25 jaar Duinendecreet: de dagen dat de natuur het won op het beton

© Getty Images/iStockphoto
Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

25 jaar geleden werd het ‘Duinendecreet’ goedgekeurd door de toenmalige Vlaamse Regering. De goedkeuring van dit decreet – dat de bescherming betekende van circa 1.000 ha van de resterende kustduinen – stond in die tijd niet op zich, maar was een van de mijlpalen inzake natuurbehoud die door de Vlaamse Regering van toen effectief gerealiseerd werden. Even leken de magere jaren voor de Vlaamse natuur achter de rug, even leek het er op dat het natuurbeleid in ons land definitief volwassen geworden was.

In de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw ging het natuurbeleid in Vlaanderen tergend langzaam vooruit. Er werden mondjesmaat ‘staatsnatuurreservaten’ opgericht en nu en dan dook er een verlichte minister op zoals Leo Tindemans die de vogelvangst verbood en Marc Galle die de jacht op tal van bedreigde soorten verbood en een inhaalbeweging deed in de uitbouw van natuurreservaten. Maar het bleef decennialang vooral achteruitgaan. Duinen werden verkaveld, bossen volgepropt met weekendverblijven, polders tegen een razend tempo door de molen van de ruilverkavelingen gedraaid. De Vlaamse natuur kreunde en verloor slag na slag tegen de betonlobby, tegen het kapitaal en tegen de dwanggedachte dat de natuur moest en zou in een keurslijf getrokken worden, platgemaakt, functioneel en modern. Het waren de jaren dat ontelbare beekvalleien veranderden in industriegebied en woonwijk (waar velen daarvan nu regelmatig onder water lopen) en de jaren dat 1 ruilverkaveling in de polders 5 keer de oppervlakte en natuurwaarde van bijvoorbeeld het huidige reservaat van de Uitkerkse Polders platwalste.

Na al die jaren gezwalp en vooral ook veel achteruitgang was er daar plots de Vlaamse Regering Van den Brande II (januari 1992-juni 1995). Norbert De Batselier (SP.A) werd er bevoegd voor leefmilieu, Theo Kelchtermans (CD&V) voor ruimtelijke ordening en Johan Sauwens (VU) onder meer voor monumenten en landschappen. Norbert De Batselier toonde van in het begin zeer grote ambitie om inzake leefmilieu en natuurbehoud eindelijk te zorgen voor de grote sprong voorwaarts.

Dankzij de duinen hebben we nog prachtige natuur aan onze kust en een klimaatbuffer

In West-Vlaanderen, de kustprovincie zelf, waren daar toen ook een paar jonge parlementairen met ambitie om ook die sprong voorwaarts te maken: Jan Loones (VU), Johan Vande Lanotte (SP.A) en in een aantal natuurdossiers ook Renaat Landuyt (SP.A) en Michiel Maertens (Agalev/Groen).

De combinatie van een paar ministers met groene ambitie én van verschillende gedreven West-Vlaamse parlementairen zorgde binnen Van den Brande II voor een in Vlaanderen niet eerder offensief voor meer en betere natuur en voor de milieukwaliteit. Het waren de wonderjaren van het mestbeleid (het eerste MAP), van de Ecologische Impulsgebieden, de oprichting van Regionale Landschappen, de redding van de IJzermonding, de afbraak van Home Theunis (Oostduinkerke) en herstel van het gehele omliggende duinencomplex Hannecart-Ter Yde en van het Duinendecreet.

De clash aan de kust

Na de lancering van het Duinendecreet ontstond aan de kust een hevig debat tussen voor- en tegenstanders van de bescherming van de duinen, van het Duinendecreet. De superlatieven werden niet gespaard. Het Duinendecreet zou een zware klap toebrengen aan de tewerkstelling aan de kust en zelfs aan het kusttoerisme. Er doken protestfolders en -borden op met slogans als ‘duinendecreet = groen communisme’. Projectontwikkelaars, pakken politici, eigenaars van grote stukken net voordien bebouwbaar duingebied trokken werkelijk alle registers open en spaarden centen nog moeite om het Duinendecreet voor te stellen als een van de grootste rampen die de Vlaamse kust kon overkomen.

Men onderschatte daarbij volgens mij 3 belangrijke zaken: 1. Hoe gevoelig veel mensen zijn voor het behoud van ‘hun’ duinen, 2. De objectieve criteria van het Duinendecreet en 3. De schadevergoeding voor de eigenaars die aan het decreet gekoppeld was.

Het Duinendecreet werd in 1993 wel degelijk goedgekeurd door de Vlaamse Regering en doorstond de toets van de Raad van State. Zoals een advocaat van de tegenstanders toen laconiek zei: ‘dit is de zware betonnering van de duinenbescherming’.

Dankzij de duinen…

Het Duinendecreet was zonder meer een van de belangrijke keerpunten voor het Vlaamse natuurbeleid. Niet het grote geld won, maar de natuur. De kustduinen vormen op vandaag de eerste (natuurlijke) buffer tegen grote stormen en overstromingen. Dankzij de duinen hebben we nog prachtige natuur aan onze kust en een klimaatbuffer. Zonder het duinendecreet waren hier rampen gecreëerd.

25 jaar geleden koos de regering kamp voor natuur, voor het behoud van de duinen. Op heden kunnen we ons het bijna niet meer voorstellen en automatisch stellen we ons dan de vraag waarom kon dat toen wel en nu zo moeizaam? Waar blijft de minister van leefmilieu nu? Waar zit de moed van de regering, het beleid inzake gedurfd en offensief natuurbehoud op vandaag? Waar en waarom Vlaamse regering?

Het duinenconflict kan zonder twijfel als achtergrond dienen waartegen huidige natuurbehoudsdossiers zoals de polderkwestie kunnen worden begrepen en worden aangepakt. Dat enkel met bereidheid tot overleg en samenwerking, het durven opnemen van beleidsverantwoordelijkheid en het willen sluiten van een compromis, men vaak de weg kan vinden om tot een duurzame politieke oplossing te komen. Gelijk hebben en gelijk krijgen…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier