“Nog een laatste sigaar gerookt…”

Luk Vermoere bij het graf van zijn grootoom op het kerkhof van Kuurne. © NOM
Redactie KW

In de nacht van 11 op 12 augustus 1918 schrijft de 27-jarige Albert Vermoere een aangrijpende brief aan zijn moeder. Om 6 uur in de ochtend daarop wordt hij door de Duitsers gefusilleerd wegens spionage. Bijna dag op dag 100 jaar later, op vrijdag 10 augustus, krijgt hij in zijn geboortedorp een straatnaam. Een merkwaardig verhaal.

Albert Vermoere werd op 17 november 1890 in Kuurne geboren als jongste van de zes kinderen van vlaswerker August Vermoere en Elvina Holvoet uit de Kortrijksestraat. Op 11 april 1915 is hij uit Kuurne naar het neutrale Nederland vertrokken. Hij kwam er in kennis met Elodie Andries uit het Oost-Vlaamse Boekhoute en op 28 november 1917 trouwden ze. Ze gingen in Westdorpe bij Sas van Gent wonen, dicht bij de Belgische grens. Samen met Honoré David uit Moerbeke liet Albert zich inlijven bij de Britse inlichtingendiensten. Ze verrichten spionageactiviteiten, tot ze door de Duitsers opgepakt werden met het bekende resultaat: de dood met de kogel…

Afscheidsbrief

Albert Vermoere ligt begraven in Kuurne bij de oud-strijders en is als zodanig erkend, hoewel hij dat in feite niet was. Zijn naam staat ook op het oorlogsmonument én op een fotokaart van de gesneuvelden. Er was weinig over hem bekend, tot Kuurnenaar Fernand Candry toevallig aan Luk Vermoere uit Harelbeke vroeg of Albert Vermoere, die in 1918 gefusilleerd werd, soms familie van hem was… Luk, oud-leraar aan het Sint-Amandscollege in Kortrijk, is in Harelbeke al bijna 30 jaar uitbater van Nostalgia, een handel in oude prentkaarten. Fernand Candry, lid van de heemkring Cuerna en verzamelaar van alles wat met de oorlog te maken heeft, kwam er geregeld over de vloer.

“Zo bezorgde ik Fernand enkele stukken over de Eerste Wereldoorlog”, zegt Luk. “Wat later kwam hij terug met een klein boekje daaruit en waarin de naam Albert Vermoere stond… En dat was inderdaad de broer van mijn grootvader. Ik wist wel van zijn bestaan en we hadden thuis ook een kopie van de laatste brief aan zijn familie, maar dat was het. Over die zaken werd er na de oorlog niet meer gesproken.”

Fernand Candry met een gedachtenis van de Kuurnse gesneuvelden van WO I met Albert Vermoeren helemaal in het midden.
Fernand Candry met een gedachtenis van de Kuurnse gesneuvelden van WO I met Albert Vermoeren helemaal in het midden.© NOM

Brochure

In Kuurne staat, met de Leieslag, de Tweede Wereldoorlog meer in de belangstelling dan de eerste. Fernand Candry: “Zo is er een Luitenant-Generaal Gérardstraat en een Veldmaarschalk Montgomerystraat. Ik vond dat ook wel eens een gewone Kuurnenaar een straatnaam mocht krijgen. Ik stapte met het verhaal van Albert Vermoere naar burgemeester Benoit en die had daar wel oor naar.” Uiteindelijk deed zich een kans voor in een kleine verkaveling langs de Rijksweg, waar vroeger het voetbalveld van Sint-Pieters was. De gemeenteraad keurde het voorstel in april 2017 unaniem goed.

Bij de opening van de straat zal er ook een brochure voorgesteld worden, die Luk Vermoere over zijn grootoom heeft geschreven.

De Dodendraad

Albert was allicht nog net in Nederland geraakt voor de Duitse bezetter de fameuze Dodendraad optrok op de grens België-Nederland. “Daar zat 2.000 volt op, dus meer dan dodelijk…”, zegt Fernand Candry, die heel wat documentatie heeft over ‘De Draad’ die 332 km lang was. Er zouden toch bijna 1.000 mensen geëlektrocuteerd zijn bij een poging erdoor te geraken. “Toch vond men middelen om erdoor te geraken, door het gebruik van niet-geleidend materiaal, zoals houten tonnen waar men doorkroop.” Hoe Albert Vermoere en zijn kameraad te werk gingen en of zij ook mensen overbrachten, is niet bekend.

“Ik vond dat een gewone Kuurnenaar ook wel een straatnaam verdiende”

Over zijn activiteiten vertelt Albert wel een en ander in de aangrijpende lange brief, die hij laatste zondagavond voor zijn executie geschreven heeft. Half juni wist hij voor het eerst met zijn vriend Honoré David naar België te komen “om een (inlichtingen)dienst in te richten voor het Belgisch leger”. Maar ze slaagden er niet in om naar Nederland terug te keren. Ze moesten dus onderduiken en dat deden ze ‘in een kot’ bij Honorés familie in Moerbeke. Tot ze op 21 juni ontdekt werden door een politieman… Er zou toen in de lucht geschoten zijn… De situatie werd toen erg gevaarlijk: “Wij gingen ons dan verbergen in den oogst, wij leefden van het graan. (…) Daaromtrent nog 19 dagen gelopen hebben en geprobeerd over den draad in Holland te komen, maar Onze Lieven Heer wilde dat niet, zodat wij op den 18sten juli gepakt wierden binst wij zaten te eten in een huis op de grens van Stekene.”

Gevangenis in Gent

Ze kwamen in de gevangenis van Gent terecht. Drie weken later, op 9 augustus, werden beiden door het Krijgsgerecht ter dood veroordeeld. Over zijn laatste levensuren schrijft de blijkbaar erg gelovige Albert: “Om 8 uur ‘s avonds kwam de priester ons melden dat wij ons vaardig zouden maken om ten Hemel te rijzen ‘s maandags morgen om 6 uur. Wij hebben nog goed geëten en gedronken en nog een goede sigaar gerookt en dan ga ik morgen vroeg mijn biecht rechtzinnig spreken, de heilige Mis bijwonen, om alzoo de Eeuwigheid in te treden…”

Een stukje uit de brief die Albert Vermoere enkele uren voor zijn dood naar zijn familie schreef.
Een stukje uit de brief die Albert Vermoere enkele uren voor zijn dood naar zijn familie schreef. “Bid veel voor mij om toch later samen bij malkaar te komen in de Hemel…”

Hij zegt op het einde van zijn brief dat hij “met veel courage wil sterven ter eere van het Vaderland… en als ge zo nu en dan een mis wil doen voor mij.” Hij vraagt dan zijn horloge aan zijn broer Richard te geven (de grootvader van Luk, red.), aan zijn schoonbroer zijn portemonnee en aan zijn zus zijn trouwring: “Ge hebt dan ieder een gedenkteken”. De bezetter bezorgde die bezittingen naar verluidt correct aan de familie. Verder legt hij uit dat zijn familie recht heeft op een ‘schadevergoeding’ van 15.000 frank, allicht volgens een afspraak gemaakt met het leger, de helft voor zijn moeder, de andere helft voor zijn vrouw… Wat er na zijn dood met weduwe Elodie Andries is gebeurd, heeft achterneef Luk Vermoere nog niet kunnen achterhalen: “Na de oorlog, in augustus 1919, heeft zij vanuit Watervliet, niet ver van haar geboortedorp Boekhoute, een brief gestuurd naar het gemeentebestuur van Kuurne met de vraag om het stoffelijk overschot van haar man in Kuurne te laten begraven. Dat is op 4 oktober 1919 ook gebeurd, wat met een plechtigheid gepaard ging. Allicht is zijn vrouw in haar geboortestreek gebleven.”

De brochure, waarin Fernand Candry de naam van Albert Vermoere ontdekt had, ging over het ‘Oord der Gefusilleerden’ in de Offerlaan in Gent. Daar kan men een klein museum bezoeken, dat de 52 mensen herdenkt die op die plaats de dood met de kogel kregen tussen april 1915 en het einde van de oorlog. Onder hen, naast Albert Vermoere, ook vijf Kortrijkzanen…

(NOM)

Albert Vermoere werd in de ochtend van 12 augustus 1918 in Gent gefusilleerd.
Albert Vermoere werd in de ochtend van 12 augustus 1918 in Gent gefusilleerd.© archief Luk Vermoere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier