Het bijna verdwenen verhaal van Vloethemveld

De familie Greste en de ambasadeur Letland brachten een bezoek aan het voormalige krijgsgevangenenkamp in Zedelgem. © Davy Coghe

Een oude Russische militaire stafkaart uit de jaren 1950 in het gemeentehuis van Zedelgem trekt de aandacht van Pol Denys. Het is een kaart van de regio Zedelgem, maar de cyrillische letters kan hij niet lezen. Hij googelt de woorden en belandt op Russische websites met een anti-Lets karakter. Op de sites staat ook opvallend vaak ‘Zedelgem’. De link met die gemeente is een Lets-nationalistische organisatie, ‘De Haviken van de Daugava’, opgericht in 1945 in een krijgsgevangenkamp in… Zedelgem. Pol Denys valt compleet uit de lucht en stoot op een bij ons bijna verdwenen verhaal.

Gepassioneerd door alles wat met lokale geschiedenis te maken heeft, startte Pol Denys een zoektocht naar het verhaal achter het Zedelgemse krijgsgevangenkamp. “Vijftien jaar geleden begon ik te grasduinen in onze eigen geschiedenis. Maar ik vond helemaal niets terug over die hele historie. Pas toen ik over de grenzen begon te zoeken, stootte ik wereldwijd op tientallen boeken over Zedelgem en wat er was gebeurd in een krijgsgevangenkamp in het Vloethemveld. Hoe komt het dat dat verhaal hier niet verteld wordt en in de rest van de wereld wel?”

Reconstructie

De Aartrijkenaar begon het hele verhaal te reconstrueren, een missie die nog altijd niet afgelopen is. “Wanneer zijn de krijgsgevangenen hier toegekomen? Hoe werden ze hier behandeld? En waarom waren daar zoveel Letten bij? Daarvoor moeten we even terug in de geschiedenis. In augustus 1940 werden de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen geannexeerd door de Sovjet-Unie. De invasie van de Sovjet-Unie en de bevrijding van Letland door de Duitsers werd door veel Letten gezien als een verlossing van het gehate Sovjetjuk.”

Het bijna verdwenen verhaal van Vloethemveld
© Foto a-Juris Z?verts – Latvijas Fotogr?fijas muzejs Riga

In februari 1943 beveelt Hitler de oprichting van een Lets SS-vrijwilligerslegioen. “Tegen dan werden de Duitsers door de Letten niet langer als bevrijders bestempeld”, vertelt Pol Denys. “De Letten streden noch voor een nationaalsocialistische ideologie, noch als Hitlers voetvolk voor een nieuw Europa. Daarmee onderscheidden ze zich van andere collaborerende troepen. De Letten die zich wel vrijwillig aansloten bij het legioen, deden dat uit bittere haat tegen de USSR en als kruistocht tegen het bolsjewisme. Genoodzaakt om te kiezen tussen twee totalitaire regimes was het Duitse in hun ogen het minst slechte. Er zijn nooit conflicten geweest tussen de Letse troepen en de geallieerden, wel met het Sovjet-leger. Achteraf heeft dat in het voordeel van de Letten gespeeld: ze werden niet behandeld als tegenstanders van de geallieerden.”

“In 1945-1946 stierven hier veel mensen door ziekte, uitputting, ondervoeding en ontbering”

Toch worden ze na de oorlog ook in krijgsgevangenkampen opgesloten. Immers, ze behoorden uiteindelijk tot een SS-vrijwilligerslegioen. “Volgens de Conferentie van Jalta moesten alle krijgsgevangenen terug naar hun land van herkomst”, zegt Pol Denys. “Maar de Letten die naar Letland terugkeerden, werden er meteen geëxecuteerd. Door de Sovjets die het land al weer hadden bezet. De Letten konden niet meer terug, dus werden ze naar Zedelgem gestuurd.

Grootste kamp in België

Het Zedelgemse krijgsgevangenenkamp – dat daarvoor dienst deed als munitiedepot – was het grootste in België. Het had een dagcapaciteit van 62.000 krijgsgevangen, al lopen die cijfers op tot 125.000. Het kamp was in handen van de Britten en opende in februari 1945. In het najaar van 1946 ging het dicht. Er zaten vooral Duitse militairen, maar ook veel soldaten van andere nationaliteiten die vrijwillig of onder dwang waren ingelijfd door het nazi-leger. Daarvan vormden de Letten de grootste groep.

Het bijna verdwenen verhaal van Vloethemveld
© Foto a-Juris Z?verts – Latvijas Fotogr?fijas muzejs Riga

“De leefomstandigheden in het kamp waren bijzonder deprimerend”, weet Pol Denys. “Voedsel, kleding en huisvesting vormen de rode draad in nagelaten getuigenissen van Letse ex-legionairs. De toenmalige jonge Duitse luitenant en latere bondskanselier Helmut Schmidt – ook krijgsgevangene in het kamp – liet het later zo optekenen: “We waren zo verzwakt dat we nauwelijks op onze benen konden staan. Ik sliep in het bovenste bed van het stapelbed en als ik ‘s morgens uit het bed geklauterd kwam, viel ik eerst nogmaals om. De Britten hadden latrines gebouwd maar die gebruikten we niet eens.”

“Niet leefbaar”

“De Conventie van Genève stelde dat elke krijgsgevangene ongeveer 2.000 calorieën per dag moest binnenkrijgen, maar het waren er slechts 1.200 à 1.400”, gaat Pol Denys verder. “Dat was voor velen niet leefbaar. Tijdens de winter van 1945-1946 stierven heel wat mensen door ziekte, uitputting en ondervoeding. Daarnaast overleden ook heel wat oorlogsgewonden aan ontbering.”

“Naast de fysieke ongemakken van het krijgsgevangenschap, bleef de constante dreiging van repatriëring naar het door de Sovjets bezette thuisland boven het hoofd van de Letten hangen. Dat gaf weerklank aan het idee om zich te verenigen in een organisatie die kon opkomen voor de belangen van de krijgsgevangenen. Zo werd op 28 december 1945 in Zedelgem Daugavas Vanagi, ofwel ‘De Haviken van de Daugava’, opgericht.” De Daugava is de grootste rivier van het Balticum. “Het doel van de organisatie was het verenigen van de Letse veteranen en het opzetten van een sociaal netwerk voor het welzijn van haar leden”, zegt Pol Denys. “De achterliggende gedachte was om de triomfantelijke terugkeer van de anticommunistische strijders naar Letland te bewerkstelligen.”

“Later kregen de Letten een speciale status: die van displaced persons. Daardoor kregen ze de toestemming om zich te verspreiden over de hele wereld. De Letten kozen vooral voor landen Canada, Amerika en Australië. Overal ter wereld werden chapters van Daugavas Vanagi opgericht. In al die chapters wordt tot op vandaag nog altijd de taal onderwezen, de Letse cultuur opgevolgd, muziek gemaakt en lezingen gegeven. Onderhuids zat heel lang de drang om naar huis terug te keren. Van de Letten die in het krijgsgevangenkamp in Zedelgem zaten, zijn er 11.700 uitgezworven. 200 zijn er vrijwillig teruggekeerd naar Letland. Het lot van die 200 is onduidelijk, maar wellicht hebben ze het niet overleefd.”

De laatste stille getuigen

Het bijna verdwenen verhaal van Vloethemveld
© Davy Coghe

Pol Denys ijvert om de overblijfselen van het kamp te redden. “Constant zag ik hoe de beheerders het militair domein verwaarloosden of volledige delen van het kamp afbraken”, vertelt hij. “Telkens heb ik geprotesteerd maar ik stond er alleen voor. Tot op een zeker moment ambassadeurs en mensen met enige invloed zich ermee begonnen te moeien. Al was het toen al vijf over twaalf: de barakkenstraat, enkele gebouwen en enige kunstwerken zijn de laatste stille getuigen. Er wordt nu hard gewerkt aan een openstelling van het kamp door het Agentschap Natuur en Bos, de Vlaamse Landmaatschappij, de gemeenten Zedelgem en Jabbeke en een groep enthousiastelingen.”

