Dringend tijd voor een lokaal biodiversiteitsbeleid

© Getty Images/iStockphoto
Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

Het nieuwe natuurrapport moet ook de gemeenten alarmeren.

Uit het tweejaarlijkse Living Planet Report van het Wereldnatuurfonds (WWF), dat woensdag uitkomt blijkt dat wereldwijd tussen 1970 en 2014 de populaties van gewervelde dieren met zestig procent in grootte afgenomen zijn. Enorme ontbossingen in onder meer Brazilië, het Congobekken, Indonesië en Oost-Australië zijn de belangrijkste oorzaken van deze dramatische achteruitgang. Ja, en wat hebben we daar in Vlaanderen mee te maken, hoor ik sommigen al denken. Wel, heel veel. Tienduizenden hectare Amazonewoud worden gekapt en omgezet in sojavelden om hier onze industriële veehouderij te voeden. Daarnaast is er een principekwestie: wie zijn wij om de woudkappers in de Amazone met de vinger te wijzen terwijl we in Vlaanderen zelf nog geen deftig bosbeleid op poten kunnen zetten en veel steden en gemeenten nauwelijks de moed hebben om echte keuzes te maken rond natuur?

Onze varkens vreten de tropen op

Het staat in het zeer recente rapport van het WWF en stond al in tientallen andere wetenschappelijke rapporten: op wereldvlak zijn de tropen en meer bepaald die van Midden- en Zuid-Amerika het grootste zorgenkind. In dat deel van de wereld gaan de gewervelde dierenpopulaties met maar liefst 89 procent achteruit. 89% procent in 40 jaar. Laat die achteruitgang de komende 20 jaar met hetzelfde tempo doorgaan en pakken diersoorten gaan uitgestorven zijn.

Deze enorme achteruitgang heeft twee oorzaken: massale ontbossing en overexploitatie van landbouwgronden. In veel gevallen moet het woud wijken voor een monocultuur van soja. Die soja wordt niet gekweekt om te verwerken in sojamelk of -pudding, maar in Europa massaal ingevoerd als veevoeder. De miljoenen varkens die per jaar in Vlaanderen gekweekt worden hebben nu eenmaal miljoenen tonnen voer nodig. In eigen land wordt al circa 56 procent van de landbouwgrond gebruikt om er veevoer op te telen. Rij door West-Vlaamse wuivende graanvelden en besef vanaf nu dat daar niet je dagelijks broodje groeit, maar wel alles bestemd is voor veevoer.

Ook hier zorgt de industriële veehouderij voor een grote milieudruk en een enorme maatschappelijke kost

Die eigen productie is ruim onvoldoende en daarom voeren we die grote hoeveelheden soja in. Wat we hier kweken en verbruiken heeft ergens in de wereld oppervlakte nodig. Onze varkens vreten dus niet meer of niet minder mee het Amazonewoud op. Het zit velen wellicht niet lekker om dat te lezen, maar het is een vaststaand gegeven.

Eigen verantwoordelijkheid

Ook hier zorgt de industriële veehouderij voor een grote milieudruk en een enorme maatschappelijke kost. Alleen al de uitvoering van het Mestactieplan (MAP) kost de gemeenschap jaarlijks al 130 miljoen euro en nog halen we de Europese normen op het vlak van grond- en oppervlaktewaterkwaliteit niet.

Voor het WWF is het verlies van de biodiversiteit meer dan een bekommernis van natuur liefhebbers. “Ze gaat alle mensen aan”, zegt Luyten. “Onze lucht, ons water, ons brood. Nagenoeg alles wat we produceren en consumeren, komt uit de natuur. Ons voortbestaan is in het gedrang.” Het natuurfonds vindt dat de strijd tegen de klimaatverandering en die voor de redding van de biodiversiteit hand in hand gaan. Wat goed is voor het ene, is vaak goed voor het andere. Zo zijn bossen grote opslagplaatsen van CO2. Vandaar dat het WWF ervoor pleit om biodiversiteit even dwingend in het beleid op te nemen als klimaat. Volgend jaar kiezen we nieuwe regeringen.

Deze enorme achteruitgang heeft twee oorzaken: massale ontbossing en overexploitatie van landbouwgronden

Laat dit nieuwe WWF-rapport bij alle partijen eindelijk eens de alarmbel laten afgaan en biodiversiteit en klimaatbeleid als topprioriteit op de politieke agenda zetten. De tijd is bijna op om het altijd maar door te schuiven naar later en geen echte keuzes te durven maken. Het is gemakkelijk om met de vinger te wijzen naar pakweg Brazilië en zelf geen duurzaam en offensief beleid rond deze uitdagingen voor de nabije toekomst op poten te zetten. Het is simpel: een volgende regering die hier geen volledige verantwoordelijk opneemt brengt het welzijn van de volgende generatie in gevaar. Niks meer, niks minder.

Lokale besturen hebben ook hun verantwoordelijkheid

Gemeentebesturen kunnen op het vlak van milieu- en klimaatbeleid ook een pak belangrijke zaken realiseren. Ook hier is het de verdomde plicht van alle, al dan niet nieuwe besturen, om vanaf 1 januari a.s. hier rond duidelijke projecten op te zetten en standpunten in te nemen. Nestkastjes en bijenhotels zijn mooi en lief, maar gaan de zaak niet keren. Steden en gemeenten moeten groene grenzen durven trekken, gaan voor meer bos, bouwen in waterrijke zones stoppen en het ophogen en bebouwen van beekvalleien. Duurzaam waterbeleid moet hierbij in alles de rode draad zijn. Water snel afvoeren, geeft een verlies aan zoet en dus potentieel drinkbaar water en het verkleint de buffer tegen wateroverlast en overstromingen. Dat watertekorten in de zomerperiode ook de komende jaren een feit gaan zijn staat vast en is nog een argument om ook lokaal grote zorg te dragen voor de bufferende natuurgebieden en die zo veel mogelijk te herstellen en uit te breiden.

Een volgende regering die hier geen volledige verantwoordelijk opneemt brengt het welzijn van de volgende generatie in gevaar

Het WWF-rapport is een oproep aan alle politici om in actie te komen. Er moeten duidelijke engagementen aangegaan worden en die moeten ook uitgevoerd worden. In een stad in de Westhoek zit een nieuwe partij in de meerderheid die als beleidsprioriteit “geen nieuwe natuur” in haar programma zette. Laten we hopen dat de meeste andere politici bewuster zijn van de uitdagingen voor de toekomst en wel bekommerd om het welzijn van de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. We zijn 2018 en de realiteit in de wereld valt niet te ontkennen, tenzij je naam Trump is of je hem wil imiteren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier