Windmolenparken op Noordzee hebben effect op milieu

© iStock
Redactie KW

De windmolenparken in de Noordzee en de aanbouw ervan hebben een duidelijke impact op het milieu. Dat blijkt uit de studie Environmental Impacts of Offshore Wind Farms in the Belgian part of the North Sea van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en partners. De studie is vooral bedoeld als monitoring en om de veranderingen in het marien landschap rond de parken in kaart te brengen.

“Met dit monitoringprogramma verkrijgen we niet alleen een goed inzicht in de invloedssfeer van individuele windturbines en van windparken als geheel, maar kunnen we ook bijkomende maatregelen ontwerpen om ongewenste effecten op het mariene ecosysteem bij te sturen”, zegt Steven Degraer, hoofd Marine Ecology and Management bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en hoofdauteur.

Uit de studie blijkt dat de parken wel degelijk een invloed hebben. Mosselen en anemonen zijn talrijker geworden in de referentiezones buiten de windturbineparken. Onderzoek moet nog uitwijzen, of dat echt aan de windmolens te wijten is.

De kabeljauw profiteert

Ook op de vissen hebben de parken invloed. Er werden een aantal soorten gevonden, zoals de vorskwab, de gehoornde slijmvis, de groene zeedonderpad en gevlekte lipvis. Meldingen vanuit Belgische wateren van die vissen zijn eerder zeldzaam. In het geval van de gevlekte lipvis was er nog maar één waarneming. “Maar bijvoorbeeld ook de kabeljauw profiteert. Rond de funderingen is er heel wat eten te vinden en daar blijven de kabeljauwen dan ook in de nabijheid.

Voorlopig is de impact gering, maar als er pakweg 1.000 molens zouden staan, zou dat natuurlijk een invloed kunnen hebben“, aldus Degraer. Dat kan mogelijkheden bieden voor de visserij en aquacultuur. “Klopt, maar die mogelijkheden onderzoeken we niet. Dat is niet de essentie van het rapport. De gevolgen voor het milieu is dat wel.” Uit het onderzoek blijkt dat enerzijds ook kleine mantelmeeuwen en vleermuizen hun weg vinden naar de parken, maar dat anderzijds bruinvissen weg blijven.

Of de parken nu een positief dan wel negatief effect hebben op de fauna en flora, daar spreekt het instituut zich niet over uit

Impulsief geluid

Ook de aanbouw van de parken heeft een effect. Het plaatsen met hydraulische hamers zorgt voor impulsief geluid. Dat wordt gedempt met een ‘big bubble curtain’, een soort bellengordijn onder hoge druk. Het geluid wordt daarmee met 11 tot 13 decibel gereduceerd. De drempelwaarde van de ‘Belgische kaderrichtlijn mariene strategie’ ligt op 185 decibel. “Dat lijkt klein, maar decibelmeting verloopt algoritmisch. Dus een reductie van 13 decibel is aanzienlijk. Per zes decibel minder, kan je spreken van een halvering van de geluidsdruk”, duidt Degraer.

Of de parken nu een positief dan wel negatief effect hebben op de fauna en flora, daar spreekt het instituut zich niet over uit. “We staan er vanuit de wetenschap neutraal tegenover. Uiteraard zien we veranderingen die spectaculair zijn, maar of dat goed of slecht is, laten we in het midden“, besluit de wetenschapper.

Vijfde park in aanboud

Onderzoek is nodig nu de windparken fors uitbreiden. Er zijn al vier parken in de Noordzee en een vijfde is in aanbouw. En de komende jaren gaan er nog realisaties van start, ook in Nederlandse wateren. Onderzoek naar de gevolgen is nodig, vooral omdat de bedrijven naast een concessie ook een milieuvergunning moeten krijgen.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier