Het is nog ver naar een groen West-Vlaanderen

H © Getty Images/iStockphoto
Hannes Hosten

West-Vlaanderen is goed voor ruim een vijfde van de Vlaamse hernieuwbare elektriciteitsproductie. Niet niks, maar het kan veel beter, want door de ligging aan zee is onze provincie de toplocatie voor windenergie. “Daar is heel wat onbenut potentieel”, zegt Bram Claeys van de Organisatie voor Duurzame Energie. “Er beweegt heel wat rond hernieuwbare energie in West-Vlaanderen, maar we zijn nog ver van de doelstellingen tegen 2020.”

Deze reportage is het hoofdartikel van ons Dossier Hernieuwbare Energie.

“West-Vlaanderen doet het goed op het vlak van zonne-energie, maar er is nog veel potentieel“, aldus Bram Claeys. “Wind is veel lastiger. De radars van de luchthavens van Oostende en Wevelgem, de luchtmachtbasis van Koksijde en de weerradar van Jabbeke zorgen ervoor dat er in een groot stuk van West-Vlaanderen geen windmolens kunnen komen. Een groot probleem, we bekijken met luchtverkeersleider Belgocontrol en Defensie welke oplossingen mogelijk zijn. Een andere knoop is dat het havenbestuur op de rem staat voor meer windmolens in de haven van Zeebrugge.”

Weerstand

Paul Desender, medeoprichter van Electrawinds, is vandaag consultant hernieuwbare energie in het buitenland. Voor de N-VA zit hij in de Brugse gemeenteraad. Er is nog een grote hinderpaal voor er meer windmolens kunnen komen, zegt hij. “Not in my backyard! Op zowat alle locaties is er veel weerstand van de bevolking. En hoe dichter bij de verkiezingen, hoe moeilijker gemeentebesturen te overtuigen zijn. Je kunt mensen overhalen door hen te laten participeren in projecten, maar ik vrees dat de onmiddellijk omwonenden sceptisch zullen blijven.”

Het is nog ver naar een groen West-Vlaanderen

“Met hen praten kan veel helpen”, spreekt Paul Desender uit ervaring. “En dat moet je doen voor je het project indient. Of huur een autocar en breng de mensen naar een bestaand windmolenpark. De weerstand tegen bestaande molens is veel kleiner. Maar je moet mensen daarvan overtuigen.”

“Toch zie ik heel wat gebeuren in West-Vlaanderen”, zegt Bram Claeys. “In biomassa doet de provincie het goed, er komt zelfs nog een biomassacentrale bij in Wielsbeke die zal draaien op houtafval uit naburige bedrijven. De grote biomassacentrales gaan eruit, maar kleinere projecten met een lokale toestroom hebben wel nog toekomst. Ook qua warmtenetten is West-Vlaanderen niet slecht bezig, met Roeselare, Kuurne en Harelbeke en het nu opstartende Oostende.”

Bevolking doet mee

“Wij lanceerden dinsdag een oproep naar kapitaal. In twaalf uur was ons doel van 1,5 miljoen euro bereikt. De bevolking is duidelijk bereid om mee te investeren”, glundert Niko Deprez van coöperatieve BeauVent uit Diksmuide. “In zonne-energie heeft onze provincie nog veel toekomst, maar ook bedrijven moeten hun grote daken vol leggen. Zonneboilers hebben de toekomst mee. En restwarmte uit bedrijven is nog grotendeels onontgonnen terrein.”

“Wind zal lukken als de gemeenten eerst uitzoeken welke locaties het meest geschikt zijn, die gronden dan onteigenen en de bewoners er dan bij betrekken”, vindt Niko Deprez. “Hoe dan ook is er nog veel werk.”

“Resultaten ondanks en niet dankzij beleid”

Maarten Tavernier, provincieraadslid (Groen)

Foto TG
Foto TG

“De doelstellingen rond groene stroom zijn nog veraf in West-Vlaanderen”, vindt Maarten Tavernier. “De resultaten die we halen, zijn ondanks en niet dankzij het beleid. Ik denk aan wind. In theorie zijn de vergunningsmogelijkheden heel ruim, maar in de praktijk zien we tal van drempels. Buurtbewoners verzetten zich en lokale besturen durven daar niet tegenin te gaan. Dan zijn er nog de problemen rond luchthavens. De overheid moet een proactievere rol spelen. Nu zoeken private spelers locaties en ontstaat een strijd met mensen die tegen zijn. Beter zouden gemeenten, samen met de inwoners, zelf bepalen waar er windmolens kunnen komen en dat vastleggen in een RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan, red.). Dan heb je een draagvlak bij de bevolking. Door onze ligging zouden we koploper moeten zijn in wind, maar veel van dat potentieel – ook economisch – laten we liggen.”

Het is nog ver naar een groen West-Vlaanderen

“Mijn provincie kan veel beter dan vandaag”

Bart Tommelein, Vlaams minister van Energie (Open VLD)

Foto JVG
Foto JVG

“We kunnen in West-Vlaanderen veel beter op het vlak van hernieuwbare energie. Daar wil ik heel duidelijk in zijn”, zegt Vlaams minister van Energie Bart Tommelein. “We hebben het meest zon en zeker aan de kust veel meer wind dan in het binnenland. We doen het zeker niet slecht in zonne-energie. Dat heeft veel te maken met land- en tuinbouwbedrijven. Ook particulieren doen het goed, het rendement is dan ook vrij groot. Maar er kan nog veel meer. Bedrijven en overheden, ook gemeentebesturen, moeten nog veel meer daken openstellen voor zonnepanelen. Wat windmolens betreft hoop ik in samenwerking met Belgocontrol meer mogelijk te maken in de buurt van luchthavens. Maar in tegenstelling tot Groen geloof ik minder in het vooraf vastleggen van mogelijke locaties. Dan duw je eigenaars in een hoek. Ik geloof meer in burgerparticipatie. Het moet van onderuit komen.”

“Resultaten ondanks en niet dankzij beleid”

Maarten Tavernier, provincieraadslid (Groen)

Foto TG
Foto TG

“De doelstellingen rond groene stroom zijn nog veraf in West-Vlaanderen”, vindt Maarten Tavernier. “De resultaten die we halen, zijn ondanks en niet dankzij het beleid. Ik denk aan wind. In theorie zijn de vergunningsmogelijkheden heel ruim, maar in de praktijk zien we tal van drempels. Buurtbewoners verzetten zich en lokale besturen durven daar niet tegenin te gaan. Dan zijn er nog de problemen rond luchthavens. De overheid moet een proactievere rol spelen. Nu zoeken private spelers locaties en ontstaat een strijd met mensen die tegen zijn. Beter zouden gemeenten, samen met de inwoners, zelf bepalen waar er windmolens kunnen komen en dat vastleggen in een RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan, red.). Dan heb je een draagvlak bij de bevolking. Door onze ligging zouden we koploper moeten zijn in wind, maar veel van dat potentieel – ook economisch – laten we liggen.”