Twee nieuwe offshore windmolenparken in opbouw

De eerste bedrijven schreven zich al in voor de Belgian Offshore Days in Maart. V.l.n.r. Christophe dhaene voorzitter van de BOC, Kristof Verlinden van Parkwind, Geert Dewaele van Otary, thierry Aelens van Norther en Paul gerard van Haven Oostende. © (fotoML)
Redactie KW

Naast de vier al operationele windmolenparken in de Belgische Noordzee wordt 2018 het jaar voor de afwerking voor het Rentelproject en de opstart van Norther. Daarom organiseert het Belgian Offshore Cluster (BOC) in maart haar Belgian Offshore Days in Oostende.

De monopiles voor de 42 windmolens van Rentel zijn vorig jaar al ingeheid. Dit jaar wordt de bovenbouw met pylonen, turbinegondels en wieken voorzien, aangevoerd uit de haven van Oostende. Totale capaciteit van de Siemens turbines is 309 MW. Norther start met de bouw van het grootste Belgische park dat ook nog voor de helft in de territoriale zee ligt en meteen ook het dichtst bij onze kust. Er komen 44 turbines van elk 8,4 MW, goed voor een gezamelijk vermogen van 370 MW. De bouwfase verloopt vanuit de haven van Vlissingen. De exportkabels van beide parken komen toe in Zeebrugge, waar ze aansluiting vinden op het Stevinnet. Maar het hoofdkantoor van Rentel en Norther ligt in Oostende, meteen de thuishaven voor alle onderhouds- en herstelwerken tijdens de 20 jaar lopende uitbating.

Op 21 en 22 maart e.k. organiseert het BOC, de vereniging die de Belgische toeleveranciers van de offshore windindustrie samenbrengt, voor de vierde keer de Belgian Offshore Days in Oostende. Bedoeling is de samenwerking tussen de bedrijven die actief zijn in de offshore-industrie te stimuleren. Tijdens een conferentie wordt o.a. aandacht besteed aan de drijvende windturbineparken.

(ML)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier