Kust blijft vechten tegen windmolens op land

Langs de E40 in Gistel staan er al zes grote windmolens, en er zijn verregaande plannen om er nog bij te plaatsen. © Davy Coghe
Hannes Hosten

Ook al heeft iedereen tegenwoordig de mond vol over hernieuwbare energie, het plaatsen van nieuwe windmolens ligt nog steeds uiterst gevoelig. Liefst vier van de tien kustburgemeesters zijn radicaal tegen windturbines op hun grondgebied. En de meeste anderen zijn eerder terughoudend. Enkel Brugge heeft al heel wat windmolens staan en ook van Bart Tommelein (Open VLD) is bekend dat hij pro is, maar het Oostends grondgebied is klein.

De windmolens zijn (weer) een heet hangijzer, nu Aspiravi en Storm in totaal 55 windmolens willen realiseren langs de E40 tussen Veurne en Jabbeke. Ze lanceerden daartoe vijf afzonderlijke projecten: 17 tussen De Panne en Veurne, 18 tussen Veurne en Nieuwpoort, nog eens vijf ter hoogte van de IJzer in Nieuwpoort, zes in Gistel en Oudenburg en nog eens negen aan de verkeerswisselaar van de E40 en de A10 in Oudenburg en Jabbeke. In De Panne zijn ze ook ongerust over plannen voor een groot windmolenpark net over de grens. Hoog tijd dus om de temperatuur te voelen in alle kustgemeenten.

In Veurne is ondertussen al een actiecomité opgericht tegen de plannen om in De Moeren windturbines neer te poten, maar burgemeester Peter Roose (SP.A) wacht de procedure af en spreekt zich voorlopig niet uit over de plannen. De burgemeesters van Koksijde en Nieuwpoort lieten wel al luidkeels hun protest horen. “Wij zijn 100 procent tegen”, laat burgemeester Marc Vanden Bussche (Open VLD) van Koksijde aan duidelijkheid niets te wensen over. “De visuele vervuiling, het lawaai en het vliegveld zjin allemaal factoren waar we rekening mee moeten houden. En we zijn al omsingeld door windmolens: in zee, over de Franse grens… De kust doet al zijn deel.”

“En ik blijf erbij: mensen komen naar Koksijde om weg te dromen in de ongerepte natuur”, benadrukt Vanden Bussche. “De kust staat ook synoniem voor toerisme. Dat ze eerst eens de autosnelweg van Veurne naar Ieper aanleggen! Dat is nodig, want mensen uit Henegouwen moeten nu een omweg maken via Brugge om aan de Westkust te geraken. Maar de voorstanders van windmolens zijn de tegenstanders van de snelweg. Omdat ze geen visuele vervuiling willen. Leg dat eens uit! Ik stoor mij ook aan de agressieve stijl van de windmolenbedrijven. Ze houden hoorzittingen en wekken de indruk dat de gemeente die organiseert, voeren geen openbaar onderzoek… Het is alsof ze boven de wet staan.”

Plaats ze in zee

De gemeenteraad van Nieuwpoort keurde eind april een motie goed tegen de windmolens, weliswaar met twee tegenstemmen en één onthouding binnen de CD&V-meerderheid. “Ik ben niet tegen windmolens, maar Nieuwpoort is maar een kleine gemeente. Je zit zo tegen de dorpen Ramskapelle en Sint-Joris”, argumenteert burgemeester Geert Vanden Broucke (CD&V). “Laat ons in zee extra windmolens plaatsen. Wij zijn ook een toeristische stad. Het moet leefbaar blijven.”

Windmolens zijn het grootste bedrog ter wereld, daarvoor geef ik geen vergunning – Leopold Lippens

De burgemeester beseft dat zijn meerderheid niet eensgezind is. “Maar de meerderheid is tegen en dat is het voornaamste. Er is ook een reden waarom sommige mensen voor zijn. Ik wil daar niet over uitweiden, maar het heeft niet altijd met de windmolens op zich te maken. Het is dubbel”, zegt Geert Vanden Broucke, die niet wil ingaan op onze vraag of de erg lucratieve opstalrechten (zie pagina 4) er iets mee te maken hebben.

Stalen gedrochten

Weinig verrassend is dat ook burgemeester Jean-Marie Dedecker (LDD) van Middelkerke radicaal tegen windturbines is. “Ik wil geen stalen gedrochten met wieken van 60 meter in mijn toeristische gemeente”, stelde hij onlangs op de gemeenteraad. “En wat de kleinere exemplaren betreft: ik wil geen wildgroei. Van het een komt het ander.”

Ook in Knokke-Heist komen er geen windmolens, toch niet als het van burgemeester Leopold Lippens (Gemeentebelangen) afhangt. “Ik ben 100 procent tegen”, laat de graaf er geen twijfel over bestaan. “Het is hier natuurgebied, dus er kunnen bij ons geen windmolens komen. Bovendien zijn windmolens het grootste bedrog van de wereld. Daarvoor lever ik geen vergunning af, tenzij men mij verplicht.”

Andere burgemeesters reageren minder uitgesproken, maar blijven toch ook voorzichtig. “Wij zitten niet te wachten op grote windturbines”, stelt burgemeester Wilfried Vandaele (N-VA) van De Haan. “Wel bespreekbaar zijn kleinere exemplaren. Zo loopt er een openbaar onderzoek voor twee kleinere windturbines op een boerderij.”

Te weinig ruimte

Burgemeester Daphné Dumery (N-VA) van Blankenberge zegt dat haar grondgebied te klein is om windmolens te kunnen plaatsen. En de Bredense burgemeester Steve Vandenberghe (SP.A) vindt dan weer dat je niet zomaar ja of nee kan antwoorden. “Het hangt af van de plaats, het project en hoeveel overleg er is met de bevolking. Maar de vraag is nog nooit gesteld bij ons.”

“De Panne neemt geen officieel standpunt in zolang het ons niet gevraagd wordt”, zegt burgemeester Bram Degrieck (Het Plan-B) van zijn kant. “Wij zijn op zich niet tegen windmolens, maar de voorgestelde locaties zijn niet de best denkbare. Ons grondgebied isook niet zo groot. Als wij zeggen dat de turbines verder van het dorp Adinkerke moeten liggen, zal het niet meer bij ons zijn. Maar als iedereen dat zou zeggen, raken we er niet. Dat besef ik ook wel.”

In Brugge en Zeebrugge staan al een pak windmolens en er komen er binnenkort nog elf bij op de ICO-site in de Zeebrugse haven. De Oostendse burgemeester Bart Tommelein was de voorbije jaren wellicht de grootste pleitbezorger van hernieuwbare energie, maar op zijn eigen grondgebied zijn de mogelijkheden voor windturbines beperkt. “De luchthaven is een belemmering voor grote windmolens”, legt hij uit. “Maar er is geld vrijgemaakt voor een upgrade van de radars voor de luchtverkeersleiding. Onmogelijk is het niet, zeker voor middelgrote en kleine turbines. Wij staan ervoor open als het technisch kan. Maar ons grondgebied is bijzonder klein. Als er grote windmolens kunnen bijkomen, zal het eerder in de buurgemeenten zijn.”

Buurgemeenten

Enkele buurgemeenten van Oostende staan niet zo afkerig tegen windturbines. “Wij zijn globaal niet tegen”, zegt burgemeester Gauthier Defreyne (Open VLD) van Gistel, die al zes stuks op zijn grondgebied staan heeft. “Jongeren gaan betogen voor het klimaat en voor CO2-vermindering, burgemeesters ondertekenen het burgemeestersconvenant… Dan kan je niet tegen windmolens zijn. Bij ons liggen de precieze locaties nog niet vast. In overleg met de omwonenden willen we tot een zo goed mogelijke locatie komen. We hebben in de buurt ook nog wat OCMW-grond liggen. Als de turbines daar komen, zouden ze ons nog wat op kunnen brengen. Maar ik denk dat er veel kandidaten zijn.”

