Het openbaar ministerie heeft vijf jaar effectieve celstraf gevorderd voor het Albanese kopstuk van een drugsbende. Niet minder dan 26 beklaagden moesten zich voor de Brugse correctionele rechtbank verantwoorden voor hun aandeel in de cocaïnehandel en de drie cannabisplantages.
Begin 2014 werd een onderzoek gestart naar twee mogelijke cocaïnedealers in Oostende. Uit afgetapte telefoongesprekken bleek snel dat een dertigjarige man van Kosovaarse origine deel uitmaakte van een veel grotere drugsbende. Bij een inval in een safehouse in Antwerpen werd op 30 september 2014 3,6 kilogram cocaïne aangetroffen. De Albanese drugsbende zou ook cannabisplantages opgezet hebben in Dendermonde, Herselt en Sint-Agatha-Berchem.
Het openbaar ministerie vorderde voor Adrijon J. (40) en Dashamir M. (44) respectievelijk vijf en vier jaar cel als leiders van de criminele organisatie. Tijdens een rogatoire commissie in Albanië vonden de speurders de luxevilla van een van de kopstukken. “Een Albanese politieman zei al lachend dat die villa er stond dankzij de Belgische cocaïnegebruiker. Dat is de essentie van deze zaak”, aldus procureur Fien Maddens. Enkele beklaagden moeten zich immers ook verantwoorden voor het witwassen van drugsgeld.
Dorjan (28) en Mariglen T. (30) zorgden voor een afzetmarkt in Oostende en Luik. Zij riskeren net als twee andere bendeleden 37 maanden effectieve celstraf. Voor enkele dealers werd tot 18 maanden cel gevorderd. Om de cannabisplantages te onderhouden werden meestal mensen met financiële problemen ingezet. Het OM vroeg voor hen gevangenisstraffen tot een jaar.
Maandag kwamen al enkele advocaten van de beklaagden aan het woord. De verdediging van Adrijon J. hekelde vooral de werkwijze van het openbaar ministerie. Volgens meester Luc Arnou is het immers helemaal niet duidelijk wat zijn cliënt precies verweten wordt.
De pleidooien worden voortgezet op de zitting van 21 januari. Het vonnis volgt wellicht een maand later.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier