“Mensen vergeten dat horeca keihard werken is”

Philippe Verhaest

In acht jaar tijd daalde het aantal cafés in Izegem van 66 naar 47. Het aantal restaurants steeg dan weer van 26 naar 30. Tom Sintobin, die zeven jaar tearoom De Zandberg runde en nu al negen jaar achter de bar van café De Koornmarkt staat, kent beide werelden als zijn broekzak. “Er zullen nog cafés sneuvelen”, zegt hij.

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier Horeca in West-Vlaanderen.

Waar Izegem in 2008 nog liefst 66 cafés telde, was dat aantal in 2016 naar 47 teruggelopen. Een daling van bijna 30 %. Het aantal restaurants in de Pekkersstad gaat wél de hoogte in: van 26 in 2008 naar 30 in 2016.

“Dat Izegem extra restaurants mag verwelkomen, ligt in de lijn van de geest van onze stad”, zegt Tom Sintobin.

“We zijn levensgenieters en nemen graag de tijd om te tafelen. Als je als koppel écht gemotiveerd bent, kan je met een eigen restaurant mooie zaken doen. De terugval van de cafés baart me grotere zorgen en is tegelijk niet verwonderlijk. Mensen blijven graag onder de kerktoren om op café te gaan, want de alcoholcontroles zijn niet meer van de poes. Ik heb het geluk mijn zaak pal in het centrum te hebben. Maar mocht ik in een Izegemse deelgemeente of aan de rand van de stad actief zijn, dan zou het toch iets moeilijker zijn, vrees ik.”

“Het horecaleven in Izegem is kalmer. Vroeger was het elke donderdagavond volle bak, nu is dat lang niet meer zo”

Een andere reden voor het slinkend aantal cafés zijn de almaar kleiner wordende marges. “Onze aankoopprijzen worden alleen maar duurder, maar we kunnen onze eigen prijzen niet recht evenredig verhogen. Bij mij kost een pils 2 euro en dat is erg goedkoop. Meer wil ik ook niet vragen aan mijn klanten. Anders zouden de mensen weg blijven en gewoon thuis iets drinken.”

Nooit uren tellen

Een café runnen lijkt voor veel mensen een droomjob, maar Tom benadrukt dat enkel de mooie kant van het verhaal voor iedereen zichtbaar is. “De mensen vergeten dat horeca keihard werken is”, klinkt het. “Ik ben dagelijks zeker twaalf uur met mijn zaak bezig. Bestellingen doen, de boekhouding in orde brengen, facturen betalen… En dan open ik de deuren van mijn café. Je mag je uren nooit tellen, anders ben je een vogel voor de kat.”

“Je moet ook jezelf telkens opnieuw uitvinden. Zo heb ik in negen jaar tijd mijn interieur al twee keer volledig vernieuwd en op regelmatige basis moet je je klanten verwennen. Een live-band in je café zetten kost al snel 500 euro en zorgt meestal voor een pak volk, maar tegelijk zal je die avond amper iets verdienen. Je voert promotie voor je zaak en hoopt dat de mensen van die avond de weg naar je café terugvinden.”

Tom vreest dat het cafébestand in de toekomst verder zal dalen. “Er zullen nog cafés sneuvelen”, zegt hij. “Vooral echte ‘banecafés’, zoals je er vroeger tientallen had, zullen volledig verdwijnen. Je ziet ook dat het horecaleven in Izegem toch wat kalmer is geworden. Vroeger was het in een pak cafés elke donderdagavond volle bak, daar ben je nu niet langer zeker van.”

“Enkel wie blijft innoveren en zelf veel uren klopt, heeft nog een toekomst. Gelukkig ben ik gebeten door mijn job. Een horecazaak runnen moet je als een roeping zien. Je staat pal tussen de mensen, je weet nooit wat de dag zal brengen… Ik zou het niet meer kunnen missen.”