Ook burgemeester Anthony Dumarey (Open VLD) van Oudenburg ziet windmolens best zitten. “Wij wachten wel nog het milieu-effectenrapport af, dat mogelijke nadelige gevolgen in kaart zal brengen. Maar elke stad of gemeente moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Wij zijn voorstander, maar niet bij ons, dat is een beetje te makkelijk. In Oudenburg zouden er vijf turbines komen op twee mogelijke locaties: de grens Westkerke-Gistel en de grens Ettelgem-Jabbeke. Wij staan voor beide open en dringen erop aan dat de bevolking kan participeren. Zo verdienen de mensen er nog iets aan.”

“Windmolens zijn veel minder hinderlijk dan je zou denken”

Iedereen is voor hernieuwbare energie, maar niemand wil een windmolen in de achtertuin. Dat blijkt ook nu weer met de plannen van Aspiravi voor windmolens langs de E40 tussen Veurne en Jabbeke. Inwoners van De Moeren startten al een petitie, de burgemeesters van Koksijde en Nieuwpoort zijn uitgesproken tegen. “En toch kan het anders”, vindt gedelegeerd bestuurder Niko Deprez van de coöperatie BeauVent in Diksmuide. “Laat de burgers mee beslissen en mee participeren.”

Niko Deprez van BeauVent:
Niko Deprez van BeauVent: “Bij ons draait het niet enkel om geld verdienen, maar om hernieuwbare energie.© Davy Coghe

BeauVent bouwde twee windmolens in Nieuwkapelle en is voor één derde eigenaar van een van de zes windmolens langs de E40 in Gistel. Een windproject in Bornem is in voorbereiding. De duurzame energie-coöperatie realiseert ook projecten met zonne-energie en warmtekrachtkoppeling, zoals nu ook het warmtenet in Oostende. Het kantoor van BeauVent bevindt zich in een boot aan de IJzertoren in Diksmuide. Gedelegeerd bestuurder Niko Deprez coördineert ook de windprojecten en stelt eveneens vast dat plannen voor nieuwe windmolens in heel Vlaanderen gemeentebesturen en buurtcomités op hun achterste poten doen staan. Waarom lukt in andere landen wel wat hier nog altijd zo moeilijk ligt?

Dicht bevolkt

“In de eerste plaats natuurlijk omdat Vlaanderen zo dicht bevolkt is”, geeft Niko Deprez de meest voor de hand liggende verklaring. “Overal staat wel ergens een woning. Er zijn bij ons geen plaatsen meer waar je echt kan freewheelen. Onze wetgeving, met verschillende klassegebieden waar windmolens wel of niet kunnen komen, is ook vrij beperkend. Maar het grootste probleem is het opstalrecht. Elektriciteitsproductie wordt niet beschouwd als openbaar nut. Daarom moet je overeenkomsten sluiten met grondeigenaars om op hun grond een turbine te mogen plaatsen. Daar moet je voor betalen: 25.000 tot 40.000 euro per turbine per jaar. En er wordt op geboden. Maar waarom privatiseren we de wind? De wind is toch van iedereen?”

“Veel opstalrechten zijn gevestigd op gronden waar geen turbine komt”, gaat Niko Deprez verder. “Zo hebben de bedrijven vrije toegang. Maar komt er effectief een windmolen op jouw grond, dan heb je de lotto gewonnen. Voor de energiebedrijven is het financieel een zware last. 5.000 euro per jaar, zou dat al geen mooie vergoeding zijn? Een windmolen is nu ook niet zo hinderlijk. Mochten windmolens een zaak van openbaar nut zijn, zouden gemeentebesturen gewoon de beste plaatsen kunnen selecteren, in overleg met de bevolking. En dan de eigenaars een vergoeding geven of ze onteigenen.”

“Plaatsen waar je niemand hindert, bestaan in Vlaanderen niet meer. Maar wie een huis heeft in het buitengebied, heeft ook de luxe daar te kunnen wonen. Ik ben daar niet tegen, maar je moet toch ook weten dat je dan maar een individu bent. Dat is toch heel iets anders dan een stad. Het buitengebied is hoe dan ook de beste plaats voor een windmolen. Maar grote groepen molens kan je bij ons niet meer kwijt. Of het is langs de autosnelwegen, waar toch al veel geluidshinder is. Daar stoort dat extra lawaai niet”, vindt Deprez.

Geluids- en slagschaduwhinder

“Ik begrijp dat er mensen zijn die niet graag windmolens zien. Daar kan je niet over discussiëren”, weet Niko. “Maar je kan wel discussiëren over welke plaats het meest geschikt is. Je mag die projecten niet door de mensen hun strot rammen. Ik zal nooit zeggen dat windmolens niet hinderlijk zijn. Naast de – subjectieve – visuele hinder is er sowieso geluids- en slagschaduwhinder. Maar je kan perfect uitrekenen wanneer de slagschaduw welke woningen zal hinderen. Het zal ook maar enkele dagen per jaar zijn, enkel als er die dag zon en wind zijn, en nooit meer dan een halfuurtje.”

“Bovendien bepaalt de wet de maximale geluids- en slagschaduwhinder. Voor slagschaduw: maximum een halfuur per dag en acht uur per jaar. Dat moeten wij bijhouden. Als we die limiet overschrijden, moeten we de windmolen stilleggen, maar nooit voor lang. Als coöperatie staan wij dicht bij de mensen. In Nieuwkapelle mogen de mensen ons bellen als ze hinder ondervinden. Dan leggen wij de turbine stil. Weet je hoe vaak er al gebeld werd sinds de plaatsing in 2005? Eén keer. Dat gaat ook nooit over veel huizen, hé. In Nieuwkapelle, met twee turbines, zijn er drie mogelijke gehinderden.”

“Kijk, voor het plaatsen van windturbines is het laaghangend fruit in Vlaanderen weg. Voor de hand liggende locaties zijn er niet meer”, stelt Niko. “Toch zullen we hier en daar nog turbines moeten neerzetten, willen we de klimaatdoelstellingen halen. Dat kunnen we het best door de burgers erbij te betrekken. Mensen willen participeren. In maart nog haalden wij in 48 uur 4 miljoen euro op. Mensen zijn er zelfs trots op. Ik ken er die met vrienden speciaal passeren aan de windmolen waar ze een stukje eigenaar van zijn.”

“Als een van de 14 hernieuwbare energie-coöperaties in Vlaanderen laten wij de opbrengst natuurlijk het liefst aan de burgers. Dan wordt de winst opnieuw geïnvesteerd in Vlaanderen. Dat is toch veel beter dan per gezin minstens 2.000 euro per jaar te betalen aan een of andere sjeik voor aardgas of stookolie? En laat mensen rechtstreeks participeren. De grote spelers hebben ook coöperaties, maar die verstrekken enkel een achtergestelde lening aan het moederbedrijf. De coöperanten hebben veel minder te zeggen en zijn de laatsten die uitbetaald worden als er iets misloopt”, gaat Beauprez verder.

Aandelen

“Mensen kunnen bij ons maximum 20 aandelen van 250 euro kopen. De geïnvesteerde centen krijgen ze terug en de voorbije jaren konden we elk jaar een dividend van 6 procent bieden. Wij verkopen onze stroom aan Ecopower, ook een coöperatie. Vennoten die onze energie willen kopen, kunnen aansluiten bij Ecopower. We zien dat ze ook bewuster met energie omgaan. Wij konden de mensen in Nieuwkapelle overtuigen om 25 procent minder te verbruiken, zodat onze molens niet 1.140 gezinnen, maar 1.400 gezinnen van stroom kunnen voorzien. Nee, bij ons draait het niet enkel om geld verdienen. Bij ons gaat het om hernieuwbare energie”, besluit Beauprez.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier