“Beter dan sakkeren in de auto”

Barista Stephen Quintens bij zijn koffietriporteur. (Foto DBI)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Met een 300 kilo zware triporteur vijf uur naar Zedelgem rijden? Geen probleem voor barista Stephen Quintens, die bewust koos voor een niet-gemotoriseerde koffiefoodtruck.

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier Auto.

Stephen Quintens (45) woont samen met Hilde Vandenbulcke in de Blindeliedenstraat in Ieper. Nadat hij eerst op latere leeftijd een diploma van barista haalde, begon hij twee jaar geleden met Slowwings, een koffiefoodtruck zonder motor. “Het is een groot uitgevallen triporteur. Wekelijks sta ik op de zaterdagmarkt in Ieper. Dan vervoer ik maar liefst 500 kilo. Vroeger deed ik ook de vrijdagmarkt in Poperinge. Toen nam ik slechts 300 kilo mee, maar was ik wel twee uur onderweg voor die 13 km. Het verste dat ik al deed, was Zedelgem. Vijf uur was ik onderweg, enkel voor de heenreis. De terugweg was puur genieten voor mij. Ik had de oude spoorweg genomen en kwam constant vriendelijke mensen tegen. Anders zit je te sakkeren in de auto. Het KTA van Ieper is bezig met het ontwerpen en maken van een elektrische kar voor mij.”

Mentaliteitswijziging

“Ik heb wel een rijbewijs, maar heb nooit veel gereden met de auto“, vervolgt Stephen. “Ik rij niet graag, ik vind het stressvol. Zelf heb ik nooit een auto gehad, maar ik leende soms wel de wagen van mijn ouders. Een auto is een handig gebruiksmiddel, zeker voor mensen die ver werken of zware lasten moeten vervoeren. Maar ik vind het bizar als ik zondagmorgen naar de bakker ga en ik zie iemand met een auto achter een broodje gaan. Een uur later zit diezelfde persoon dan op de koersfiets. Ik zeg niet dat we Koning Auto volledig moeten bannen, maar er mag wel een mentaliteitswijziging komen.”

“Na mijn werk hoef ik niet meer naar de fitness”

Puffen bergop

“De ecologische voetafdruk is een belangrijke factor geweest in mijn keuze, maar er zijn nog voordelen. Ik heb meer contact met de mensen en kan overal binnen. Ik raak mijn krachten kwijt. Enerzijds ben ik misschien wel twee uur onderweg, maar anderzijds hoef ik na mijn werk niet meer naar de fitness. Ik stond op Krachtboer in Sint-Jans-Cappel, vlak over de Franse grens. Toen heb ik op de terugweg via de Zwarteberg gereden. Dat was toch puffen en even afstappen. Als het vlak is, is het goed te doen, maar vanaf dat het bergop is… Het moet niet eens steil zijn. Vroeger had ik niet eens door dat de Elverdingestraat vals plat was, maar eens je er op gereden hebt met de triporteur, dan voel je het wel…”