Kachtem: “Ik heb leren leven met ‘onze’ windmolens”

Philippe Verhaest

In september 2007 traden de twee windmolens op de industriezone Mandeldal voor het eerst in werking. Tal van buren klaagden meteen over lawaai- en geluidshinder, maar tien jaar later lijkt de storm bijna helemaal geluwd. “Ik heb me bij de molens neergelegd”, zegt dichte buur Robert Nolf. “Maar ik heb er wel mee moeten leren leven.”

Deze reportage maakt deel uit van ons Dossier Hernieuwbare Energie.

Robert Nolf (59) en Carine Vanderhelst (56) wonen al sinds 1989 in alle rust in de Mandelmeersenstraat in Kachtem.

“Maar in 2007 kwam daar onverwacht een einde aan”, vertelt Robert, die als technicus bij Vandemoortele werkt.

“Een jaar eerder werden we op het stadhuis uitgenodigd voor een infosessie over de mogelijke realisatie van twee windmolens op de industriezone Mandeldal. Toen was dat nog iets exotisch en na de uiteenzetting was ik eerder enthousiast over de plannen. Ik ben zelfs nog naar Brugge gereden, waar toen al een windmolen aan het crematorium De Blauwe Toren stond, om het geluid van zo’n gevaarte te ontdekken. Ook dat viel goed mee.”

Toen de windmolens in het voorjaar van 2007 opgetrokken werden, vergaapte Robert zich aanvankelijk aan de bouwwerken. “140 meter hoog”, zucht hij. “Uiteraard zagen we die vanuit onze tuin staan. En toen de molens in september 2007 opgestart werden, werden de nadelen pas écht duidelijk.”

“Om de visuele hinder weg te werken, heb ik een boom voor die windmolen geplant”

“In de winterperiode hadden we elke dag twee uur lang last van slagschaduw. Ik werd er haast letterlijk gek van. Kwaad dat ik was!”

Robert en enkele andere buren stapten naar de stad en samen met milieuschepen Nadia Staes (SP.A) gingen ze aan tafel zitten met beheerder Electrabel. “Er kwam een goeie oplossing uit de bus. Op de windmolens werd een zonnesensor geïnstalleerd. Als die tijdens die bewuste periode zonlicht detecteerde, traden de windmolens niet in werking. Sindsdien hebben we van slagschaduw geen last meer.”

Zoevende wieken

De geluidshinder bleef wel, maar daar letten Robert en Carine amper nog op.

“Al heb ik er toch nog meer last van dan mijn vrouw”, glimlacht Robert. “Tijdens die eerste maanden lag ik ‘s nachts zelfs wakker van het geluid van die zoevende wieken. We hebben zelfs even in een andere kamer geslapen, maar ondertussen heb ik met de windmolens leren leven. Het was niet makkelijk, maar het is me gelukt. Alleen ‘s avonds zou het geluid van de windmolens me nog durven opvallen.”

“En om het zicht van die windmolens uit mijn tuin te bannen, heb ik een plataan gepland. Die is ondertussen volgroeid en zorgt ervoor dat de visuele vervuiling van destijds volledig weggewerkt is.”

Hoewel de problemen na tien jaar tot een minimum herleid zijn, blijft Robert bij zijn standpunt. “Die twee windmolens staan nog altijd niet op hun plaats. Weliswaar op industriegrond, maar pal naast een compleet dorp. Na Izegem is dat niet meer gebeurd. Alle andere windmolens in de regio staan op locaties waar ze niemand anders hinderen. Zo moet het ook.”

Zelf zijn Robert en Carine niet meegestapt in het verhaal van hernieuwbare energie. “Niet door de windmolens, neen”, grijnst hij. “We zijn immers niet van plan om hier nog tientallen jaren te blijven wonen.”

“Ik denk trouwens niet dat de windmolens de waarde van onze woning zullen beïnvloeden. We hebben de hinder bijna volledig weggewerkt en voor de jongere generatie zijn windmolens de normaalste zaak van de wereld. Maar had ik destijds geweten wat ons te wachten stond, dan had ik me toch wat beter geïnformeerd.”