Unieke expo over duikbotenoorlog vanuit onze kusthavens

Op 8 februari werd in Oostende het kanon van de vorig jaar ontdekte onderzeeër UB-29 bovengehaald. We zien uiterst links Tomas Termote, onderwaterarcheoloog en curator van de tentoonstelling, en tweede van rechts gouverneur Carl Decaluwé. (Foto Tomas Termote)
Hannes Hosten

“Het enige wat me beangstigde tijdens de oorlog, was de U-boot-dreiging.” De uitspraak van Winston Churchill schetst de dreiging die uitging van de Duitse duikboten die in de Eerste Wereldoorlog vanuit de havens van Brugge, Oostende en Zeebrugge opereerden en meer dan 2.500 geallieerde schepen tot zinken brachten. Op 23 april 1918, exact 100 jaar geleden, sloegen de Britten terug met de Raid op Zeebrugge. Over de slag om de Noordzee loopt van 21 april tot en met 31 augustus een unieke tentoonstelling in Brugge.

De herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog spitst zich vooral toe op Ieper en de Westhoek en dat is ook waar de meeste mensen meteen aan denken. Weinigen weten hoe belangrijk de duikbotenoorlog was die de Duitsers vanuit onze West-Vlaamse havens voerden. De duikboot was in deze oorlog voor de eerste keer een te duchten wapen en een bedreiging voor de bevoorradingsroutes op zee. De Duitse U-boten brachten Groot-Brittannië tot hongersnood en aan de rand van overgave.

De havens van Zeebrugge en Oostende, maar vooral van Brugge, waren ideaal als basis voor duikboten, torpedobootjagers en torpedoboten. De kleine, maar sterke eenheden vonden in de twaalf kilometer landinwaarts gelegen haven van Brugge de nodige beschutting, schrijven onderwaterarcheoloog Tomas Termote en gouverneur Carl Decaluwé in hun boek De raid op Zeebrugge uit 2015. Beiden zijn gebeten door zeevaartgeschiedenis en liggen aan de basis van de expo die zaterdag in Brugge start.

Flandern Flottille

“Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden we aan onze kust de eerste duikbootbunkers ter wereld. Van hieruit werden ruim 2.500 geallieerde schepen in het zuidelijk deel van de Noordzee tot aan de Golf van Biskaje tot zinken gebracht”, vertelt Tomas Termote, curator van de tentoonstelling. “Van hieruit werd de meeste schade toegebracht aan de geallieerden. De duikboten waren het enige wapen van de Duitsers waar de Engelsen bang voor waren. Had de duikbotenoorlog nog zes maanden langer geduurd, de Britten hadden zich overgegeven.”

Vanaf december 1914 begonnen de Duitsers met de uitbouw van de Vlaamse kust als schuil- of tussenhaven voor een hele vloot U-boten, die er permanent bleven liggen. In maart 1915 kreeg de vloot officieel de naam ‘Flandern Flottille’. De geallieerden beseften het gevaar van de onderzeeërs en voerden bombardementen uit op Oostende, Brugge en Zeebrugge. Om de duikboten daartegen te beschermen, bouwden de Duitsers grote bunkers en overkappingen. In de Brugse haven werd tussen augustus 1917 en maart 1918 een kolossale duikbootbasis met acht bunkers gebouwd.

Zeesluis

“De achillespees van de Duitse basis was de zeesluis van Zeebrugge“, legt Tomas Termote uit. “Die sluis moest alle schepen, ook de onderzeeërs, van en naar het kanaal richting Brugge versassen. Als de sluis vernietigd werd, was Zeebrugge als uitvalsbasis uitgeschakeld. Eind november 2016 begonnen de Britten met hun pogingen om de sluis te vernietigen, maar scheepsgeschut en vliegtuigbommen hadden geen effect. Toen ontstond het idee om de sluis te blokkeren door ze met een schip te rammen of een schip vlak voor de sluistoegang te laten zinken.”

Op 23 april 1918, St.-George’s Day, bracht de Royal Navy dat idee in de praktijk met een grootse maritieme actie. Op dat moment was bekend dat er in Brugge 30 U-boten en 35 torpedoboten lagen. Het aanvalsplan werd uitgewerkt door viceadmiraal Roger Keyes. Een vloot van 136 schepen viel tegelijk de havens van Zeebrugge en Oostende aan en slaagde erin om drie schepen vlak voor en in de haventoegang van Zeebrugge te laten zinken. De Britten verloren bij de hele operatie 214 soldaten en telden 383 gewonden. De Duitsers verloren tien manschappen en hadden 16 gewonden te verzorgen.

Oostende

De aanval op Oostende mislukte echter. De Duitsers hadden de seinpunten weggenomen, zoals de boei van de Stroombank, zodat de Engelsen geen oriëntatiepunten meer hadden. Een aantal torpedoboten in combinatie met de Duitse batterijen zorgden ervoor dat de oude Engelse kruisers Sirius en Brilliant, bedoeld als blokschepen, beiden buiten de havengeul strandden.

Duitse duikboten brachten ruim 2.500 geallieerde schepen tot zinken

Op 10 mei 1918 ondernamen de Engelse troepen een tweede poging om de Oostendse havengeul te blokkeren. Ondanks de waakzaamheid van de Duitsers, was de verrassing dit keer compleet. Gesluierd door de mist en begeleid door Engelse motorboten en vliegtuigen, voer de oude Britse kruiser HMS Vindictive de havengeul binnen. Het schip werd zwaar beschoten, maar de Engelsen slaagden er toch in om de Vindictive bijna dwars over de havengeul te sturen en er te laten zinken, om de vaargeul te blokkeren. De boeg van de Vindictive staat nu als herdenkingsmonument aan de oostelijke strekdam in Oostende.

“Morele overwinning”

“Bij de aanval op Zeebrugge hadden de Britten een enorme prestatie geleverd, maar toch verhinderden de blokschepen de doorvaart van de U-boten niet”, aldus Tomas Termote. “Op 25 april, twee dagen na de aanval, kon UB-16 als eerste duikboot alweer bij hoogwater langs de wrakken van de Britse schepen naar open zee varen. Enkele weken later verwijderden de Duitsers de staketsels van het westelijke hoofd en baggerden rond de blokschepen. Middelgrote tot grote duikboten konden weer uitvaren.”

“Voor de Britten was de Saint George’s Raid wel een morele overwinning, die aantoonde dat de Duitse basissen niet onaantastbaar waren. Dat gaf de Britten weer moed en schonk het vertrouwen in de Royal Navy terug. Het geloof dat de geallieerden toch konden winnen, werd versterkt. De aanvallen leverden een recordaantal dapperheidsmedailles op, waaronder elf Victoria Crosses. Heel veel als je weet dat het Victoria Cross sinds de Tweede Wereldoorlog maar 16 keer meer is uitgereikt.”

“Wereldniveau”

Op zaterdag 21 april opent in het Provinciaal Hof in Brugge de tentoonstelling ’14-’18. De slag om de Noordzee’. Bezoekers kunnen de benauwende sfeer opsnuiven van het leven aan boord van een onderzeeër en leren meer over de tijdsbesteding van de bemanning aan wal. Ook de aanvallen op Zeebrugge en Oostende, het einde van de strijd op zee, de herdenking en het menselijke verhaal achter de techniek worden belicht. Unieke historische objecten en nooit eerder vertoonde illustraties nemen je mee naar die donkere, maar ook hoopgevende periode.

“We tonen heel wat unieke stukken, zoals de elf Victoria Crosses, waarvan er tien uit Groot-Brittannië komen en één uit Canada. Dat is een wereldprimeur“, zegt Tomas Termote trots. “Ook een Duitse torpedo wordt tentoongesteld en het kanon van de UB-29, de gezonken onderzeeër die ik vorig jaar ontdekte tussen Oostende en Zeebrugge. Ook dat kanon werd nooit eerder aan het publiek tentoongesteld. Het is een expo van wereldniveau!”

Hoge gasten

De tentoonstelling krijgt zaterdag bij de opening al meteen hoge gasten over de vloer: de Britse prinses Anne, dochter van de Queen, en Armin Laschet, minister-president van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen, zullen worden ontvangen door staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer, gouverneur Carl Decaluwé en curator Tomas Termote. Ook een achterkleinzoon van Winston Churchill, een kleinzoon van admiraal John Jellicoe, bevelhebber van de Britse marine ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, en een achterkleinzoon van zijn Duitse evenknie admiraal Reinhard Scheer, zullen aanwezig zijn.

DE ‘RAID’

Unieke expo over duikbotenoorlog vanuit onze kusthavens

1. Zeesluis van Zeebrugge, achillespees van de Duitse duikbootbasis. Langs daar voeren duikboten, hier de UB II-duikboot UB-20, de zee op. De Britten hadden een plan om de haven te blokkeren.

2. 22 april 1918, 23.40 uur: Coastal Motor Boats en Motor Launches hullen de kust in een kunstmatig rookgordijn.

3. 23 april, middernacht: HMS Vindictive zet mariniers af op de Zeebrugse havendam.

4. 00.15 uur: De Britse duikboot C3 blaast het viaduct naar de havendam op.

5. 00.20 uur: De Thetismoet vlak voor de sluisdeur raken, maarkomt verstrikt te zitten in netten en zinkt te vroeg.

6. 00.35 uur: De Intrepid en Iphigenia bereiken het kanaal wel en worden schuin in de vaarweg tot zinken gebracht.

(Foto’s Tomas Termote en Carl Decaluwé)

Praktisch

De expo ’14-’18. De slag om de Noordzee’ loopt van 21 april tot en met 31 augustus in het Provinciaal Hof, Grote Markt 3 in Brugge, en is open van maandag tot en met zaterdag van 10 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur. Meer info op www.vliz.be/battle-for-the-north-sea.

DE ‘RAID’

Unieke expo over duikbotenoorlog vanuit onze kusthavens

1. Zeesluis van Zeebrugge, achillespees van de Duitse duikbootbasis. Langs daar voeren duikboten, hier de UB II-duikboot UB-20, de zee op. De Britten hadden een plan om de haven te blokkeren.

2. 22 april 1918, 23.40 uur: Coastal Motor Boats en Motor Launches hullen de kust in een kunstmatig rookgordijn.

3. 23 april, middernacht: HMS Vindictive zet mariniers af op de Zeebrugse havendam.

4. 00.15 uur: De Britse duikboot C3 blaast het viaduct naar de havendam op.

5. 00.20 uur: De Thetismoet vlak voor de sluisdeur raken, maarkomt verstrikt te zitten in netten en zinkt te vroeg.

6. 00.35 uur: De Intrepid en Iphigenia bereiken het kanaal wel en worden schuin in de vaarweg tot zinken gebracht.

(Foto’s Tomas Termote en Carl Decaluwé)