Vrijwilligers tellen steenuilen in Kuurne, Sente blijkt populair

© BRU
Redactie KW

In tegenstelling tot het landelijke Sint-Katharina en Lendelede gaat het niet zo goed met de steenuilenpopulatie op Kuurns grondgebied. Sinds kort trekt de steenuilenwerkgroep van Natuurpunt De Vlasbek erop uit om deze gevleugelde dieren in kaart te brengen. Tot op heden liet de steenuil zich in Kuurne al een tiental keer spotten. Onze reporter ging mee tellen en kon er zelfs eentje spotten.

Nog tot eind deze maand trekt de steenuilenwerkgroep van Natuurpunt De Vlasbek er ‘s avonds bij droog en windstil weer geregeld op uit om de steenuilenpopulatie in onze gemeente op te volgen. Dirk Verhaeghe is al een tiental jaar bestuurslid van natuurpunt De Vlasbek en eveneens actief in de steenuilenwerkgroep. “Tachtig procent van het Kuurns grondgebied werd al in kaart gebracht”, verduidelijkt coördinator Dirk Verhaeghe. “Vanaf de Brugsesteenweg werd zo verder richting industriezone en Sint-Katarina gewerkt. Ook de noordkant van Kuurne, palend aan Bavikhove, kwam al aan bod. De gemeente werd ingedeeld in kilometerhokken, die op hun beurt opnieuw in vier kwadranten werden opgedeeld.”

Verstedelijking

“Tijdens onze observatiewandelingen, die steeds gebeuren in groepjes van vier à vijf personen, luisteren we met behulp van een toestel dat steenuilengeluid produceert of er steenuilen aanwezig zijn. Tot op heden konden we op Kuurns grondgebied zo’n tiental steenuilen, die samen acht territoria hebben, aantreffen.”

In tegenstelling tot buurgemeente Lendelede, waar zo’n 46 steenuilen verspreid over 25 territoria werden aangetroffen, scoort Kuurne beduidend minder goed. De verstedelijking van Kuurne ligt daarbij ongetwijfeld aan de basis gezien Sint-Katharina het wel goed doet.

We herkennen Dirk Verhaeghe, Michel Vandekerckhove, Dirk Desmet, Johan Piccavet en Kurt Meerschaert. (foto BRU)
We herkennen Dirk Verhaeghe, Michel Vandekerckhove, Dirk Desmet, Johan Piccavet en Kurt Meerschaert. (foto BRU)© BRU

“De ideale biotoop van steenuilen bestaat uit een kleinschalig, halfopen landschap”, gaat Dirk verder. ” Oude knotwilgen en vervallen schuurtjes zijn dan ook de geliefkoosde rust- en nestplaats van de steenuil. Ook de aanwezigheid van dieren, denken we maar aan schapen, runderen en paarden, samen met water en grasland is ideaal voor hem. Dit verklaart natuurlijk waarom de steenuilenpopulatie hoger is in Sente en Lendelede, dan in Kuurne. Het verdwijnen van oude schuurtjes en knotwilgen, het toenemend verkeer gezien steenuiltjes laag vliegen en ratten- en muizenvergif zorgen er dan ook voor dat de steenuilenpopulatie tergend traag aangroeit.”

Observatietocht

Om de steenuil een handje te helpen, werden in Kuurne en Lendelede samen zo’n 25 steenuilennestkasten geplaatst die elke winter worden nagezien. In de maand mei worden deze kasten dan nogmaals gecontroleerd, maar dan op broedgevallen. Bij positief resultaat worden de jonge steenuiltjes enkele weken later geringd ter opvolging”, besluit Dirk Verhaeghe.

Zowel in het centrum van Kuurne als in de industriezone komen al geen steenuilen meer voor. Liefhebbers die de vogel willen helpen overleven, kunnen dit op verschillende manieren doen. Aanplanten van en onderhouden van knotwilgen, het helpen plaatsen van steenuilenkasten om de verdwenen natuurlijke broedgelegenheden van de vogel te compenseren zijn er alvast enkele van. Wie Natuurpunt De Vlasbek een handje wil helpen bij de telling kan op vrijdagavond 29 maart tijdens de nacht van de steenuil nog mee op observatietocht. Afspraak om 19 uur aan de kerk van Sente.

(BRU)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier