Mol Pieter Delanoy: “Mijn alibi was niet waterdicht”

Pieter 'de Mol' Delanoy: "Ik heb me altijd voorgenomen om supporter te zijn in de stad waar je woont." © Foto Kurt
Bert Vanden Berghe

Hij is ongetwijfeld de meest populaire leerkracht én priester van dit moment. Pieter Delanoy (33) uit Assebroek beleefde waanzinnige weken en een zotte zondag, die leidde tot de ontknoping van zijn rol als saboteur in ‘De Mol’. “Ik zal blij zijn als de storm weer gaat liggen.”

“Je wil niet weten hoeveel mollen ik hier al tegengekomen ben”, lacht Pieter als we de foto van een gravende mol zien op de achtergrond van zijn computer. In het Sint-Lodewijkscollege geeft Pieter de vakken geschiedenis en godsdienst.

Maar dat hij duidelijk mee is met de leefwereld van zijn leerlingen, bewijst zijn cursus waar vooraan staat ‘Keep calm and read the bible’. Binnenin staan onder meer bijbelreferenties uit… The Simpsons. “Bij die gasten van het derde en vierde middelbaar moet je wel mee zijn met hun leefwereld.”

Je maakt ze warm voor godsdienst, maar daarmee krijg je ze nog niet in de kerk…

“Ik vind twee zaken heel belangrijk. Allereerst: die jonge gasten groeien op in West-Europa, waar het geloofsverhaal cultuurhistorisch in alles verweven zit. Deze generatie moet een generatie zijn die dat blijft kennen en begrijpen. Anderzijds wil ik aantonen hoe het geloof mij inspireert en drijft.”

Er is heel wat te doen geweest over het feit dat je priester bent, terwijl je eigenlijk fulltime leerkracht bent.

“Het parochiegebeuren is eigenlijk maar een parttimejob en dan nog ben ik in de weekends vooral bezig met zaken voor school. Voor dit programma was het vooral belangrijk dat ik op school vrijaf kon krijgen, want het ministerie is eigenlijk mijn werkgever, niet zozeer het bisdom. Zij hebben het ook maar geweten vlak voor de uitzendingen verschenen.”

“Dat is trouwens het enige dat ik anders zou aanpakken, want in het programma zelf liep alles hoe we het wilden. Maar mijn alibi was eigenlijk niet zo waterdicht. Ik had iedereen wijsgemaakt dat ik drie weken meehielp aan de voorbereiding van de Wereldjongerendagen in Panama. Eén voordeel: dat ligt vlakbij Mexico, dus over het weer moest ik al niet liegen. Het leek een heel goed alibi voor het bisdom, de school en de parochie, maar ik merkte achteraf dat er eigenlijk geen kat was die het geloofde.”

Maar dacht je niet: aan wat ben ik nu begonnen?

“Ik denk dat veel mensen zich inschrijven vanuit een opwelling. Ik had nooit gedacht dat het iets zou opleveren.”

Het valt me wel op hoe koel je blijft midden al die heisa de afgelopen week.

“Je mag niet mediaschuw zijn. Het is een schitterend medium en kan een goeie partner zijn. Dat zag ik ook al bij de churchie (de selfie in de kerk, red.). Ik had me ook voorgenomen dat ik het niet naar mijn hoofd zou laten stijgen. En ik voel ook dat er een zekere mildheid gepaard ging met deze reeks, ook op Twitter, waardoor mensen eigenlijk heel beleefd en vriendelijk zijn in de omgang.”

Pieter Delanoy met z'n leerlingen:
Pieter Delanoy met z’n leerlingen: “”Bij die gasten van het derde en vierde middelbaar moet je wel mee zijn met hun leefwereld. Bijbelreferenties uit The Simpsons kunnen perfect.”© Foto Kurt

Je groeide op in Roeselare, was tijdlang hulppriester in Kortrijk en bent nu actief in Brugge. Waar voel je je het meest thuis?

“Ik voel me het meest van al Bruggeling. Roeselare blijft mijn roots, maar eenmaal je weg bent, vervaagt dat wat. En ik lust geen Rodenbach. Wat ook al niet praktisch is, als dat de hoofdsponsor blijkt te zijn van De Mol. (lacht)”

Je bent een grote Club Brugge-supporter, maar toch was je een paar jaar geleden nog verknocht aan KV Kortrijk.

“Ik heb in Kortrijk ooit een abonnement gekregen en zo de passie voor voetbal opgepikt. Maar ik heb me altijd voorgenomen om supporter te zijn in de stad waar je woont. Want los van de ambiance, kom je ook veel mensen tegen. Zeker in Brugge, van leerlingen tot collega’s…”

Dus zondag was een topdag?

“Het was heel spannend. Het grappige was dat ik om 20 uur in de finalezaal van de bioscoop moest zijn, maar ik had daar geen bereik. Dus ik wilde niet naar binnen, want ‘het zou echt niet lang meer duren’. Toen ik wist dat ze kampioen was, dacht ik: yes! En nu die zaal binnen!” (lacht)