Getuigenis van een tiener in oorlogstijd in Meulebeke

Café Oostende in de Veldstraat. Enkele dagen na de bevrijding was er voedselbedeling en de burgers wachtten geduldig in de rij onder toezicht van Franse soldaten. © Repro Luc
Redactie KW

Honderd jaar na het einde van de Grote Oorlog is voor velen het oorlogsleed van toen al lang vergeten. Naast de namen van de gevallen slachtoffers op een herdenkingsmonument of de graven die we op het kerkhof nog terugvinden, beschikt Meulebeke over schriftelijke getuigenissen van de plaatselijke gebeurtenissen tijdens die vier verschrikkelijke oorlogsjaren. Zo is er het boek De Oorlogvan Sif, geschreven door Jozef Vankeirsbilck, en Mijn oorlogsdagboek van de hand van de toen 14-jarige Gustave Vuylsteke.

Gustave Vuylsteke was 14 jaar toen de oorlog uitbrak. Hij was de zoon van Victor Vuylsteke en Elodie Maes. Gedurende de vier oorlogsjaren hield Gustave een dagboek bij met nauwkeurige aantekeningen van hetgeen gebeurde in Meulebeke, maar ook in Ingelmunster en Oostrozebeke. Gustave hoorde ook veel info van zijn vader die veldwachter was in Meulebeke.

Die schriftelijke getuigenis van een tiener in oorlogstijd brengt ook troepenpassages en manoeuvres, opeisingen, vallende vliegtuigen, bombardementen en militaire operaties in beeld. Gustave sprak met voorbijtrekkende vluchtelingen, opgeëiste arbeiders en krijgsgevangenen. Het Oorlogsboek van Gustave Vuylsteke is dus van onschatbare waarde om het dagelijkse leven in Meulebeke tijdens de Grote Oorlog van naderbij te leren kennen, ja zelfs terug te beleven.

Poëtisch getalenteerd

We hadden een boeiende babbel met Godfried Vulysteke, kranige tachtiger en zoon van Gustave. Godfried vertelt ons hoe zijn pa eveneens de aanzet tot de bevrijding van Meulebeke en de daarmee gepaard gaande ‘combats’ beschreven heeft. Dat de jonge Gustave ook poëtisch getalenteerd was, getuigt het gedicht dat hij schreef toen de noodklok luidde over Meulebeke in een augustusnacht van het jaar 1914.

“Mijn pa schreef meer dan 200 pagina’s vol over de Grote Oorlog” – Godfried Vuylsteke

Godfried Vuylsteke: “Het volledige dagboek is moeilijk weer te geven in enkele lijnen. Mijn pa schreef meer dan 200 pagina’s vol. Om het te hebben over de bevrijding van Meulebeke dien ik toch de gedetailleerde beschrijving te vermelden van de oorlogsactiviteiten die de dagen voor 11 november hier in Meulebeke plaatsvonden.”

Senegalezen

“Vanaf 15 oktober 1918 hadden hier in onze gemeente de hevigste gevechten plaats, niet alleen werd het centrum van de gemeente gebombardeerd, ook De Paanders en Marialoop kregen het zwaar te verduren. Mijn pa beschrijft zelfs dat de Fransen hulp kregen van de Senegalezen, de tirailleurs sénégalais, waarbij zelfs jaren na de oorlog nog gruwelijke verhalen de ronde deden dat die Senegalezen de oren van de gesneuvelden afsneden en ze op een kralenketting rond de hals hingen. Heel gedetailleerd vertelt ons pa over de gevechten rond de molen op De Paanders die er op 17 en 18 oktober plaatsvonden.”

Godfried Vuylsteke, zoon van Gustave, met het dagboek dat zijn pa schreef.
Godfried Vuylsteke, zoon van Gustave, met het dagboek dat zijn pa schreef.© Foto Luc

“Op 4 november telt vader Gustave 23 vliegtuigen boven Meulebeke en vermeldt hij eveneens het blitzbezoek van onze koning en koningin aan het gemeentehuis in Meulebeke. 11 november. Nog voor het officiële bericht dat de wapenstilstand een feit was Meulebeke bereikt, gebeurt er in de woning van Aloïs Parmentier een verschrikkelijk ongeval. Aloïs zat met een mes te kerven in een ‘eiergranaat’ toen die ontplofte. Aloïs en zijn zoontje Marcel werden zwaargewond naar het militair hospitaal in Staden overgebracht. Aloïs overleed onderweg en kleine Marcel stierf een dag later.”

Vuurpijlen

“Op 11 november schoten de militairen in Meulebeke vuurpijlen af uit vreugde omdat het gedaan was met de oorlog. Tijdens die laatste strijd in Meulebeke stierven er 13 Belgische militairen, 70 Franse soldaten, 15 tirailleurs sénégalais en 21 Duitse soldaten op Meulebeekse bodem.”

Feiten

Ook Meulebeke ontsnapte niet aan het vele leed dat de gemeenten en de inwoners te wachten stond. Vanaf 1 september 1914 kwamen er al veel vluchtelingen vanuit Luik onze gemeente binnen. Op 22 augustus werden hier de eerste Duitse soldaten gespot (velomannen en peerdevolk). Op 24 augustus 1914 eisten de Duitsers alle mannen tussen 16 en 60 jaar op wat een ware vlucht ontketende van iedereen die hier slachtoffer van werd (vliegende maandag). Duitse soldaten bleven in Meulebeke ingekwartierd en het zou duren tot goed midden oktober 1918 vooraleer Meulebeke van het Duitse juk bevrijd was. In die vier jaar sneuvelden 150 Meulebekenaren die onder de wapens waren en 51 burgers kwamen om door het oorlogsgeweld.

(Luc Bouckhuyt)