Van de kunstwerken die toen gecreëerd werden, staan er vandaag nog altijd in het kamp. Al verkeren ze door verwaarlozing wel in dramatische staat.
Van de kunstwerken die toen gecreëerd werden, staan er vandaag nog altijd in het kamp. Al verkeren ze door verwaarlozing wel in dramatische staat.© Davy Coghe

“Waarom het zo lang geduurd heeft? Na 1946 werd die foute geschiedenis verzwegen. Je neemt het nu eenmaal niet op voor de Duitsers. Maar vandaag is het besef er gekomen dat van die tienduizenden mensen die hier opgesloten waren, het overgrote deel ook slachtoffer was van het regime. Zij hebben niet om oorlog gevraagd. En al zeker de Letten niet, zij werden ingelijfd door Hitler en Stalin. Niet alleen het verleden van Duitsland met zijn zware oorlogsmisdadigers zat in het kamp – Sommigen moesten later terecht staan wegens oorlogsmisdaden in Nürnberg of andere oorlogstribunalen – maar ook de toekomst: kunstenaars, schrijvers, dichters, grootse schaakmeesters en politici. Daarvan is Helmut Schmidt de meest bekende. Deze sociaaldemocraat groeide uit tot een groot politicus en werd bondskanselier van Duitsland.”

Van de kunstwerken die toen gecreëerd werden, staan er vandaag nog altijd in het kamp. Al verkeren ze door verwaarlozing wel in dramatische staat. “Van een kunstwerk vind ik het bijzonder jammer dat het verdwenen is: een replica op schaal van het 42 meter hoge Vrijheidsmonument dat in Riga staat. Die is verdwenen toen het beeld per trein werd overgebracht naar het Oorlogsmuseum in Brussel. Daar is het nooit aangekomen. Wat ermee is gebeurd? Ik weet het niet en dat is het grote mysterie dat ik nog wil ontcijferen. Het zijn mijn Rechtvaardige Rechters (lacht). De zoon van de maker is al bij mij thuis geweest, een Australiër. Die man was in alle staten, enorm emotioneel.”

Letten willen Zedelgem zien

Het bijna verdwenen verhaal van Vloethemveld
© Davy Coghe

In Letland zijn ze Pol Denys zeer erkentelijk. “Toen we samen met een delegatie van het gemeentebestuur werden uitgenodigd in Riga stond de Letse nationale pers gereed”, vertelt hij. “Er wordt aandachtig geluisterd naar wat hier in Zedelgem gebeurd is.” Ook de Letten vinden steeds meer de weg naar Zedelgem. “Ze willen met eigen ogen zien waar hun (groot)vader zo heeft geleden.” Zo ook de 84-jarige Juris Greste uit Australië. Hij reisde met zijn vrouw, zoon en schoondochter naar Zedelgem om te zien waar zijn vader Edgars Greste gestorven is. “Ik worstel er al jaren mee, maar ik wou het kamp nooit bezoeken. Tot nu.” Juris heeft het zichtbaar moeilijk. “Het verwondert me zo dat er nu zo’n mooie fauna en flora is op een plek waar zoveel wrede dingen gebeurd zijn, waar zoveel mensen gestorven zijn. Het voelt bijna surreëel aan dat mijn vader op deze prachtige plek gestorven is”, zegt hij geëmotioneerd. Zijn stem stokt nog meer wanneer hij in een van de barakken uit een brief van 16 oktober 1945 zijn vader citeert. “Liefste vrouw. Ik verlang om weer bij jou en de kinderen te zijn. Ik droom van jullie en hoop dat jullie het goed stellen. Ik hoop om snel thuis te zijn, maar tot die tijd moeten we ons sterk houden. Wees sterk en bid voor mij. Wacht op me en geloof in de toekomst. Je man.” Er volgen nog brieven waarin Edgars Greste moedeloos is over de toekomst en vertelt over het harde leven in het kamp. Maar voor zijn dood in januari 1946 is hij weer hoopvol: “Er circuleren geruchten in het kamp dat we binnenkort vrij zullen zijn. Ik denk dat het nu niet lang meer zal duren.” Kort hierna is hij gestorven aan een longontsteking. Een maand later werden de Letse krijgsgevangenen vrijgelaten.

Wie meer inlichtingen heeft of wenst over het Prisoner of War Camp Zedelgem kan Pol Denys altijd contacteren: pol.denys@telenet.be.

Het bijna verdwenen verhaal van Vloethemveld
© Davy Coghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier