“Zelfs een zwakke pion is het waard om te beschermen”

Redactie KW

In onze provincie namen 5.500 kinderen deel aan de wedstrijd Junior Journalist van het Davidsfonds. In de tweede graad won Eline Debucquoy met haar interview rond schaken.

SPORT: NIET ALLEEN FYSIEK MAAR OOK MENTAAL

Tania Folie, leerkracht van het tweede leerjaar in de school de Vrijdagmarkt te Brugge, vertelt ons over een sport waarbij je, net zoals bij alle andere sporten, concentratie, inzettingsvermogen en doorzettingsvermogen nodig hebt, maar daar bovenop je ook nog eens een hoop denkwerk moet verrichten. Al deze aspecten heb je nodig bij de denksport schaken.

U geeft nu al een aantal jaren schaaklessen aan kinderen, maar hoe hebt u zelf leren schaken?

“Naar het schijnt zou mijn opa toen ik klein was ooit nog met mij hebben geschaakt, maar hij stierf vroeg en ik herinner mij er dus niet veel van. Ik leerde opnieuw schaken toen ik les gaf in het tweede leerjaar en een paar kinderen zich verveelden in de klas. Zelfs met de moeilijkste oefeningen begonnen ze hun goesting in school te verliezen. Ik vroeg hen wat ze dan wel wilden doen. Ze wilden leren schaken… Ik nam hen daarom op zaterdagmorgen mee naar de plaatselijke schaakclub. Achteraan de klas volgde ik de les met hen mee. Het jaar erop kon ik zelf schaaklessen geven op de club, en dit aan de allerjongsten van stap één.”

Werkte deze methode om de kinderen gefascineerd te houden?

Eline won met haar interview rond schaken.
Eline won met haar interview rond schaken.© JL

“Ja, ik merkte dat ook de knappere kinderen plots weer met meer goesting hun gewone oefeningen afwerkten omdat ze zich daarna achter het schaakbord aan elkaar mochten meten. Het spel leek tegelijk boeiend en speels, maar was ook leerrijk en gaf een aanzet tot creatieve denkpatronen. Ik kreeg het gevoel dat de sterkere leerlingen hard hun hersenen aan het trainen waren, terwijl ik meer tijd vrij kreeg om me met de zwakkere leerlingen bezig te houden. Niemand stoorde de les nog en ik voelde mij niet meer schuldig. Ieder kind boekte immers evenveel leerwinst… Ieder kind was cognitief bezig tijdens mijn wiskundelessen!”

“Zelfs de zwakkere leerlingen begonnen na een tijd een paar stappen vooruit te denken”

Hoe maakte u schaken dan interessant voor kinderen?

“We spelen niet alleen wedstrijdjes om het schaken aan te leren, maar er zijn ook heel wat spelletjes om de mogelijkheden van elk stuk te leren kennen. Stuk voor stuk korte, boeiende en leerrijke spelletjes voor de allerkleinsten. We hebben ook reuzenschaakstukken waarmee de kleinsten op de speelplaats kunnen oefenen op een groot geschilderd schaakbord.”

Hoe hebt u ervoor gezorgd dat iedereen dan kon leren schaken?

“Voor ik het wist, zat alles in een stroomversnelling. Ouders vonden het fijn dat er op school geschaakt werd en velen sloten aan bij de schaakclub op zaterdagmorgen. Maar sommige kinderen konden zich niet vrijmaken in het weekend, anderen hadden dan weer geen vervoer. Het was niet de bedoeling dat alleen de slimste kinderen konden leren schaken, maar ook de leerlingen die niet zo goed meekonden in de klas. Daarom besliste ik om af en toe een schaaklesje te geven aan alle kinderen van mijn eigen klasje. Zelfs de zwakkere leerlingen begonnen na een tijd een paar stappen vooruit te denken. Dit pasten ze bovendien ook toe in de andere lessen. Ook hun resultaten gingen daardoor de hoogte in. De leerlingen vonden het ook leuk om op de speelplaats te schaken aan de picknicktafels. Elk jaar richt ik daarom een schooltoernooi in waarbij alle kinderen uit alle klassen tegen elkaar kunnen schaken. Winnen ze, dan spelen ze de volgende partij tegen een moeilijker speler, verliezen ze, dan komen ze uit tegen een gemakkelijker speler. Zo krijgt iedereen de kans om op zijn niveau bij te leren en ook eens een partij te winnen!”

Hebt u zelf al wedstrijden gespeeld?

“Nee, ik heb voorlopig te weinig vrije tijd over om zelf partijen te spelen. Maar ik droom ervan om later een vrouwvriendelijke schaakclub op te richten. Schaken wordt onder volwassenen immers nog vaak als een aangelegenheid voor mannen gezien. Mede daardoor zijn er nog steeds heel weinig vrouwen die schaken. Vrouwen zijn nochtans even goed in strategisch en creatief denken als mannen!”

Merkt u dat het leren van schaken een invloed heeft op het leven van kinderen?

“Een paar decennia geleden bewees een student psychologie aan de universiteit van Gent dat de intelligentie van kinderen die schaakten er spectaculair op vooruitging. Maar ook op sociaal vlak gaan kinderen vooruit. Kinderen leren op het schaakbord dat alle stukken, hoe zwak of sterk ze ook zijn, goed moeten samenwerken om te kunnen winnen. Zelfs een zwakke pion is het waard om goed beschermd te worden, want die kan later uitgroeien tot een dame… Daarmee worden ook alle manieren om je tegen pesten te verdedigen in elke partij onbewust geoefend. Bij aanval kan het stuk weglopen, gedekt worden, er kan een stuk tussen geplaatst worden en de aanvaller kan zelf worden geslagen… Bovendien doet het kind heel wat zelfkennis op via het spel. Winst en verlies heb je bij schaken alleen aan jezelf te danken. Alleen je kennis, doorzettingsvermogen en concentratie is belangrijk. Niemand moet je een goeie voorzet geven, zoals in het voetbal. En je winst is ook nooit aan een kansfactor te danken, zoals het aantal ogen van de dobbelsteen. Zodoende leer je, met de nodige eerbied voor je tegenstander, winnen en verliezen in stijl.”

Velen vinden dat schaken niet onder de noemer sport thuishoort, maar wat vindt u zelf?

“Heel wat eindtermen die onder de rubriek “lichamelijke opvoeding” vallen, kan je bereiken via het schaakbord. Een schaker moet immers niet alleen mentaal maar ook fysiek heel scherp staan om goed te kunnen nadenken. Je zal zelden een goed schaker zien die zwaarlijvig is…”

Heeft u nog een gouden tip voor alle schakers?

“Veel schakers vinden het spel aanvankelijk aantrekkelijk, maar concluderen al heel snel dat het spel voor hen te moeilijk is. Blijf volharden tot je het spel onder de knie hebt, want er uiteindelijk in slagen om een partijtje schaak te winnen, is als het onderste puntje bereiken in het hoorntje van een Cornetto-ijsje, het lekkerste stukje chocolade komt altijd op het laatst.”

(Eline Debucquoy)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier