Lo-Reninge blijft onbezet gebied, maar kent toch zware tol in WO I

De Markt van Lo met het beschadigde stadhuis en de Sint-Pieterskerk bij het einde van de Eerste Wereldoorlog. © Foto Westhoek Verbeeldt
Redactie KW

De vier deelgemeenten van Lo-Reninge lagen gedurende de hele Eerste Wereldoorlog in onbezet België. Maar toch bleven Lo, Pollinkhove, Reninge en Noordschote niet gespaard van oorlogsleed. De bevrijding zorgde dan ook hier bij de inwoners voor een zucht van opluchting.

In het najaar van 1914 stabiliseerde het front zich op een boogscheut van Reninge, Noordschote, Lo en Pollinkhove. Maar de volgende vier jaar werden Noordschote en Reninge, maar ook Lo en in mindere mate Pollinkhove door vijandelijke artillerie en vliegtuigen bestookt.

Offensief loopt vast

“In april 1918 is het Duitse lenteoffensief in Vlaanderen vastgelopen en de Duitsers verleggen het accent van hun acties naar Frankrijk, eerst de Aisne en later langs de Marne”, situeert Ronny Denys, vrijwilliger bij Westhoek Verbeeldt, de oorlogssituatie vlak voor het bevrijdingsoffensief. “Maar ook daar loopt hun offensief vast, omdat de Amerikanen intussen op het toneel zijn verschenen. De geallieerden merken dat de Duitse weerstand overal vermindert en men bundelt de krachten om het eindoffensief voor te bereiden.”

In Lo en Reninge heerste er met het nakende bevrijdingsoffensief een drukte van jewelste. “Er werden troepen en kanonnen aangevoerd, opslagplaatsen voor munitie ingericht en voorraden en verbandposten geïnstalleerd. In de nacht van 27 op 28 september 1918 barst het eindoffensief los met een massale artilleriebeschieting, om 5.30 uur gevolgd door de aanval van de infanterie. De bevrijding is gestart.”

Doden op laatste dag

Maar alle leed is daarmee niet geleden in de onbezette dorpen, want de dag van de start het eindoffensief vallen in Lo nog drie dodelijke slachtoffers. “Om 7 uur en om 11 uur vallen er obussen. In de Zuidstraat wordt Evarist Godderis gedood. Camiel Pauwels en een Belgische adjudant sterven onder de bommen in de omgeving van de molen bij de Lobrug. Rond de Sint-Pieterskerk worden twee paarden gedood en raken vijf Belgische soldaten gewond.”

Ronny Denys heeft een groot fotoarchief over WO I, deels te zien op www.westhoekverbeeldt.be.
Ronny Denys heeft een groot fotoarchief over WO I, deels te zien op www.westhoekverbeeldt.be.© Foto KVCL

Op 11 november 1918 wordt de schade opgemeten. Hoewel Noordschote, Reninge, Lo en Pollinkhove altijd in onbezet gebied lagen, is de tol onnoemelijk zwaar. Vier jaar beschietingen en oorlogsgeweld herschapen de dorpen in spookdorpen. “Noordschote is compleet van de kaart geveegd. In Reninge zijn 99 van de 396 huizen of zowat een vierde onbewoonbaar. In Lo is een groot gedeelte van de Ooststraat omzeggens met de grond gelijk gemaakt en in de Zuidstraat liggen heel wat huizen in puin. Op de Markt zijn de meeste woningen onbewoonbaar en ook rond de kerk is er veel schade.”

De kerktoren zelf werd op 12 november 1915 door de Belgische genie opgeblazen, om de Duitse artillerie hun mikpunt te ontnemen. “In 1918 is de prachtige Sint-Pieterskerk één gapende wonde”, aldus Ronny Denys. “De dorpen zijn ontvolkt en heel wat inwoners zijn gevlucht voor het oorlogsgeweld. Honderden kinderen uit de frontdorpen kwamen in schoolkolonies terecht in Frankrijk en Zwitsersland.”

Houten noodkerk

Alsof de ellende nog niet genoeg was, breekt in 1918 een epidemie van de Spaanse griep uit. Voor België ontbreken objectieve cijfers maar in Nederland telt men ongeveer 60.000 dodelijke slachtoffers. “Maar de mensen komen terug en rechten koppig hun rug. In 1919 zijn al heel wat inwoners teruggekeerd en veel gezinnen nemen aanvankelijk hun intrek in semi-permanente woningen van het Koning Albert Fonds. In Noordschote wordt een houten noodkerk gebouwd en in Lo vinden de misdiensten voorlopig plaats in het patronagegebouw (waar nu Supermarkt Lesage is gevestigd, red.) in de Ooststraat. Vanaf 3 juni 1919 starten de kloosterzusters in Reninge een school in een barak en op 26 oktober 1921 wordt in Reninge de eerste steen gelegd van de heropbouw van de Sint-Rictrudiskerk.”

(KVCL)

DE FEITEN:

De materiële schade in de vier dorpen is groot maar ook het aantal dodelijke slachtoffers is aanzienlijk. “Noordschote ligt vlak bij de frontlijn en wordt volledig verwoest. Daar vallen tijdens de oorlog 5 burgerslachtoffers en 4 inwoners van Noordschote sneuvelen in militaire dienst”, zegt Ronny Denys. “Pollinkhove telt het grootste aantal gesneuvelde militairen: 22. Twee anderen sterven kort na de oorlog aan hun verwondingen. In Reninge komen 25 burgers om tijdens de beschietingen en 17 Reningenaars sneuvelen als militair. In Lo sterven 13 burgers en sneuvelen 13 soldaten.” In totaal betekent dit 43 burgerslachtoffers en 58 militairen.