit de eigen gemeente. En dat zijn er aan de kust dus veel minder dan vroeger.

Vergrijzing

Oorzaak? Uiteraard de vergrijzing. Waren er in 1997 nog 3.170 geboorten in de tien kustgemeenten, in 2017 werden maar 2.387 eerste kreetjes geslaakt. Net geen kwart minder dan 20 jaar geleden dus. “Naast het dalende geboortecijfer zijn er ook de hoge vastgoedprijzen, die de gezinnen naar het hinterland duwt”, zegt Edwin Verdoolaege. “Met een verdere verwachte daling van de leerlingenaantallen met 15 tot 20% in de komende vijf tot tien jaar, zijn een groot aantal lagere en secundaire scholen in hun voortbestaan bedreigd.”

“Vooral de sterke terugloop van de geboorten in Knokke-Heist, Nieuwpoort, Koksijde, De Haan, Middelkerke en Blankenberge in de voorbije 20 jaar is opvallend: -28,8% in Blankenberge, -30,9% in De Haan, -33,7% in Koksijde, -43,1% in Nieuwpoort tot meer dan een halvering in Knokke-Heist: 53% minder geboorten. De Panne heeft kunnen profiteren van de migratie uit Frankrijk. De grote meerderheid van de lagereschoolkinderen is er Franstalig. Dat compenseert voor een stuk de daling van het geboortecijfer. Bredene is de enige die een groeiend geboortecijfer laat noteren, niet toevallig met een huisvestingspolitiek gericht op betaalbare woningen voor jonge gezinnen.”

Terugval

“Voor de nabije toekomst leert de prognose, gebaseerd op de huidige geboortecijfers, ons dat de leerlingenaantallen in het lager onderwijs over vijf jaar nog eens met 9,1% zullen terugvallen, met uitschieters tot 17,1% in Nieuwpoort, 17,4% in De Haan en 16% in Koksijde. Zeker aan de Westkust moeten we vrezen voor het verdwijnen van scholen“, waarschuwt Edwin Verdoolaege. “In Oostende is de situatie gunstiger omdat veel migrantengezinnen zich er zijn gaan vestigen. Brugge zal zich, als centrumstad met vele secundaire scholen, uit de slag kunnen trekken door fusies na te streven.”

De cijfers laten wel een kleine stijging zien van het aantal kinderen in lagere scholen sinds 2010. Maar dat zal niet leiden tot een blijvende heropleving, verwacht de onderwijsdeskundige. “De stijging is te danken aan de komst van allochtone leerlingen in die periode en een beperkte groei van het aantal geboorten tussen 2005 en 2011, die zich daarna niet doorzet. En ook de migratiecijfers zijn sinds 2015 gedaald.”

Onder druk

De Margaretaschool, een basisschool in het centrum van Knokke, telt iets meer dan 300 leerlingen. “Een dikke 20 minder dan toen ik hier 13 jaar geleden als directeur begon”, zegt directeur Kathleen Casselman. “In de oudere leerjaren hadden wij de laatste jaren enkele grote klassen. Als die uitstromen, voel je dat wel. Het valt in onze school nog goed mee, maar ik maak me zorgen over wat dit in de toekomst zal teweegbrengen. Maar zwartgallig? Nee. We moeten vooruit met de geit.”

“Ons leerlingenaantal staat onder druk”, bevestigt Rik Ascrawat, voorzitter van het schoolbestuur van het Katholiek Secundair Onderwijs Veurne-Westkust, dat sinds kort de vrije secundaire scholen van Veurne, Nieuwpoort en De Panne bundelt. “Er zijn minder leerlingen dan tien jaar geleden. Dankzij de samenwerking met verschillende scholen moesten we nooit iemand op straat zetten. Maar het is altijd spannend.”

We zijn creatief en daardoor zullen we standhouden“, vervolgt Rik Ascrawat. “Zo werkt het college van Nieuwpoort samen met de Hotelschool Ter Duinen uit Koksijde. Leerlingen van de eerste graad volgen lessen aan het college, maar praktijk in de hotelschool. Zo trekken we ook leerlingen uit het binnenland aan. We denken er ook aan een nieuw internaat op te richten voor leerlingen uit het binnenland.”

Van 500 naar 270

“Toen ik hier in 1983 als onderwijzer startte, telden we 500 leerlingen”, vertelt directeur Jan Andries van Vrije Basisschool De Ark in Koksijde. “Vandaag hebben we er nog 250 tot 270. In mijn 20 jaar als directeur daalde het leerlingenaantal met zo’n 25%. De laatste jaren is het wel wat gestabiliseerd. Maar de gemiddelde leeftijd in Koksijde is 57 jaar… en in de hele regio daalt het aantal geboortes en dus het aantal leerlingen. Onze afdeling in de Bliecklaan hebben we moeten afbouwen. Je kan er nog tot en met het tweede leerjaar terecht. In de hoofdschool splitsen we wel nog enkele klassen op. Ook in buurgemeenten zijn wijkafdelingen gevallen.”

Positief is de extra uren die we kregen voor de zorg. Daardoor zijn maar weinig leerkrachten moeten gaan. Als het toch niet anders kon, werden ze opgevangen in de scholengemeenschap, zij het wel ten koste van mensen die daar nog maar pas waren gestart. Gelukkig komen er veel kinderen uit het binnenland, van mensen die hier werken en zo. En ook heel wat Nederlandstalige leerlingen die in Frankrijk wonen. We hebben ook heel wat kinderen van Waalse ouders, die zich hier hebben gevestigd, en de vluchtelingenkinderen. Dat compenseert wel.”

Naar één net?

“We gebruiken al onze ruimte. Er staan geen klassen leeg”, aldus Jan Andries. “We hebben zelfs plaats tekort omdat er weer wat meer kleuters zijn. Een tiental jaar terug richtten we een deel van de school in als crèche, iets wat twee andere schoolnetten in Koksijde trouwens ook deden. Het leerlingenaantal zal in de toekomst nog wat zakken, maar de minister heeft ons wel meer omkadering beloofd. Zo hopen we onze leerkrachten te kunnen houden. Of de drie netten in Koksijde behouden moeten blijven? Voor mij mag het gerust één net worden, maar je botst op prioriteiten, benoemingen, anciënniteiten… die wegvallen voor een leerkracht die overstapt naar een ander net. Dat ligt erg gevoelig. Ook heeft elk onderwijsnet wel zijn eigen identiteit en dat zou behouden moeten blijven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier