Kortrijkse gidsen: “Graag graf van Edouard Wallays beschermen”

Nicole Pannier (erfgoedplatform) en Martin Demedts bij het graf van Edouard Wallays. © JVGK
Axel Vandenheede

Woensdag is het 1 november, de dag waarop veel mensen nog eens naar het kerkhof trekken. “Jammer, want je overleden dierbaren moet je het hele jaar door herdenken”, stelt Martin Demedts. Hij is lid van de West-Vlaamse Gidsenkring Kortrijk en geeft rondleidingen op onder meer het Sint-Janskerkhof in Kortrijk. “Net zoals veel andere kerkhoven is deze begraafplaats een openluchtmuseum.”

Wie naar een begraafplaats trekt om het graf van een overleden dierbare te bezoeken, wandelt heel vaak nog wat rond op het kerkhof in kwestie. Maar wat als je een rondleiding kon krijgen van een ervaren gids die tijdens de wandeling met anekdotes uitpakt? In Kortrijk kan het. De West-Vlaamse Gidsenkring Kortrijk heeft met Martin Demedts een ervaren lid in huis die de begraafplaats als zijn broekzak kent. Op zaterdag 4 november is hij de gids tijdens een funeraire wandeling op het kerkhof van Kortrijk-Centrum. Wij kregen al een voorsmaakje.

Algemeen beschouwd is een begraafplaats een openluchtmuseum“, stelt Martin, die in Zedelgem woont. “Je ziet er grafzerken in verschillende stijlen, uit diverse tijdperken… Elk graf heeft in feite zijn eigen verhaal, al is het ene verhaal natuurlijk pakkender dan het andere.” Een van die intrigerende graven op de begraafplaats van Sint-Jan is dat van Edouard Wallays. “Hij is de enige Kortrijkzaan die in de Eerste Wereldoorlog soldaat was en een eigen graf kreeg“, vervolgt Martin. “Op 30 juli 1914 werd hij onder de wapens geroepen om te vechten tegen de Duitsers. Op 5 september raakte hij in Kapelle-op-den-Bos ernstig gewond en een dag later stierf hij in het ziekenhuis van Antwerpen.”

Op begraafplaats ‘t Kiel in Antwerpen werd hij daarna begraven. “Op 15 september 1914 werd in de Kortrijkse Sint-Maartenskerk een nadienst voor hem gehouden. Meer dan 1.500 personen woonden die bij. Na de oorlog, op 18 september 1919 meer bepaald, werd het lichaam van Edouard Wallays dan bijgezet op het Sint-Janskerkhof.” In totaal sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog zowat 211 Kortrijkse soldaten.

Zwitserse wacht

Het graf is dus bijna 100 jaar oud, maar is nog in goede staat. Martin Demedts: “Er zijn wat barsten, maar de details zijn nog goed zichtbaar. Zo zie je op de zerk een vlag gedrapeerd met daarboven een tak met eikenbladeren – een symbool dat verwijst naar roem en onvergankelijkheid – en een soldatenhelm. Ook het hoofd van Christus in wit marmer, dat neerkijkt op het graf, is nog altijd intact.”

Constantin Stragier was in de 19de eeuw een zoeaaf. Zijn graf is intussen beschermd. (Foto JVGK)
Constantin Stragier was in de 19de eeuw een zoeaaf. Zijn graf is intussen beschermd. (Foto JVGK)

“Omdat het om een uniek graf gaat, zullen we bij stad Kortrijk een aanvraag indienen om de grafzerk tot monument te erkennen”, pikt Nicole Pannier in. Zij is voorzitter van het erfgoedplatform dat daarmee Kortrijkzaan Raoul Callens steunt. “Raoul, momenteel met vakantie in Spanje, is de trekker van dit mooie initiatief. Het zou jammer zijn dat dit graf, verloren zou gaan. Die persoon gaf zijn leven voor België en het graf heeft ook een historische meerwaarde.”

Het graf is nog tot 2025 vergund. Nicole Pannier: “Maar aangezien er geen nabestaanden zijn die de eeuwige vergunning kunnen laten verlengen (zo’n eeuwige vergunning dient elke 99 jaar verlengd te worden, red.), kan het enkel beschermd worden als stad Kortrijk het als monument erkent. Dan neemt de stad het graf als het ware over en zou het ook worden gerestaureerd. Wij van het erfgoedplatform hopen dat alles in orde is tegen 11 november 2018, precies 100 jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog.”

“Het graf van pauselijke soldaat Constantin Stragier werd door stad Kortrijk al overgenomen” – Martin Demedts

Even verderop ligt een andere soldaat begraven: Constantin Stragier. Hij werd geboren in 1843, stierf op 8 juli 1926 en was een pauselijke soldaat of een zoeaaf. Zij maakten deel uit van het pauselijke leger dat in de 19de eeuw de pauselijke staten tegen nationalisten beschermde. In 1870 waren de pauselijke legers verslagen en daarna bleef enkel Vaticaanstad als pauselijke staat over. “De Zwitserse wacht van nu is nog een overblijfsel van de zoeaven”, legt Martin Demedts uit. “De grafzerk zelf is ook eeuwig vergund en werd een tijd geleden door de stad overgenomen.”

Chinezen en Spaanse griep

Tijdens de funeraire wandeling op het Sint-Janskerkhof, die een tweetal uur duurt, loodst Martin Demedts de geïnteresseerden nog onder meer naar het voormalige graf van Broeder Isidoor – “Hij werd aanvankelijk begrafen op deze begraafplaats, maar ligt nu in Toontjes kerk” – en de militaire begraafplaats van de Engelsen. “Daar zijn Engelsen, maar ook acht Chinezen begraven. Zij behoorden in de Eerste Wereldoorlog tot het zogenaamde Labour Corps.”

De weide die gewijd is aan de herdenking van mensen die hun lichaam aan KU Leuven schonken. (Foto JVGK)
De weide die gewijd is aan de herdenking van mensen die hun lichaam aan KU Leuven schonken. (Foto JVGK)

“Die Chinese arbeiders werden schandalig slecht behandeld en werden vooral achter de linies ingezet. Als je hun sterfdatum bekijkt, dan zie je dat ze vaak na de oorlog zijn gestorven. Aan de Spaanse griep. Die heeft zowat een eeuw geleden 20 miljoen doden gemaakt in Europa. Meer mensen stierven aan die griep dan door het oorlogsgeweld…”

Een van onze laatste haltes is een grasperk waarop kruisen staan met daarop een aantal namen. Opvallend is dat het logo van KU Leuven daar ook op staat. “Die namen zijn van mensen die hun lichaam aan de wetenschap hebben geschonken”, legt Martin Demedts nog uit. “Meer bepaald aan de universiteit van Leuven, die die lichamen dan gebruikt in de les. Nadien kan de familie het stoffelijk overschot terugvragen en hun overleden dierbare een laatste rustplaats geven. Als dat niet gebeurt, wordt ter nagedachtenis van die persoon haar of zijn naam op een kruis bijgeschreven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier