Mythe van koningin Elisabeth blijft leven in De Panne

Repro SM © Repro SM
Redactie KW

‘Sinds 16 maanden zie ik slechts verhakkelde mensen, met gebroken of afgerukte armen en benen’, schrijft verpleegster Jane De Launoy in haar dagboek. Het is 1916 en de oorlog woedt in alle hevigheid. “De oorlog duurde langer dan verwacht”, zegt Luc De Munck. “De strijd zou een drietal maanden duren en iedereen verwachtte tegen Kerstmis 1914 terug thuis te zijn.”

Luc de Munck is oud-archivaris van het Rode Kruis. Hij is auteur van de boeken ‘Het Hospitaal van de Koningin’ en ‘Altijd troosten’, beiden over Hotel L’Océan en de verpleegsters die er werkten. “Na 2,5 maanden strijd, bereikte de Groote Oorlog in oktober 1914 de Westhoek. De Slag om de IJzer en de eerste Slag bij Ieper eisten vele dodelijke slachtoffers. Toch bleef de legertop een samenwerking met het Rode Kruis weigeren”, vertelt Luc de Munck.

“Koningin Elisabeth, op dat ogenblik erevoorzitter van het Rode Kruis, liet haar oog vallen op het leegstaande hotel L’Océan. Ze wilde er samen met de koninklijke arts Antoine Depage een fronthospitaal oprichten. Ondanks de tegenkanting van het leger, en dankzij Britse donaties voor ‘poor little Belgium’, opende het hospitaal op 20 december 1914 officieel de deuren.”

Het hotel bevatte 200 bedden, maar breidde begin 1915 in snel tempo uit, met extra barakken en paviljoenen, waardoor het uiteindelijk 1.800 bedden telde. L’Océan werd zo het grootste Belgische fronthospitaal.

Troost onmisbaar

De verpleging gebeurde door vrouwen uit de verpleegstersscholen van België, Engeland, Canada en de Verenigde Staten. “De verpleegsters hadden het erg moeilijk met de onderlinge taalbarrière. Ook de lange werkdagen en de gruwel van de oorlog eisten hun tol” zegt De Munck. Jane de Launoy schreef: ‘De angstige doodstrijd, het geschreeuw, de wanhopige handen aan mijn jurk, het lijden van het arme volk, het is een echte foltering.’

In tien uur tijd werden er maar liefst 600 gewonden opgenomen

Op het insigne van hun verpleegstersuniform stond ‘Soms genezen, dikwijls verlichten, altijd troosten’. Meer nog dan medische zorg, was troost onmisbaar voor de gewonde soldaten. “Ook de aanwezigheid van koningin Elisabeth was belangrijk. Voor alle duidelijkheid: zij verrichtte geen verpleegkundig werk en deed voornamelijk aan fondsenwerving”, vertelt De Munck. Ondanks haar minimale medische inbreng, bleef de mythe van de koningin-verpleegster tot ver na de oorlog verder leven.

Ook Marie Depage, echtgenote van dokter Depage, ondernam verschillende initiatieven om het hospitaal van financiële steun te voorzien. Zij overleed in 1915 toen het schip waarmee zij terugkeerde vanuit de VS, getorpedeerd werd voor de kust van Ierland.

Pionierswerk

Tijdens de oorlog werd in L’Océan pionierswerk verricht. “Er werden tandprotheses vervaardigd in een tijd waarin de tandheelkunde nog in kinderschoenen stond”, gaat Luc De Munck verder. “Gangreenwondes werden degelijk ontsmet, wat leidde tot minder amputaties. Ook enkele vooraanstaande medici boden hulp: Alexander Fleming kwam geïnfecteerde wondes behandelen, Marie Curie hielp op de dienst radiologie.” L’Océan werd verschillende keren gebombardeerd. De materiële schade werd vaak vergoed door sympathiserende Britse bedrijven, waaronder Harrod’s (London).

Foto SM
Foto SM© Foto SM

Tijdens het eindoffensief in oktober 1918 schreef de Launoy: ‘Terwijl het kanonvuur de hele dag ruiten en ramen doet rammelen, worden zeshonderd gewonden opgenomen… in tien uur, omgerekend één per minuut. Het is niet niet meer bij te houden’. Op 16 oktober 1918 werd het hospitaal voor de laatste keer gebombardeerd.

L’Océan werd nog tot oktober 1919 als hospitaal uitgebaat. “Dokter Depage wilde de zwaargewonde soldaten niet in de steek laten. De oorlog mocht dan gestopt zijn, de gevolgen ervan niet”; aldus Luc De Munck. In totaal werden in L’Océan meer dan 24.000 gewonden behandeld. Tijdens het Interbellum was L’Océan weer een vakantiehotel. In WOII werd het opnieuw een fronthospitaal. In 1961 werd L’Océan gesloopt. Waar zich het hospitaal bevond, staat nu een gedenksteen.

(SM)

Feiten

Op 8 oktober 1914 vestigt Koning Albert 1 zich in Villa Maskens. Hij geeft op 25 oktober 1914 goedkeuring voor de Inundatie van de IJzervlakte. Op 20 december van dat jaar opent fronthospitaal L’Océan de deuren. Vanaf 1915 wordt het spoorwegstation van Adinkerke de draaischijf voor bevoorrading van de troepen aan het front. Vanaf februari 1915 wordt ‘t Bad, een badhuis in de Sloepenlaan, een rustplek voor frontsoldaten. In april 1915 opent het militair veldhospitaal Cabour in Adinkerke. De Belgische Standaard, een Vlaams-nationalistisch frontblad voor soldaten, zorgt voor de oprichting van de Belgische Boekhandel, op 14 maart 1916. Op 1 juli 1918 wordt de militaire begraafplaats van De Panne ingewijd. Op 16 oktober 1918 wordt De Panne voor de laatste keer gebombardeerd.